De oorlog in Syrië – 5 vragen over Ghouta

13 april 2018

Deskundigen van PAX beantwoorden vijf vragen over wat er gebeurt in Ghouta, nu het leger van het regime de macht in handen heeft.

1. Syrische regeringstroepen hebben nu heel Ghouta onder controle. Wat betekent dit voor de mensen die er wonen?

Oost-Ghouta is een substedelijk gebied ten oosten van Damascus. Het gebied nam actief deel aan de volksopstand in 2011 en gewapende oppositiegroepen namen in 2012 de macht over in het gebied. Regeringstroepen belegerden het gebied sinds 2013. Jaren van vuurgevechten en bombardementen, die de afgelopen maanden in hevigheid toenamen, leidden in de afgelopen weken tot de overgave van gewapende oppositiegroepen.

Veel mensen moesten noodgedwongen Oost-Ghouta verlaten. Ze vrezen vervolging door het regime omdat ze openlijk stelling namen tegen het regime, of ze zijn bang dat ze verplicht in het leger worden ingelijfd. Toch is een groot deel van de bevolking in Oost-Ghouta gebleven, hoewel hun huizen en buurten werden verwoest. Voor hen betekent terugkeer naar de macht van het regime een einde aan het democratische zelfbestuur van de afgelopen jaren, en terugkeer naar een situatie van angst en onderdrukking. “Je kunt de angst zien in de ogen van de mensen die zijn gebleven,” zegt een inwoner die ook besloot te blijven (Syria Direct, 3 april 2018). “De mensen moeten zorgvuldig nadenken over elk woord dat ze zeggen. We leefden in vrijheid en nu keren we terug naar het regime [van Assad] om zijn naam te prijzen en hem te verheerlijken.”

Dat was niet de enige teleurstelling – na de overgave was er geen nieuws over de zogenaamde Douma 4, vier mensenrechtenactivisten die in december 2013 werden ontvoerd door Jaish al-Islam, een islamitische militie die delen van Oost-Ghouta onder controle had. Daarna werd niets meer van hen vernomen. Velen hadden gehoopt dat de de overgave van de groepen zou leiden tot informatie over de Douma 4. Helaas is er nog steeds geen nieuws over de Douma 4, zelfs niet nadat Jaish al-Islam gegijzelden uitwisselde met het regime Assad.

2. Kort voordat de laatste oppositiegroepen zich overgaven, vond een aanval met chemische wapens plaats. Waarom die aanval op dat moment?

Dit was niet de eerste keer dat de Syrische regeringstroepen chemische wapens gebruikten. Tijdens de aanval op Ghouta, evenals op tal van andere plaatsen in Syrië, heeft het regime Assad chemische wapens gebruikt tegen burgers om hen te dwingen zich over te geven. De in Douma gebruikte strategie volgde een patroon dat tegen vele andere bevolkingsgroepen in Syrië werd gebruikt: eerst voerden regeringstroepen zware bombardementen uit, specifiek gericht op markten, scholen, locaties voor medische hulp en diensten van burgerbescherming. Mensen zochten een schuilplaats in kelders. Om hen te dwingen uit hun schuilplaats te komen, werden chemische wapens, zoals chloorgas, gebruikt. Deze gassen zijn zwaarder dan lucht, waardoor ze de kelders binnendringen en mensen doden of verwonden, en anderen dwingen om naar buiten te komen. De aanval op Douma lijkt succes te hebben gehad. Onmiddellijk na de chemische aanval werd de overgave aangekondigd en stonden bussen klaar om mensen naar Jarablus, in het noorden van het land, te brengen.

