Irak: Jij bent de volgende!

3 mei 2013

Afgelopen week, op 26 april, werd Jalal Dhiab vermoord.  In een drukke straat in al-Zubayr niet meer dan 300 meter van een legerpost werd hij 4 keer in zijn hoofd en borst geschoten door gewapende mannen met wapens met geluidsdempers. Jalal was het hoofd van de “Ansar al-Huriyya” organisatie, een NGO die zich richt op gelijke rechten voor zwarte Irakezen.

In oktober ontmoette ik Jalal voor het eerst. We waren met elkaar in contact gebracht door Saad, die al jaren met hem samenwerkte. “Als je naar Basra gaat moet je Jalal ontmoeten”, had hij gezegd. En zo geschiedde.

Jalal kwam ons ophalen in ons hotel in Basra, waarna hij ons meenam naar al-Zubayr. Onderweg vertelde hij over zijn organisatie en over de positie van de zwarte minderheid in Irak. Zijn gemeenschap stamt af van Afrikanen die meer dan duizend jaar geleden als slaven naar Irak werden gebracht. Een beroemde periode uit de Iraakse geschiedenis is de “Zanj revolutie”, een periode van 15 jaar (869-883 nChr.) waarin een serie van opstanden van deze slaven plaatsvond tegen de rijke plantage eigenaren in en rondom Basra. Jalal vertelde ons dat sindsdien actief beleid werd gevoerd door slaveneigenaren om de sociale structuur en familiebanden van slaven te vernietigen: kinderen van slaven werden weggegeven aan andere stammen, zodat er geen sterke banden konden ontstaan waardoor nieuwe opstanden mogelijk zouden worden.

Ik herinner me nog goed de verontwaardiging en emotie in de stem van Jalal toen hij me dit vertelde: binnen zijn familie waren er enkele familieleden van de generatie van zijn ouders waarbij hetzelfde was gebeurd en waarvan ze niet weten waar ze zijn en of ze nog leven.

Meisje in een huis in al-Zubayr
Meisje in een huis in al-Zubayr

De mentaliteit van slavernij is nog steeds levend in Irak. Niet alleen onder ‘blanke’ Irakezen, maar ook binnen de zwarte gemeenschap. Daarom richtte een groot deel van Jalal’s werk zich op zijn eigen groep. Emancipatie moest van binnenuit komen, en onderwijs zag hij daarvoor als het belangrijkste middel.  Hij startte een school in zijn buurt, want de overheid kwam niet over de brug. Het is op de muur van deze school dat hij de foto’s hing van zijn grote voorbeelden: Martin Luther King, Malcolm X en Barack Obama. Een gebaar dat makkelijk verkeerd geïnterpreteerd kan worden in het door Iran gedomineerde Basra.

Jalal Dhiab tijdens een bijeenkomst van IKV Pax Christi in maart, 2013
Jalal Dhiab tijdens een bijeenkomst van IKV Pax Christi in maart, 2013

Wanneer ik met Saad spreek vertelt hij me dat hij zich schuldig voelt voor de moord op Jalal. Hij heeft enkele weken geleden een artikel geschreven over de zwarte gemeenschap in al-Zubayr, met de titel: “In de straten van Basra hangen de foto’s van Khomeini, maar in de huizen hangen de foto’s van Obama”. Hij is diep bedroefd om de moord op zijn vriend, maar wat hem karakteriseert is iets wat we in de hele regio zien na de uitbraak van de Arabische Lente: onverschrokken moed en diepe overtuiging dat wanneer je je mond houdt, de terreur overwint.

En dus schrijft hij een nieuw artikel, waarin hij zegt: Khomeini heeft voorlopig gewonnen.

Soms sta ik grote angsten uit om het werk wat mijn partners doen. Niet geheel onterecht, zoals blijkt. Maar het enige wat we kunnen doen is achter hen staan en hen steunen. Het andere geluid moet in landen zoals Irak hoorbaar blijven, men moet elkaar blijven aanspreken op wat er gebeurt. Maatschappelijke dialoog, wat onmogelijk was onder Saddam, is de enige weg naar democratie. Dat voelen veel mensen.

Jongeren in Bagdad startten recent een nieuwe actiegroep genaamd: You are next! Hun logo is een wijzende vinger. Ze hadden het gevoel dat de mensen in Irak teveel gewend raakten aan het geweld, en dat de slachtoffers verwerden tot nummers. En dus houden ze publieke acties, zoals het aansteken van kaarsen op drukke plaatsen in Bagdad en een fashmob op de bekende al-Mutanabbi boekenmarkt. Ze gingen met roodgeverfde t-shirts als zijnde dood op de grond liggen. Dit lijkt nogal confronterend, maar zo voelen veel mensen in Irak de situatie op het moment: ze zijn wanhopig, bang voor een mogelijke nieuwe burgeroorlog, en beseffen zich: misschien ben ik de volgende.

Flashmob van jongeren in Irak
Flashmob van jongeren in Irak

Ja, er is elke dag slecht nieuws uit Irak, waardoor we er hier misschien maar moe van worden. Maar we mogen het nooit als ‘normaal’ gaan zien dat men zich in Irak hardop afvraagt wie de volgende is. Ook Saad deed dat in zijn artikel. Hij eindigde met deze zin: “wie is de volgende? Ik, of degene die dit artikel leest?” Het feit dat men dit zich hardop afvraagt  kunnen we als een boodschap opvatten. Het is belangrijk om het geweld in Irak te blijven veroordelen en aandacht te blijven vragen voor moorden zoals die op Jalal. Hij mag geen nummer worden. Jalal was een activist, een Irakees, en een waardevol mens. Hij streed tegen onwetendheid en tegen onrecht. Zijn dood is een groot verlies voor de zwarte Iraakse gemeenschap, voor het Iraakse maatschappelijk middenveld en voor alle vredesactivisten wereldwijd.

Wat kunnen wij doen? We kunnen betrokken blijven en de roep van Irakezen overnemen. We kunnen internationaal de Irakese overheid blijven oproepen om een onderzoek teneinde de daders voor het gerecht te brengen. De Nederlandse overheid deed dat gelukkig meteen. Met zijn allen moeten we blijven zeggen: mensenrechtenverdedigers moeten beschermd worden en niet 300 meter van een checkpoint kunnen worden geliquideerd. Er mag geen volgende zijn.

Steun ons vredeswerk en onze activiteiten

Word donateur van vredesorganisatie PAX of steun ons met een eenmalige bijdrage. Iedere gift is hard nodig en waarderen wij enorm. Bedankt!