De strijd van civil society in Irak

4 april 2013

Er is in de Nederlandse media weinig aandacht voor, maar er zijn sinds de laatste maanden van 2012 wekelijks demonstraties in enkele grote steden in Irak, voornamelijk in de zogenaamde “soennitische driehoek” van Falluja, Mosul en Ramadi, waar openlijk wordt gedemonstreerd tegen de voornamelijk Shiitische overheid van minister-president al-Maliki. De bevolking zijn de discriminatie en mensenrechtenschendingen, zoals beschreven in dit recente rapport van Amnesty, spuugzat.
Afgelopen zondag, 31 maart, werden er in Falluja, het hart van de onrust, drie activisten omgebracht bij een bomaanslag. Het gaat om Tawfiq Al-Saub, directeur van het Al-Anbar Center, en zijn collega’s Taleb Al-Issawi en Othman Khalil.

Ik spreek met mijn partner Jamal uit Baghdad en vraag hem of hij weet wat er is gebeurd. Hij vertelt me niet te weten wie erachter zitten. We spreken over de rol van civil society in Irak, die steeds beter georganiseerd en effectiever wordt. In Anbar, de regio waar de opstanden plaats vinden, zijn echter weinig maatschappelijke organisaties, en degene die er zijn, zijn relatief zwak. Er is weinig internationale steun geweest voor activisten in deze gebieden. Dat is omdat het een van de meest onveilige gebieden in Irak is: vanuit Anbar werd de soennitische gewapende opstand tegen de Amerikanen georganiseerd, en al-Qaeda is er sterk vertegenwoordigd. Nu wordt door de bevolking, geïnspireerd door de Arabische lente, vooral ingezet op geweldloze demonstratie tegen de Irakese overheid, hoewel deze wel vooral in de handen is van stammen en religieuze leiders. Tegelijkertijd lopen de spanningen op in Irak, en neemt het aantal aanslagen schrikbarend toe. Al-Qaeda en andere milities proberen hun kans te grijpen.

Om dat te veranderen kwamen activisten uit Anbar naar Baghdad, om lokale organisaties daar te vragen om hen te helpen om hun capaciteiten tot geweldloze acties zoals campagne voeren en bemiddeling in conflict op te bouwen. De bedoeling is daarbij om de demonstraties zo civiel te maken, en niet gelieerd aan andere belangen. Daar was niet iedereen van gediend. Drie dappere activisten zijn deze week omgekomen. Jamal: “ik heb in de vergadering in Baghdad al gezegd: moeten we dit wel doen? Als ze professioneler worden, worden ze als gevaar gezien”. Zijn woorden zijn waarheid gebleken. De strijd om democratie in Irak gaat door, maar niet zonder zware offers.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief