EAPPI Blogs: Weggepest door kolonisten

Beeld: Geerke/EAPPI

20 juli 2023

Het gedwongen vertrek van de bewoners van ‘Ein Samiya

Wanneer we met de auto het stuk grond oprijden, waar zich een paar dagen geleden nog ‘Ein Samiya bevond, duurt het even voor we de voormalige gemeenschap herkennen. De meeste bewoners hebben hun spullen al gepakt. Wat overblijft zijn verbrande akkers en hier en daar wat planken of tentdoek. Sommige families zijn nog bezig hun woning plank voor plank af te breken. Wat niet mee kan, wordt verbrand. Hier en daar spelen kluitjes kinderen tussen het puin.

De 37 families die samen ‘Ein Samiya vormden, hebben een paar dagen geleden besloten te vertrekken. ‘Ein Samiya is een kleine bedoeïenengemeenschap, nabij Ramallah, van zo’n 125 inwoners. Het dorp ligt in een dal, en wordt omringd door hoger gelegen outposts (buitenposten). Dat zijn illegale Israëlische nederzettingen die – in tegenstelling tot de meeste Israëlische nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever – zelfs volgens Israëlische wetgeving illegaal zijn. De bewoners van ‘Ein Samiya worden al jaren geterroriseerd door de Israëlische kolonisten die deze buitenposten hebben gesticht.

Gedwongen vertrek

In het midden van de voormalige gemeenschap staat een grote tarp – een luifel van doek – die een aantal kleurrijke matten overdekt. Op één van die matten ligt de Mukhtar, het hoofd van de gemeenschap, zijdelings steunend op zijn ellenboog. De Mukhtar is een jaar of tachtig. Om zijn hoofd heeft hij een witte keffiyeh gewikkeld. De Mukhtar heeft uiteindelijk de knoop doorgehakt en besloten dat de bewoners van ‘Ein Samiya moesten vertrekken. Onder de tarp ontvangt hij journalisten, activisten en hulpverleners. Zichtbaar vermoeid doet hij zijn verhaal. Hij verzucht: ‘Hulpverleners lopen af en aan om me ervan te overtuigen dat we op onze grond moeten blijven. Maar wat hebben ze ons te bieden? Niets.’

Inbeslagname van 70 schapen

De directe aanleiding voor het vertrek van de bewoners van ‘Ein Samiya is de onrechtmatige confiscatie van zeventig schapen onder leiding van Israëlische kolonisten, bijgestaan door het Israëlische leger en de politie. Ze beschuldigen de gemeenschap ervan de schapen te hebben gestolen – iets wat de bewoners stellig ontkennen. Zeventig schapen zijn een fortuin waard in bedoeïenengemeenschappen zoals ‘Ein Samiya, die vaak leven van de schapenhouderij. De inbeslagname was een harde klap, de laatste druppel in een lange reeks pesterijen en intimidaties.

Een sloop bevel voor de lagere school

Zo hangt het plaatselijke schooltje al een tijd een sloopbevel boven het hoofd. Het schooltje bevindt zich in een kleine container, waarin drie lokalen passen. De school bestaat twee jaar en biedt onderwijs aan kinderen van 5 tot 13 jaar. De directrice van de school legt uit dat de school minder dan een maand na de bouw een sloopbevel ontving van de Israëlische autoriteiten. De schoolleiding probeerde in beroep te gaan tegen het sloopbevel, maar had geen succes bij de rechtbank. De Israëlische autoriteiten wezen 2 mei aan als de uiterlijke sloopdatum. Sindsdien kunnen de Israëlische autoriteiten elk moment overgaan tot de sloop van het schoolgebouw.  

Zonder het plaatselijke schooltje moeten de kinderen van ‘Ein Samiya drie uur lopen naar de dichtstbijzijnde school, vertelt de directrice. Die wandeling – vaak zó vroeg dat het buiten nog donker is – gaat gepaard met allerlei gevaren: hitte, slangen, straathonden, Israëlische kolonisten. Aan de muren van de lokalen hangen kindertekeningen. Eén tekening toont een gele bulldozer die opdoemt naast een kind, gebogen over een schoolboek, een andere een bulldozer die het schoolgebouwtje sloopt, met daarnaast een huilend gezicht.

De directrice vertelt dat zij, als Palestijnse inwoner van Ramallah, niet wist hoezeer bedoeïenengemeenschappen lijden onder de agressie van kolonisten en het Israëlische leger. De kinderen van ‘Ein Samiya hebben het psychologisch zwaar. Ze leven in constante angst voor de kolonisten, het leger, en sloopbevelen. De kinderen voelen zich zelfs niet veilig in hun eigen woning. De inwoners van ‘Ein Samiya leven in tenten of semipermanente huizen, die nauwelijks bescherming bieden tegen gevaren van buitenaf. Het is weleens voorgekomen dat kolonisten plotseling in een woning stonden.

Verlaten grond en ingegooide ramen

Wanneer we een week later terugkeren naar het voormalige ‘Ein Samiya, is er niets meer over. De grond is verlaten. Alle bewoners zijn verhuisd, naar familie of de bergen in, weg van de kolonisten. Het gras is droog waar voorheen de tenten stonden. Het schooltje staat er nog, maar kolonisten hebben de ramen ingegooid. We vernemen dat een deel van de kolonisten van de omliggende buitenposten ook is verhuisd. Ze vallen nu boeren in de omgeving lastig, door schapen te hoeden op hun akkers.

Geerke is als Nederlandse waarnemer van het EAPPI programma (Ecumenical Accompaniment Programme in Palestine and Israel) afgereisd om gedurende drie maanden ‘beschermende aanwezigheid’ te bieden aan Palestijnse burgers en gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Ze verwerkt haar indrukken in blogs. 

Schrijf je in voor de nieuwsbrief