Rechtbank eist meer bewijs van Nederland in Hawija-zaak 

Beeld: Roos Boer / PAX

17 januari 2024

Vandaag op 17 januari bracht de rechtbank Den Haag een tussenvonnis uit in de zaak die overlevenden van de luchtaanval op Hawija, Irak, hebben aangespannen tegen Nederland. De rechters lazen een kort statement voor waarin ze aangaven op dit moment nog geen eindoordeel te kunnen vellen in de rechtszaak bij gebrek aan bepaalde essentiële informatie. De rechtbank heeft de Staat nu opgedragen om deze informatie alsnog te leveren. 

PAX verwelkomt het duidelijke signaal dat de rechtbank hiermee aan de overheid afgeeft: als Nederland beweert rechtmatig te hebben gehandeld, moet het de informatie aanleveren die dit onderbouwt. Wij zien deze uitspraak als een bevestiging dat transparantie onontbeerlijk is om tot rechtvaardigheid te komen. Met name vanuit het oogpunt van mogelijke slachtoffers van militaire operaties is het onacceptabel en onwenselijk is dat veiligheidsactoren hun verantwoordelijkheid lijken te kunnen ontlopen door simpelweg te beweren dat ze het juiste hebben gedaan, zonder dat ze hierbij bewijs hoeven te leveren. We hopen daarom dat de Staat gehoor geeft aan de oproep van de rechtbank en eindelijk alle documenten beschikbaar stelt die nodig zijn om een compleet beeld te krijgen van de omstandigheden waarin is besloten tot de luchtaanval die uiteindelijk tot minstens 85 burgerdoden heeft geleid. Het tussenvonnis van vandaag moet ook als teken worden gezien dat Nederland bij toekomstige militaire operaties niet langer de verantwoordelijkheid op zijn bondgenoten kan afwentelen, maar volledige toegang moet hebben tot alle informatie die wordt gebruikt bij het bepalen van militaire doelen. 

Onaanvaardbaar risico

Dit tussenvonnis volgt op de zitting in oktober 2023 waarin Irakese overlevenden, bijgestaan door advocaten Liesbeth Zegveld en Thomas van der Sommen, compensatie eisten voor de schade die hen is berokkend. Diverse eisers waren toen aanwezig in de zaal, waarbij ze zichtbaar geëmotioneerd vertelden over hun ervaringen en waarbij enkelen foto’s toonden van hun verloren dierbaren. De advocaten beargumenteerden dat Nederland een onaanvaardbaar risico had genomen door de ISIS bommenfabriek aan te vallen, omdat het – zo redeneerden de advocaten – had kunnen of moeten weten dat een verwoestende secundaire explosie mogelijk zou zijn. Daarnaast wezen ze erop dat er toentertijd veel ontheemden in het doelwitgebied woonden en dat het gebied was omringd door woonwijken. Ook wilden de advocaten weten wat de Staat wist en had kunnen weten van deze omstandigheden voor het de luchtaanval accepteerde. 

De Staat verdedigde zijn handelen daarentegen door te benadrukken dat een Pattern of Life -analyse was uitgevoerd voorafgaand aan de luchtaanval en dat ook de Collateral Damage Estimate slechts een klein risico op schade aan een gebouw in de nabijheid van het doelwit uitwees. De Staat beargumenteerde echter ook dat het veel van de onderliggende documentatie niet kon leveren, omdat het veelal geclassificeerde informatie betreft die in het bezit is van de Amerikaanse bondgenoot.  

PAX staat achter de oproep om de relevante informatie vrij te geven, maar de rechtbank laat eerst andere rechters nog kijken naar de vraag of de Staat valide argumenten aandraagt om deze documenten niet of slechts deels over te dragen. Afhankelijk van de uitspraak hierin kan het eindoordeel in de rechtszaak ook gebaseerd zijn op een incompleet beeld van de omstandigheden waarin de luchtaanval is goedgekeurd en uitgevoerd. 

Een eerlijke reactie op burgerslachtoffers

Hoewel PAX de rechtszaak beschouwt als een belangrijke gebeurtenis voor de overlevenden en nabestaanden in Irak en voor de toekomst van Nederlandse militaire operaties en de manier waarop daarover verantwoording wordt afgelegd, vinden wij ook dat een eerlijke reactie op burgerslachtoffers niet zou moeten afhangen van de (on)rechtmatigheid van een militaire operatie. Met betrekking tot Hawija zou Nederland verantwoording voor de gevolgen van zijn handelen hebben moeten nemen, onafhankelijk van de vraag of het het juiste of wettelijke heeft gedaan of niet. Onderzoek door PAX, Al-Ghad en de Universiteit Utrecht heeft aangetoond dat de overlevenden van de luchtaanval twee dingen vooral willen: een publiek en betekenisvol excuus en individuele compensatie die mensen in staat stelt hun levens weer op te bouwen.  

Het is met name te danken aan het Nederlandse gebrek aan bereidheid om op betekenisvolle wijze de mensen in Hawija tegemoet te komen dat enkelen onder hen de Staat voor de rechter hebben gedaagd. Een nieuw, humaner burgerslachtofferbeleid kan voorkomen dat slachtoffers en nabestaanden ook in de toekomst nog deze moeilijke, juridische route moeten bewandelen.  

Steun ons vredeswerk en onze activiteiten

Word donateur van vredesorganisatie PAX of steun ons met een eenmalige bijdrage. Iedere gift is hard nodig en waarderen wij enorm. Bedankt!