Bosnië was de eerste oorlog waar ik zelf mee te maken kreeg. Een oorlog die diepe indruk op me maakte. Een oorlog waarbij het IKV in contact was met activisten in Sarajevo en Tuzla en waarin het IKV pleitte voor militaire bescherming en ingrijpen. Dat greep me. En toen het IKV in 1995 vroeg of ik voor hen in Bosnië wilde werken, zei ik zonder na te denken: ja.
Na een paar jaar daar te hebben gewerkt, kwam ik ook steeds vaker in Kosovo. Het Servische regime onderdrukte de Kosovaarse Albanezen al vele jaren. En ik maakte mee hoe ze uit nood een parallelle samenleving organiseerden gebaseerd op niet gewelddadig verzet. Maar het geweld nam toe en er vielen steeds meer doden en gewonden. We wisten waar Milosevic toe in staat was.
Op het kantoor in Pristina waar ik veel werkte, werd een grote Nike swoosh op de muur geschilderd, met de woorden ‘NATO Just Do It’. Met Kosovaarse Albanezen ben ik diverse keren naar NAVO in Brussel gegaan om te vragen om op de grond in te grijpen. Zoals bekend werd het een ingrijpen vanuit de lucht met alle gevolgen van dien. Ik sta nog steeds achter die pleidooien van het IKV destijds, maar ik ben daarna wel sceptischer geworden over het nut en de uitvoering van militaire (of humanitaire) interventies.
Ik moet de laatste weken weer veel denken aan Bosnië. En niet alleen omdat het oorlogsleed in Oekraïne zo ellendig veel lijkt op het geweld toen. En niet alleen omdat Oekraïne ook mij bekend is en dichtbij is en voelt. Maar ook omdat er zo duidelijk weer dezelfde roep klinkt: ‘Bescherm ons, waar wachten jullie op?’ Ik hoor die oproep en krimp ineen.
Oekraïne, we kennen daar mensen, we voelen ons verbonden met hen, we werken er sinds 2014 omdat er sinds die tijd al oorlog is. De Krim werd bezet, Luhansk en Donetsk werden zogenaamde non-government controlled areas. De Minsk-akkoorden werden niet nageleefd en er werd onvoldoende op ingezet. Burgers zaten in de knel en bij de line of contact was vaker wel dan niet sprake van gewapend geweld. Het was niet een zogeheten âbevrorenâ conflict. Dit kon niet zo blijven doorgaan en ergens wisten we dat al jaren. En ook onze partners in Oekraïne gaven steeds vaker aan dat ze zich door het Westen in de steek gelaten voelden. Velen van onze partners en vrienden vroegen PAX, zeker de laatste maanden, om zich aan te sluiten bij oproepen tot wapenleveranties: ‘Jullie solidariteit is fijn maar beschermt ons niet’, hoorden we vaak.
Het is het aloude pijnlijke dilemma: Wat doe je als burgers beschermd moeten worden tegen oorlogsgeweld? Wat is wijsheid? Vele malen, te vaak, werden we met deze vraag geconfronteerd. En telkens probeer ik in die spanning na te blijven denken. Denken vanuit de vraag âwat is het minste kwaadâ? Militair ingrijpen leidt heel vaak tot verergering van het conflict en tot nog meer omloop van wapens. Maar wanneer is militaire interventie en steun voor militair materieel desondanks gerechtvaardigd en noodzakelijk? Vertrouw je erop dat de internationale gemeenschap niet alleen denkt aan Responsibility to Protect (R2P), maar ook aan Responsibility to Rebuild?
Afghanistan was nooit een R2P-missie, maar de haastige terugtrekking van de troepen en de evacuatie maakte pijnlijk duidelijk wat beloftes waard zijn. Net zoals het Budapest Memorandum nu overigens ook weinig waard blijkt te zijn. Kortom, militaire inzet om mensen te beschermen, kan dat? Op korte termijn zal het antwoord soms ja zijn, maar voor de lange termijn kunnen alleen politieke oplossingen leiden tot vrede. Al die zaken gaan door mijn hoofd. Wordt mijn mening – voor wat die waard is – mede beïnvloedt door hoe bevriend je bent met mensen under siege? Is een afweging makkelijker te maken als je er niemand kent? Of als je zelf minder gevaar loopt in het geval van een interventie?
Het leveren van militaire middelen aan een soeverein land dat wordt aangevallen, is begrijpelijk. En deze invasie is absoluut onaanvaardbaar. Onze partners in Oekraïne vragen nu om de instelling van een no-fly zone. Ze vragen dit vanuit de huidige wrede realiteit van doden en gewonden, van vluchtelingen en kapotgebombardeerde steden. En vanuit de angst voor wat nog komen gaat. Ik hoor mezelf zeggen dat we een NAVO geleide no-fly zone niet kunnen en willen steunen. Immers, alhoewel de NAVO in zekere zin al betrokken is, als zij daadwerkelijk op de grond of in de lucht actief betrokken raakt, zijn de gevolgen niet te overzien.
We weten waar het Russische regime toe in staat is qua oorlogsvoering, vraag dat maar aan de mensen in bijvoorbeeld Syrië. Maar een verdere escalatie met NAVO-troepen op de grond of een bescherming van het luchtruim kan ongekende gevolgen hebben. Denk maar aan de dreiging van Poetin met nucleaire wapens. Ik ben ervan overtuigd dat een dergelijk ingrijpen nu op dit moment niet verstandig is. Maar ik hoor de partners zeggen: âde gevolgen zijn al ongekend, en wel voor ons nu in schuilkelders terwijl onze stad gebombardeerd wordtâ. Heel eerlijk, ik weet dan ook niet wat te zeggen.
Meer weten over het conflict in Oekraïne?
Blijf hier op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in Oekraïne en lees de verhalen van onze moedige partners.