3. Sommige mensen werden geëvacueerd – waar zijn ze heen gebracht?

Ze werden niet geëvacueerd. Na vijf jaar belegering, hongersnood en zware bombardementen, hebben veel mensen geen andere keuze. Er is bovendien geen enkele garantie dat ze ooit kunnen terugkeren. Dit wordt gedwongen verplaatsing van bevolkingsgroepen genoemd, en is een schending van het internationaal humanitair recht. Gezien de systematische aard van deze gedwongen verplaatsing van bevolkingsgroepen in Syrië, als onderdeel van de strategie van ‘overgeven of sterven’ van het regime Assad (ten minste 120.000 mensen zijn verplaatst), staan deze oorlogsmisdaden mogelijk gelijk aan misdrijven tegen de menselijkheid. Daarom roept PAX op om degenen die hiervoor verantwoordelijk zijn, ter verantwoording te roepen.

Tot nu toe hebben volgens telling van de VN 133.000 mensen Oost-Ghouta verlaten. De meeste van hen zijn opgevangen in IDP-kampen rondom Damascus. Ze leven daar onder primitieve omstandigheden en mogen het kamp alleen verlaten nadat een geldschieter een borg betaalt. Ten minste 40.000 mensen zijn overgebracht naar de provincie Idlib in het noorden van het land. Idlib is niet veilig, want gewapende groepen strijden er verder tegen het regime en tegen elkaar, terwijl troepen van Rusland en Syrië regelmatig luchtaanvallen uitvoeren in het gebied.

4. Betekent de val van Ghouta dat het regime Assad heeft gewonnen?

Het regime Assad heeft met hulp van Iran en Rusland de meeste oppositie weten te onderdrukken, op democratische of andere wijze, en heeft grote delen van het land opnieuw onder controle. Volgens de Wereldbank zijn tijdens het conflict meer dan 470.000 doden gevallen en VN-agentschappen hebben 5 miljoen mensen geregistreerd die asiel zoeken of hebben gezocht buiten Syrië. Daarnaast zijn 6 miljoen mensen binnen Syrië zelf verplaatst. Dit betekent dat meer dan de helft van de Syrische bevolking van voor de oorlog, is gedood of van huis en haard is verdreven. Tienduizenden mensen zijn gevangen genomen of zijn verdwenen. 13 miljoen Syriërs hebben humanitaire hulp nodig. Het land is verwoest. En dit is wat het regime van Assad een overwinning noemt.

5. De Russen en Iraniërs waren betrokken bij de gevechten in Ghouta. Welke andere landen nemen deel aan de strijd in Syrië en waarom?

Het conflict in Syrië is door de internationale betrokkenheid steeds ingewikkelder geworden.

Een aantal landen is direct betrokken bij de vijandelijkheden. Iran heeft zich al vroeg in het conflict gemengd en het regime van wapens, geld en Shi’a milities voorzien. Iran beweerde dat het de heilige plaatsen van de Shi’a wilde beschermen, maar de echte agenda was om de verbinding over land tussen Teheran en Beiroet veilig te stellen. De internationale coalitie tegen ISIS, onder leiding van de VS, voert sinds 2014 bombardementen uit in Syrië. Rusland steunt het regime en raakte in 2015 direct militair betrokken, waardoor het machtsevenwicht in het voordeel van het regime Assad kantelde. Israël is bezorgd over de betrokkenheid van Iran en heeft diverse militaire aanvallen uitgevoerd in Syrië. Turkije raakte in 2016 rechtstreeks betrokken toen het land de macht overnam in de noordelijke streek rondom Aleppo, in een poging een bres te slaan in de gebieden onder Koerdische controle. Sinds het begin van dit jaar heeft Turkije zijn militaire operaties uitgebreid en de macht overgenomen in Afrin, een Koerdische enclave in het noordwesten van de provincie Aleppo.

Naast deze spelers in de strijd in Syrië hebben veel landen ook steun verleend aan lokale gewapende groepen. Dit zijn onder meer Saoedi-Arabië, Qatar en de VS.

Op het moment waarop dit wordt geschreven, overwegen de VS, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk militaire actie als vergelding voor de chemische aanval in Douma. Een dergelijke interventie zal de Syriërs waarschijnlijk geen enkele bescherming bieden, maar het risico vergroten op een verdere escalatie van het conflict op internationaal niveau.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief