De genocide is inmiddels 26 jaar geleden maar in Srebrenica is de genocide nog een dagelijkse realiteit. De vrees onder slachtoffers en nabestaanden groeit dat er nooit echt gerechtigheid komt, doordat Servische en Bosnisch Servische leiders de genocide ontkennen en oorlogsmisdaden verheerlijken. Bosniaks die zijn teruggekeerd naar Srebrenica hebben veelvuldig te maken met pesterijen en achterstelling door de autoriteiten. De Bosnisch-Servische burgemeester verkondigde gisteren nog dat hij de genocide nooit zal erkennen.
Dion van den Berg, projectleider Europa bij vredesorganisatie PAX: “Wat veel mensen zich niet realiseren is het feit dat een genocide niet ophoudt met het geweld. Het geweld wordt gevolgd door het laten verdwijnen van de bewijslast en de ontkenning van genocide. Zeker nu het Joegoslavië tribunaal zijn werk heeft afgerond, dreigt de focus alleen nog te liggen op verzoening. Maar zonder erkenning van de feiten is verzoening kansloos.”
Gediscrimineerde minderheid
Terwijl internationaal veel nadruk wordt gelegd op verzoening en vreedzaam samenleven loopt de spanning in de regio opnieuw op. Voor de oorlog woonden Bosniaks en Bosnische Serviërs door elkaar en waren Bosniaks in de meerderheid. Inmiddels is een kleine groep teruggekeerd maar zijn zij een gediscrimineerde minderheid.
Ook Alma Mustafic, overlevende van de genocide in Srebrenica maakt zich grote zorgen: “Iedereen doet alsof het conflict heel complex was maar de feiten spreken voor zich. Een sterke bovenliggende partij heeft een zwakke onderliggende partij bewust vervolgd en uitgemoord. Het Westen moet erkennen dat er genocide is gepleegd en dat er een duidelijke dader is. Servische nationalisten voelen zich gesterkt door de verzoeningspolitiek die suggereert dat alle partijen in gelijke mate verantwoordelijk zijn voor de oorlog. Zo lang niet duidelijk is dat dit niet waar is, kan het geweld weer oplaaien.”
Lees meer over het werk van PAX in Srebrenica.