De Irakese Alaa, Yasmin, Rusul en Zahraa liepen voorop in demonstraties voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen en een betrouwbare overheid. Tijdens de demonstraties boden ze eerste hulp aan gewonde vredesactivisten.
Sinds afgelopen najaar gaan Irakese burgers de straat op in de hoofdstad Bagdad, waar zij geweldloos protesteren tegen de huidige uitzichtloze leefomstandigheden in hun land. De demonstranten eisen een einde aan corruptie, verbeterde basisvoorzieningen en werkgelegenheid van de overheid. De overheid reageerde met geweld.
Al vanaf het begin van de protesten wordt er melding gemaakt van willekeurige arrestaties en verdwijningen van voornamelijk journalisten, verslaggevers en activisten die kritische meningen hebben over het beleid van de regering en diens reactie op de demonstranten.
Brief aan de VN
De vier vrouwen uit Bagdad hebben een urgente politieke brief aan de Verenigde Naties geschreven die ervoor moet zorgen dat ze, wanneer het coronavirus is uitgeraasd weer veilig de straat op kunnen. Echt veilig! Ze eisen dat vrouwen in Irak beter beschermd worden en vrij kunnen demonstreren voor hun idealen.
Onderteken de brief van de dappere Alaa, Yasmin, Rusul en Zahraa aan de VN en sta zo naast hen in hun strijd voor vrijheid en gelijke rechten. Hiermee roep je VN gezant Hennis-Plasschaert op te eisen dat de Irakese regering een einde maakt aan het geweld, zodat deze heldinnen veilig kunnen demonstreren!
Wie zijn Alaa, Yasmin, Rusul en Zahraa?
Om deze vrouwen beter te leren kennen hebben we een kort interview met hen gehouden:
Hoe kennen jullie elkaar?
Rusul: ‘Sommigen van ons hebben elkaar leren kennen tijdens de demonstraties, anderen waren al langer bevriend.’
Yasmin: ‘Ik was ook al bevriend met sommige vrouwen. De anderen heb ik ontmoet en zonder elkaars naam te kennen werkten we samen. We bereidden samen voedsel, boden hulp aan demonstranten en deelden verhalen over de frontlinie’
Wat vind je belangrijk als het gaat om vrouwenrechten?
Rusul: ‘Om behandeld te worden als een mens, een persoon met waardigheid en trots en iemand met echte gevoelens, dat is niet hoe de samenleving ons ziet.’
Alaa: ‘De grondwet moet aangepast worden, samen met de wetten die genderdiscriminatie bevatten.’
Yasmin: ‘Mensen moeten erkennen dat vrouwenrechten een kwestie van leven of dood zijn, de manier waarop de samenleving met vrouwen omgaat, als tweederangs burgers, moet veranderen.’
Waarom gingen jullie de straat op en hoe beleefden jullie de demonstraties?
Zahraa: ‘Door slechte leefomstandigheden, armoede en werkloosheid. Maar ook door wijdverspreide corruptie, het falen van het overheidsbestuur en hun onvermogen om aan de wensen van het volk te voldoen.’
Yasmin: ‘Voor mij persoonlijk was de reden dat ik de straat op ging het gebrek aan respect en de verbale en fysieke intimidatie die ik onderging als vrouwelijke werknemer in alle overheidsdiensten.’
Wat maakte je enthousiast of blij? Wat maakte je bang?
Rusul: ‘Aan het begin van de revolutie was het fantastisch om mensen op straat te zien en ik dacht echt dat we zouden winnen van de corruptie. Maar met het verstrijken van de dagen en het toegenomen geweld, moorden, ontvoeringen en misbruik, demonstranten die lichaamsdelen verloren, wist ik dat we nog een lange weg te gaan hebben om gerechtigheid te bereiken.’
Alaa: ‘De wil en de vastberadenheid van de jonge demonstranten, zowel mannen als vrouwen, en de samenwerking tussen hen maakte me gelukkig en enthousiast. Maar ik was bang voor het machtsvertoon van de militiess en anti-oproerkrachten, ze zouden me kunnen vermoorden of ontvoeren op weg naar huis.’
Zahraa: ‘In eerste instantie was ik trots om mensen te zien die onrecht afwezen en opstonden tegen een repressieve regering, maar de reactie van de regering en het gebruik van buitensporig geweld tegen demonstranten maakten me bang, omdat er veel vreedzame jonge demonstranten en activisten werden ontvoerd, gedood en de constante dreiging echt ondraaglijk was.’
Yasmin: ‘Ik ben echt bedroefd door alle offers die we moesten brengen om onze stem te laten horen. Ze probeerden mensen die hun rechten opeisten neer te zetten als bandieten, dieven, mensen met buitenlandse belangen en andere onzin, in plaats van tegemoet te komen aan de behoeftes van de demonstranten. De angst en strijd was nog groter voor vrouwen en meisjes, die willekeurig werden ontvoerd op hun weg naar huis. Toch heeft dat ze nooit tegengehouden om deel te nemen. Ik was blij met de aanwezigheid van de moeders wier zonen en dochters van gedachten veranderden, dat toonde de noodzaak om aanwezig te zijn op de pleinen. Wat me ook beviel was hoe vrouwen en meisjes zij aan zij met mannen liepen, die hen beschermden tegen het geweld van de autoriteiten.’
Hoe zie je de toekomst?
Rusul: ‘Ik hoop op gerechtigheid omdat de toekomstige generatie niet bang is en van intellectuele vrijheid houdt.’
Alaa: ‘De toekomst is ongewis, zeker door de corona pandemie, maar ik ben nog steeds optimistisch, ik heb het gevoel dat we zaken kunnen veranderen, dat we iets kunnen doen.
Yasmin: ‘Ik houd echte hoop. We hebben al een lange weg afgelegd, maar we hebben niet voor niets verliezen geleden. We zullen ervoor blijven strijden dat er wetgeving komt die huiselijk geweld in Irak strafbaar maakt.’
Lees de brief in het Nederlands
Read the letter in English
Read the letter in Arabic