In aanloop naar de verkiezingen vraagt Anna Timmerman, directeur van PAX, Tweede Kamerleden van verschillende politieke partijen over wat zij in vredesnaam doen. Gesprekken over hoe Tweede Kamerleden kunnen bijdragen aan vrede. Over hoe ze zelf terugkijken op hun tijd in de kamer en over wat in vredesnaam hun plannen zijn voor de komende kabinetsperiode.
Wie: Salima Belhaj
Wat: Tweede Kamerlid voor D66, woordvoerder Defensie en Cultuur
Verkiesbaar in maart? Ja, op plek 6
Vandaag vragen we aan Salima Belhaj, waarom moeten we op 17 maart in vredesnaam stemmen op D66?
D66 voelt zich betrokken bij wat er in het buitenland gebeurt, vanuit het idee dat we allemaal mensen zijn. En dat we staan voor een wereld waarin iedereen in een democratie moet kunnen wonen en zichzelf moet kunnen zijn. Als je dat belangrijk vindt, dan moet je op D66 stemmen. Ik ben woordvoerder cultuur en defensie. Dat lijkt misschien tegenstrijdig, maar voor mij is dat niet zo. De kunstenaars verdedigen onze geestelijke vrijheid en de militairen verdedigen onze fysieke vrijheid. Mijn naam, Salima, betekent vrede, Ik zie vrede als de beste manier om het op een beschaafde manier met elkaar oneens te kunnen zijn. Zonder doden, slachtoffers, armoede en ellende. Ik zie het als mijn taak als Tweede Kamerlid om de democratie te laten functioneren. Waar dat niet lukt, zie je conflict en oorlog en daar lijden vooral burgers onder.
Defensie
Defensie werd vaak gezien als een rechts onderwerp, ik heb me ingezet om het ook een D66 onderwerp te maken. Soms lijkt het of er maar twee smaken zijn, op links het idee van “oorlog bestrijd je met broden” en op rechts “wees niet naïef, oorlog bestrijd je met wapens”. Daarin zocht ik een D66 verhaal met als uitgangspunt dat je soms niet ontkomt aan militair ingrijpen, omdat je mensen niet wilt laten creperen, maar dat je dat ethisch moet doen, met als uitgangspunt het humanitair oorlogsrecht. Ik denk dat ik heb kunnen bijdragen aan een cultuur van grotere openheid bij het Ministerie van Defensie.
Hawija was een belangrijk debat voor Nederland. SP en D66 waren al jaren actief op het onderwerp van meer transparantie over militaire missies. Er leek de eerste jaren weinig interesse in hoeveel burgerslachtoffers er vielen, daar is nu wel verandering in gekomen. PAX heeft daar ook een rol ingespeeld. Het leek soms of het kabinet dacht: De Nederlandse kiezer staat niet helemaal achter deze missies, dus dan vertel ik er gewoon zo weinig mogelijk over. Er lijkt in de Nederlands politiek een soort angst voor openheid. Dat is onterecht. Ik geloof in openheid, als mens, maar ook als politica. Ook als het moeilijk is, of pijnlijk. Als je deelneemt aan een missie, dan moet je ook de verantwoordelijkheid nemen voor de consequenties die er ongewild uit voortvloeien. Hawija gaat om burgers die onterecht slachtoffer zijn geworden. Ik denk dat we nog niet alles weten over Hawija. Ik wil weten wat daar gebeurd is en ik wil dat we iets doen voor burgers in Hawija. Op zijn minst dat we weten wie er zijn omgekomen, dat mensen een graf krijgen en dat Hawija weer opgebouwd wordt.
Kernwapens
Het nieuwe VN-anti kernwapenverdrag is heel belangrijk. D66 vindt ook dat alle kernwapens de wereld uit moeten, en is voor ondertekening van dit verdrag. Internationaal maakt D66 zich sterk voor wederzijdse ontmanteling en het voorkomen van uitbreiding van het arsenaal. Kernwapens en mijnen zijn afschrikwekkende wapens, maar ik maak me ook ernstig zorgen over de nieuwe generatie wapens, autonome wapens. Dit gaat voorbij aan alles wat we met elkaar hebben bedacht of afgesproken als het gaat om oorlogvoering. D66 komt binnenkort met een initiatiefnota over autonome wapensystemen. Ik denk dat het hoog tijd is dat de Tweede Kamer hierover gaat debatteren. De wetenschap is al heel ver, de industrie is heel ver, organisaties zoals PAX zijn hier al lang mee bezig; het is tijd dat de Tweede Kamerleden zich uitspreken. Dat zal dan de nieuwe ploeg zijn, na de verkiezingen.
We moeten in Europa meer samen gaan doen. Kijk naar de laatste missie in Mali, dat is gewoon treurig. Het is goed dat Nederland dat doet, maar dan zit je daar twee jaar en dan moet je weer weg en dan worden bijvoorbeeld de Duitsers voor een korte periode gestuurd. Dat is financieel gezien niet slim, maar het is ook niet effectief. Je wilt langer tijd samen op kunnen trekken en echt iets kunnen betekenen ter plaatse. Vanuit datzelfde perspectief ben ik ook blij met de European Peace Facility, die bedoeld is om meer samen te werken. Ik vind het niet logisch dat ieder zijn eigen wapensystemen aanschaft. Dat kan beter en goedkoper, maar je moet er wel zelf bovenop zitten. De bedoeling is niet dat Nederlandse Kamerleden minder controle krijgen, het moet goed geregeld zijn in Brussel. Als dat niet zo is, dan ben ik de eerste die afreist naar Brussel om duidelijk te maken dat dat niet de bedoeling is.
Als defensiewoordvoerder is mijn blik vooral gericht op de wereld buiten Nederland. Maar ik zie dat de democratie ook in Nederland fragiel is. Als cultuur-woordvoerder heb ik gezien hoe belangrijk kunst en cultuur is binnen zo’n democratie. Ik zie dat juist kunst samen met goede journalistiek, politieke oppositie, wetenschap en civil society als eerste ondermijnd worden en ter discussie gesteld worden in fragiele democratieën. Maar als je die pilaren laat uithollen, dan heeft je democratie nog maar een klein duwtje nodig. Ik hoop dat mensen in Nederland zien dat we onze democratie samen moeten bewaken. Dat kunnen wij niet alleen, dat moeten we met de samenleving doen.
Lees hier ook de interviews met Kirsten van den Hul (PvdA), Sven Koopmans (VVD), Sadet Karabulut (SP), Tom van den Nieuwenhuijzen en Martijn van Helvert (CDA).