EAPPI Blogs:  Straffeloosheid in de Jordaanvallei

Beeld: Rik/EAPPI

5 september 2023

Uitgestrekte herdersvlakten, felgroene akkers en prachtige bergen in een woestijnachtig gebied: de Jordaanvallei. Tijdens onze eerste autorit lijkt het een prachtige regio maar gesprekken met de Palestijnse bevolking leggen de horror bloot die onder deze natuurlijke schoonheid verborgen ligt. Wanneer ik de volgende dag in de auto zit, vallen de talloze illegale, met prikkeldraad omringde, groene Israëlische nederzettingen mij een stuk meer op. Verhalen over intimidaties, bedreigingen, geweld, diefstal, gedwongen sloop van huizen en drones die overvliegen hoor ik dagelijks. De Jordaanvallei is niet langer de prachtige plek die ik de eerste dag ervaarde.

Bezetting & Israëlische kolonisten

Sinds 1967 is de Palestijnse Westelijke Jordaanoever bezet door Israël. Het is verboden om de bevolking van een bezetter te verplaatsen naar bezet gebied volgens de Geneefse Conventies. Toch groeit het aantal Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever alleen maar. De bouw en expansie van deze nederzettingen wordt niet alleen getolereerd door de huidige extreemrechtse regering van Israël maar zelfs aangemoedigd. Steeds grimmiger en gewelddadiger breiden kolonisten hun macht uit in het Palestijnse gebied waar mensenrechtenschendingen eerder regel dan uitzondering zijn geworden. Het EAPPI-team waarvan ik deel uitmaak is gehuisvest in Jericho. Ons werk bestaat uit het monitoren van de ontwikkelingen in de bezette gebieden en het rapporteren van mensenrechtenschendingen. Daarnaast bieden wij beschermende aanwezigheid aan mensen die frequent slachtoffer zijn van kolonisten of het Israëlische leger.

Een fruit- en groentekraam in Bardala

We ontmoeten Ibin. Ibin is 13 jaar en praat sinds een paar dagen nauwelijks meer. Zijn vader Abu heet ons welkom met typische Palestijnse gastvrijheid in zijn huis in Bardala.

Ibin was een paar dagen eerder alleen aanwezig bij de fruit- en groentekraam van de familie. Op klaarlichte dag, 10 uur ’s morgens, werd dit 13-jarige kind geslagen door een kolonist. Ibin was bang en rende weg van de kraam. Enkele minuten later was de kraam en daarmee het inkomen en bestaansmiddel van deze Palestijnse familie in vlammen opgegaan. Hoewel de Israëlische brandweer was gebeld kwam die pas anderhalf uur later opdagen, terwijl het brandweerstation maar enkele kilometers verderop ligt. De familie verloor door de brand 10,000 Sjekel, omgerekend € 2500.

Abu vertelt het ons zonder de woede die je zou verwachten. Dat is voor ons misschien nog wel het meest schokkend: Abu is niet verrast door het geweld tegen een kind of de vernielingen.

Brandgevaarlijk

Twee weken later zijn we weer bij Abu te gast. Verbijsterd horen we hem aan: op het moment dat Abu op het punt stond zijn winkel te herbouwen werd zijn auto inclusief bouwmateriaal in beslag genomen door het Israëlische leger. Zijn winkel is volgens de soldaten namelijk brandgevaarlijk voor de nabijgelegen weg. Op vernederende wijze werd hij gedwongen, begeleid door twee militaire jeeps, zijn eigen auto af te leveren bij de militaire basis. Daarna werd hij weggestuurd om te voet door een duister heuvellandschap zijn weg naar huis te vinden.

Het totale ontbreken van de rechtsstaat

Het is de derde keer in anderhalf jaar tijd dat de kraam van Abu wordt verbrand door kolonisten uit de nabijgelegen nederzetting. Wekelijks worden Abu of zijn zonen bedreigd of wordt er op intimiderende wijze gestolen uit de kraam. Het is natuurlijk ‘toeval’ dat de incidenten plaats vinden sinds Abu anderhalf jaar geleden een rechtszaak begon tegen kolonisten uit de nabijgelegen nederzetting. De zaak heeft tot niets geleid. Maar vanaf dat moment heeft Abu het gevoel dat kolonisten hem straffen voor elk incident dat plaatsvindt tussen Palestijnen en kolonisten op de gehele Westelijke Jordaanoever.

De intimidaties en de drie brandstichtingen hebben niet tot arrestaties geleid. De Israëlische politie en het leger in deze regio treden niet op tegen geweld van kolonisten richting Palestijnen. Dit keer hielden ze de schijn niet eens op en kwamen ze niet opdagen na de brandmelding. Wel hadden ze tijd om de auto en de bouwmaterialen van het slachtoffer te confisqueren, en hadden ze ook nog de brutaliteit om de aangestoken brand als excuus aan te voeren. Het racisme, het superioriteitsgevoel, de straffeloosheid en de oneerlijkheid zijn elke dag pijnlijk zichtbaar.

Door het EAPPI-project maak ik kennis met de Palestijnse bevolking die ondanks de moeilijkheden en de geringe middelen je toch alles wil aanbieden. Maar hun gastvrijheid gaat altijd gepaard met hartverscheurende verhalen. Ik voel afschuw door de schaal en de openheid van de mensenrechtenschendingen. Ik ben verbaasd over de geringe aandacht hiervoor in Nederland. Nog verbaasder ben ik over de nauwe banden die veel landen, waaronder Nederland, onderhouden met een Israëlische regering die hiervoor de verantwoordelijkheid draagt.

Wanneer we Abu vragen wat hij nu gaat doen kijkt hij ons lichtelijk verbaasd aan. Dan zegt hij: ‘opbouwen natuurlijk, alleen dit keer in de nacht.’

Rik is als Nederlandse waarnemer van het EAPPI programma (Ecumenical Accompaniment Programme in Palestine and Israel) afgereisd om gedurende drie maanden ‘beschermende aanwezigheid’ te bieden aan Palestijnse burgers en gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Hij verwerkt zijn indrukken in blogs. 

Schrijf je in voor de nieuwsbrief