Een goed gesprek onder één boom

21 januari 2013

De grote mitrailleur bij de ingang van het dorp maakt al veel duidelijk: hier voelen mensen zich niet veilig. Om het dorp heen staan de hutjes van de militairen die het moeten beschermen. Langs de weg hangen aan stokken magische linten die vijanden moeten afschrikken. En als we aanschuiven onder ‘de boom’ zijn daar naast de leiders en bewoners van het dorp ook de militair commandant van de regio met zijn officieren en de gouverneur aanwezig. Zo voelen de Dodoth die hier wonen zich veilig voor het gesprek met hun vijanden.

Hoe anders bij het dorp waar we hun vijanden ophaalden. In plaats van ver verscholen , lag dit dorp dicht aan de weg. Geen wapens en geen militairen te bekennen. Deze Jie stam voelt zich hier veilig. Het heeft vrede gesloten met de stam aan de andere kant van de grens in Kenia, en drijft daar nu uitgebreid handel mee. De zandweg tussen Oeganda en Kenia is dan ook vol met mannen en vrouwen die vee en andere zaken verhandelen. Zittend met hun leiders vertellen ze trots over wat de vrede hen allemaal gebracht had. Meer ruimte voor hun duizenden stuks vee zodat er voldoende gras en water is. Ze kunnen gaan vissen op plekken waar ze vroeger niet durfden te komen. Ze kunnen hun koeien en melk verkopen aan de andere stam en daarvoor hele grote stieren en geiten voor terugkopen. En er zijn geen grote overvallen meer waarbij vee wordt gestolen en stamleden gedood.

De Jie zouden graag ook vrede sluiten met de Dodoth maar deze zijn nog wantrouwig. Ze worden namelijk nog steeds overvallen en hun vee wordt nog steeds gestolen. Ze denken dat de Jie de dieven zijn, maar weten het niet zeker. ‘Onbekend maakt onbemind’, zegt de vredesbemiddelaar waarmee we deze dagen rondreizen. Hij heeft daarom gesuggereerd dat de twee stammen juist dichterbij elkaar gaan wonen; misschien zelfs op dezelfde plek hun vee gaan weiden. Dan leren ze elkaar kennen, kunnen ze elkaar in de gaten houden en helpen. Dat idee vonden beiden mooi, en ze hebben ervaren jonge mannen op pad gestuurd om gezamenlijk een goede plek te zoeken. Ze kwamen terug met goed nieuws: een plek vrijwel in het midden tussen hun dorpen met meer dan genoeg gras en water voor hen beiden. De leiders van de Jie gingen meteen akkoord. De belangrijkste leider van de Dodoth wilde bij nader inzien toch niet. En nu zijn de Jie en veel van zijn eigen stamleden boos.

Tijd dus voor een goed gesprek onder de boom. De leiders van de Jie hebben die afgezanten met ons meegestuurd, mannen die mee waren op de gezamenlijke zoektocht naar gras en water. Bij het zwaar beveiligde dorp schuiven we aan onder de boom. Na het ceremoniële welkom, neemt de leider van de Dodoth het woord. Hij benoemt alle bezwaren die hij ziet en schildert een somber beeld voor een gezamenlijke toekomst. Maar dan staat een andere leider van zijn stam op. Een oudere man maar sprekend met een krachtige stem. ‘Als ik kijk naar de stieren van de Jie’ zo zegt hij, ‘dan ben ik jaloers. Ze zijn sterk en vet en zorgen voor veel kalveren’. De vredesbemiddelaar neemt het woord. ‘Je hebt gelijk dat je jaloers bent. Ze hebben meer gras en water en kunnen handelen. Als jullie de moed hebben om met hen samen te werken, heb je dat ook. Veedieven maken juist gebruik van jullie angst en willen jullie uit elkaar houden want samen met de Jie zouden jullie sterker zijn. En als er dan vee gestolen wordt, weten we dat het de dieven zijn en niet de Jie’. Dan staat de legercommandant op. ‘Ik weet dat jullie willen dat wij jullie beschermen. Dat doen we ook. Maar onze veiligheid is er een van wapens, de echte veiligheid komt vanuit jullie vertrouwen en moed. Ga samen en wij zullen jullie samen beschermen’. Vervolgens neemt een van de vijanden het woord. ‘Wij hebben ontdekt wat de vrede met de andere stam ons gebracht heeft. We zijn blij dat ze ons overtuigd hebben en onze leiders zo wijs waren voor vrede te kiezen. Nu hoeven we niet meer te vechten en te rennen met ons vee maar kunnen we steeds weer op zoek naar nieuw gras en water en jullie hebben gelijk, het gaat ons goed. Vertel ons, we hebben toch samen het groene gras en voldoende water gevonden voor al onze koeien? En als het op is gaan we niet meer tegen elkaar vechten om maar gaan we samen op zoek naar nieuw water.’

Nu ontstaat er rumoer en gaan de Jie met elkaar in discussie. De oude man staat weer op. ‘Laten we gaan, wie is ervoor om te gaan!’. De dorpsleider is duidelijk niet blij, maar het enthousiaste applaus van vele van zijn stamleden. Ze stemmen en de aanhangers van de oude man winnen de stemming. Ze willen samen gaan en nog wel deze week, voordat de droogte erger wordt en de strijd misschien weer op laait.

De vredesbemiddelaar zal nog wel een paar keer moeten komen en of het echt gaat gebeuren valt nog te bezien, maar de kans is groot. Want er zijn over de afgelopen jaren al veel van deze gezamenlijke dorpen ontstaan en langzaamaan neemt het geweld af. Nog is er veel te doen want net als deze stam zijn er nog meer in grensgebied die elkaar niet vertrouwen. Op onze tocht van Uganda naar Kenia en Zuid Soedan, zullen we er nog meer tegenkomen. Een tocht in de spanning van vertrouwen en wantrouwen, vrede en vechten, koeien en kalashinikovs.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief