Het is schemerdonker, de nacht valt. Duizenden fonkelende sterren tegen een bijna zwarte hemel. De avonden worden koeler, maar zijn nog altijd aangenaam en warm. We zijn met ons EAPPI-team in de South Hebron Hills. Onze vriend en chauffeur Abdul heeft ons meegenomen naar zijn land. Op deze laatste avond, wil hij ons het ware Palestijnse buitenleven tonen. Abdul houdt van de natuur en vooral van dieren.
We zitten met ons vijven dicht bij elkaar, stilzwijgend op een rotsblok. In de verte flikkeren de honderden lichtjes van Yatta. We kijken uit over de chaotische, gastvrije stad die de afgelopen drie maanden ons thuis is geweest. Op de achtergrond klinkt zachte, melodieuze pianomuziek die Abdul heeft meegenomen. De wind ruist over de heuvels en de krekels tjirpen onafgebroken. Het is onze laatste avond samen. Drie maanden lang bezochten we dorpen en families, boden we beschermende aanwezigheid en rapporteerden we gewelddadigheden van kolonisten en het Israëlisch leger. Ik voel me zowel dankbaar als diep bezorgd.
Nooit een moment van rust
Plotseling horen we zacht, onrustig gefluister. We zijn ogenblikkelijk alert. Zijn het kolonisten, het Israëlische leger of gewoon Palestijnse dorpelingen? Abdul veert op en constateert het laatste. We zijn even gerustgesteld, maar dan horen we een luid gezoem vanuit de verte steeds dichterbij komen. En dan blijft het stilhangen hoog boven ons in de lucht. Een drone, waarschijnlijk bestuurd door kolonisten vanuit de nabijgelegen nederzetting. We zijn ‘betrapt’ en moeten halsoverkop vertrekken. Ieder moment kan het Israëlische leger verschijnen. De realiteit dringt zich onbarmhartig op. Zo is het leven van Palestijnen onder de Israëlische bezetting. Geen moment rust.
Na thuiskomst op 12 september
De gewelddadigheden op de Westelijke Jordaanoever hebben mij diep geraakt. Na thuiskomst op 12 september was het belangrijk om met vrienden en familie te praten over mijn ervaringen. Om ze een plek te kunnen geven tussen de gevoelens van onmacht en ontluistering. Dan, tweeënhalve week later, op 7 oktober, wordt Israël op een meedogenloze manier aangevallen door Hamas. En terwijl alle ogen zijn gericht op Gaza, wordt ook de situatie op de Westelijke Jordaanoever onhoudbaar. Palestijnse gemeenschappen worden belaagd door groepen met uitzinnige, militante kolonisten. Op wraak belust en tot de tanden bewapend met behulp van de Israëlische regering, trekken zij plunderend en moordend door de dorpen. Watertanks worden kapotgeschoten, schapen gedood en bewoners in elkaar geslagen. Vele onschuldige families moeten hun schamele onderkomens verlaten uit angst voor het kolonistengeweld. Het Israëlisch leger staat erbij en kijkt ernaar.
Abdul en zijn familie verjaagd
Terwijl ik deze tekst schrijf, worden Abdul en zijn familieleden van hun land en uit hun dorp verdreven. Hun grond is ingenomen door kolonisten. De Israëlische vlag wappert zelfvoldaan op een nabijgelegen heuveltop. Afgelopen nacht hebben gemaskerde kolonisten en Israëlische militairen een razzia gehouden. Bewoners zijn in elkaar geslagen. Een oom van Abdul is in zijn maag geschoten en ligt in kritieke toestand in het ziekenhuis. In andere dorpen is de situatie ook onheilspellend. Bewoners van de regio Masafer Yatta worden met de dood bedreigd en uit hun huizen verjaagd. Bulldozers verwoesten de achtergebleven woningen en bezittingen. Op verschillende scholen worden bebloede poppen neergelegd om de kinderen en ouders angst aan te jagen. Onze Palestijnse vrienden en kennissen zijn radeloos. Zij kunnen geen kant meer op. De toegangswegen tussen dorpen en Yatta zijn afgesloten door flying checkpoints, door hopen puin en kapotgemaakte wegen. Er is een chronisch gebrek aan schoon drinkwater, voedsel, brandstof en medicijnen. De mensen kunnen geen voer voor hun kuddes kopen en herders moeten de dieren noodgedwongen achterlaten in de velden. Zelfs ambulances worden tegengehouden, soms met de dood als gevolg. De Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever zijn aan hun lot overgeleverd en de wetteloosheid tiert welig.
Vrede en rust voor iedereen
Het oog van de wereld is gericht op de wrede aanslag van 7 oktober en de niets ontziende vergelding die daarop volgde. Maar door de rook van het huidige oorlogsgeweld wordt steeds vaker het onrecht gezien waaraan het Palestijnse volk al decennia lang onderhevig is. In een periode waarin kernwaarden als humaniteit en gelijkwaardigheid in verhevigde mate worden geschonden, lijkt erkenning van deze langjarige onrechtvaardigheid te groeien. Mijn hoop is dan ook gevestigd op de internationale gemeenschap. Op politieke partijen die zich hardmaken voor het lot van onschuldige burgers en die het internationaal humanitair oorlogsrecht respecteren. Op mensen die zich durven uit te spreken voor een rechtvaardige toekomst. De vele, vreedzame demonstraties die wereldwijd worden gehouden, zijn hartverwarmend en geven de Palestijnen moed en steun. Evenals de inzet van zowel Israëlische als Palestijnse vredesactivisten en journalisten. Er gebeuren vele mooie dingen in een situatie van zoveel pijn en leed. Want de meeste mensen verlangen naar vrede en rust, voor iedereen.
Jantien is als Nederlandse waarnemer van het EAPPI programma (Ecumenical Accompaniment Programme in Palestine and Israel) afgereisd om gedurende drie maanden ‘beschermende aanwezigheid’ te bieden aan Palestijnse burgers en gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Ze verwerkt haar indrukken in blogs.