De verleiding van gewapende drones

1 maart 2013

Het lijkt de droom van elke moderne politicus te zijn: het inzetten van wapens tegen dreigingen van ‘terroristen/opstandelingen/gewapende groepen’ (doorhalen wat niet van toepassing is) zonder dat de eigen troepen risico lopen.

Door Wim Zwijnenburg

Nieuwkomer in het rijtje dromende regeringen is Duitsland, dat onlangs de aanschaf van bewapende drones aankondigde. Daarnaast is Italië  druk bezig om bewapende versies van Predator drones te kopen, zet het Verenigd Koninkrijk  haar bewapende Reaper drones al in Afghanistan in en heeft ook Nederland aangegeven vier grote onbemande vliegtuigen te willen kopen en houdt de optie open om deze op termijn te bewapenen. In reactie op kritiek op de inzet van bewapende drones heeft minister Timmermans van Buitenlandse Zaken opdracht gegeven aan de  Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) om onderzoek te doen naar de juridische vragen rondom inzet van gewapende drones.

De voordelen van drones worden echter schromelijk over- en de consequenties van het gebruik van deze onbemande vliegtuigen ónderschat.
Voorstanders roemen  het  vermeende vermogen van  drones om meer en kwalitatief betere informatie te vergaren. Op basis van deze informatie zouden militairen preciezere aanvallen kunnen plegen met minder risico voor burgers.  Drones geven echter maar beperkte informatie.  Zij leveren voornamelijk  ‘signal intelligence’: het onderscheppen van radioverkeer en het monitoren van verdachten via camera’s en sensoren. Tijdens aanvallen door de CIA in Pakistan zijn veel fouten gemaakt. Het gebrek aan betrouwbare  informatie van bronnen op de grond droeg bij aan willekeur aangaande legitieme doelwitten. Gevolg: elke verdachte (gewapende) volwassen man werd als een legitiem doelwit gezien en mocht worden aangevallen. Het grote aantal burgerslachtoffers als gevolg van deze keuze draagt juist bij aan weerstand tegen de VS en toenemende vijandelijkheid in Pakistan zelf. Ook vergroot het de angst voor rondcirkelende drones onder burgers, die niet weten wanneer de volgende explosie zal plaatsvinden. Het verschil tussen ‘error’ en ‘terror’ wordt daarmee kleiner.

Foutmarge
Daarnaast zouden drones veel preciezer kunnen aanvallen en minder ‘collateral damage’ of, in minder verbloemde taal, de dood van onschuldige burgers, opleveren.  Maar ook bij inzet van drones blijven wapens een foutmarge geven, waardoor afwijkingen optreden en raketten hun doel missen. Bovendien: ook al zou een wapen technisch wel heel nauwkeurig zijn,  dan nog blijft informatie vanaf de grond  heel belangrijk. Ook al is je raket nog zo precies: als de informatie onjuist is, worden  onschuldige burgers gedood. En juist de precisie maakt de technologie verleidelijk: waar je voorheen slechts driedoelwitten in een stad kon aanvallen door gebrek aan precisie, kunnen landen  nu hun peilen op 300 plekken richten. De foutmarge blijft grotendeels hetzelfde, met alle  gevolgen van dien.

Fetisj voor geavanceerde technologie
Tot slot het politieke argument. Abram Maslov schreef ooit: “Als je alleen maar een hamer hebt, ziet elk probleem er uit als een spijker.” In het debat in de Tweede kamer werd door de PVV al geopperd dat bewapende drones moeten worden ingezet tegen Al-Shahaab in Somalië. Dezelfde geluiden klinken ook over de leider van Hezbollah en de president van Iran.  De huidige conflicten  zijn complex, diffuus en kennen geen gemakkelijke oplossing. Maar toch bestaat er een politieke urgentie om ’iets’te doen. En wat is nu gemakkelijker dan het inzetten van robots? De fetisj van Westerse regeringen voor geavanceerde technologie lijkt grotere vormen aan te nemen. Zo kunnen ze immers oorlog  voeren zonder eigen slachtoffers. Met bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking en een veranderende  rol van de krijgsmacht beperken we inzet op duurzame en lokale oplossingen in conflictlanden zelf.

Achter veel conflicten aan bovendien zeer complexe problemen schuil. Het simpelweg vermoorden van een leider haalt het conflict niet uit een land. Sterker nog, dit lijkt alleen maar te groeien. De inzet van deze wapens in dergelijke ingewikkelde conflicten zet bovendien ook een deur open voor andere staten om naar hetzelfde middel te grijpen. Wat als China besluit een dissent om zeep te helpen. Of Rusland? Of Iran? De drempel om gewapend geweld te gebruiken lijkt met deze verleidelijke technologie alleen maar lager te worden.

Doekje voor het bloeden
Aanschaf en inzet van deze wapens moeten daarom niet alleen bekeken worden vanuit juridisch kader,  zoals het CAVV gaat doen. Een politicus met toekomstvisie moet  verder durven te kijken dan een strikte juridische interpretatie en de consequenties overzien op lange termijn:  veranderende  machtsverhoudingen in de wereld en bijkomende internationale spanningen, een nieuwe mogelijke wapenwedloop in militaire robots en mogelijke escalatie en ‘boomerang effecten’ van het gebruik van gewapend geweld door middel van drones.  Vrede en veiligheid kun je er niet in slaan, dat vereist een gewogen inschatting, geduld en constructieve oplossingen. Dus laat Nederland vooral pas op de plaats maken als het gaan om aanschaf van gewapende drones, en komen met een duurzame visie op conflict bestrijding en deze internationaal uitdragen. Drones blijven een doekje voor het bloeden, geen hechting van de wond.

Dit artikel is als opiniestuk gepubliceerd in het Leidsch Dagblad, Haarlems Dagblad en Noord-Hollands Dagblad.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief