Bellen met Idlib: De monsters komen

18 februari 2020

Dinsdag 18 februari

Alles stort in. Steeds meer mensen vluchten weg voor het Syrische leger. 900.000 mensen zijn op de vlucht in een gebied dat met de dag kleiner wordt. Iedere dag worden er meer dorpen en steden veroverd. Overal zijn vluchtelingen. Op straat, in tentenkampen of in schoolgebouwen. Ahmed heeft geluk, voor zover je van “geluk” kunt spreken. Nadat hij en zijn familie halsoverkop Saraqeb hebben verlaten hebben ze na omzwervingen een kamertje in Azaz gevonden. In het Noorden, onder Turkse “bescherming” maar met het Syrische leger op 10 kilometer van hen vandaan.

“Hi Ahmed, heb je tijd om te bellen?”

“Tuurlijk. Hoe is het met je?”

“Tsja….hoe is het met jou?

“Goed dus. We hebben een kamer gevonden in Azaz. Een goede prijs, voor zes maanden en we hebben een keuken en een douche. En iedereen is mee. Goddank. Ik ben net nog met de meisjes buiten geweest.

Los van de raketten die Koerdische milities op Azaz afvuren, de herrie van straaljagers en de enkele autobom is het hier rustig. Eigenlijk zoals het in Saraqeb was…

Ik wil dat jij, dat jullie goed begrijpen dat wij niet gevlucht zijn voor de bommen, maar voor de monsters. Ik bedoel hier het Syrische leger en zijn milities. We zijn bang voor wat ze met ons gaan doen. Iedereen is bang, en daarom zijn de dorpen die ze veroverden allemaal leeg. De mensen vluchten uit angst voor hen.

Er gaan hele erge verhalen rond over wat ze doen met achterblijvers.

Mijn broer en ik zijn zondag op Facebook bedreigd, op een pagina van het leger. Ze noemen ons terroristen en verraders. Ze lachen en zeggen dat wij nu als zwerfhonden leven en dat onze herinneringen niet meer bestaan en dat we nooit terug zullen keren.

De monsters zijn bezig om af rekenen met ons, maar vooral met onze idealen van vrijheid en waardigheid. En de wereld laat ze begaan.”

Schrijf je in voor de nieuwsbrief