Aker BP is er eerder van beschuldigd dat het de aandeelhouders van Lundin Energy helpt om weg te komen met het profiteren van oorlogsmisdaden. Een groep Zuid Soedanese en Europese organisaties hebben nu een formele klacht ingediend bij het Noorse Nationale Contactpunt omdat de overname van Lundin door Aker BP niet toegestaan is volgens de OECD Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen.
De organisaties zeggen dat Aker BP and Aker ASA hun plicht hebben verzaakt om rekening te houden met de mensenrechten omdat zij Lundin Energy te klein maken om de enorme schade te kunnen herstellen die het heeft veroorzaakt in Zuid Soedan. Zij menen dat Aker BP door de overname van de bezittingen van Lundin Energy ook zijn morele schulden heeft overgenomen.
Volgens het Zweedse Openbaar Ministerie is Lundin Energy onder andere medeplichtig geweest aan systematische grond- en luchtaanvallen op burgers, grootschalige vernie-tiging van bezit, en het gebruik van honger als oorlogswapen in Zuid-Soedan. Daarbij zijn naar schatting 12.000 mensen omgekomen. Lundin Energy heeft met de omstreden activiteiten in Zuid-Soedan een fortuin verdiend en het toont geen belangstelling voor de gevolgen ervan voor mensen.
De aandeelhouders van Aker BP and Lundin Energy – waaronder Achmea, APG, Robeco, ABP, en veel Nederlandse pensioenfondsen – hebben de transactie inmiddels goedgekeurd. Hiermee koppelen zij hun rijkdommen los van de oorlogsmisdaden die aan de basis staan van de waarde van hun aandelen.
Lees de formele klacht tegen Aker BP (In het Engels).
Lees de formele klacht tegen Aker ASA (In het Engels).
Voor achtergronden, zie zie www.unpaiddebt.org