In Den Haag heerst onrust over Nederlandse steun aan gematigde Syrische groepen die betrokken blijken bij schendingen van mensenrechten en humanitair oorlogsrecht. Dat is terecht. Maar in de provincie Idlib hebben 2,5 miljoen burgers wel iets anders aan hun hoofd. Ze vrezen een bloedbad zodra Syrische en Iraanse troepen met Russische luchtsteun het laatste offensief in Syrië inzetten. Ze staan met hun rug tegen een gesloten Turkse grens. Ze kunnen geen kant op.
Ahmed is een partner van PAX. Hij is een poppenspeler in Saraqeb in de provincie Idlib en één van die burgers. “We horen dat Rusland, Turkije en Iran besluiten wat er met ons gaat gebeuren. We hebben het idee dat de wereld niet weet wat hier aan de hand is.” Onder de burgers in Idlib bevinden zich ook 60.000 gewapende opstandelingen. Dat zich hieronder 12.000 met Al Qaida geaffilieerde extremisten bevinden, vormt een immense complicatie.
Wat ooit begon als een geweldloze opstand tegen dictator Assad is uitgelopen op een humanitair en politiek drama van groteske omvang. Burgers in Idlib, waaronder velen die eerder uit belegerde steden als Aleppo moesten vluchten, weten na zeven jaar oorlog dat ze weinig van de wereld hebben te verwachten. Ook niet van Nederland. “Een militaire overwinning van Assad is inmiddels imminent” schreven de betrokken ministers gelaten aan de Tweede Kamer. Zij beëindigen de Nederlandse steun aan de oppositie.
Dit besluit is deels onvermijdelijk en komt mede voort uit risicomijdende reflexen. De gedurfde niet-letale steun [steun die gebruikt kan worden om mensen te doden] aan de gematigde oppositie lijkt te zijn ontspoord. Nederland steunde groepen die niet alleen fanatiek ISIS en het regime van Assad bevochten, maar even fanatiek de mensenrechten van burgers aan hun niet-letale laarzen lapten. Dat was nooit de bedoeling, dat mag niet gebeuren en er moet uitgezocht worden hoe dit kon gebeuren.
Toch waren er goede redenen voor steun aan de Syrische oppositie. De Nederlandse regering wilde tegenwicht bieden aan het onderdrukken en uitmoorden van de bevolking door Assad. De steun was ook een poging om te voorkomen dat de Syrische oppositie totaal afhankelijk zouden worden van islamitische fundamentalistische financiers met een geheel eigen agenda.
Het is kwalijk dat er onvoldoende waarborgen geweest zijn om te voorkomen dat Nederland mogelijk bijgedragen heeft aan schendingen van mensenrechten en humanitair oorlogsrecht. Maar het zou ook kwalijk zijn als dit er toe leidt dat de Nederlandse regering er voortaan voor kiest om met zelfverklaarde machteloosheid toe te kijken bij conflicten waarin dictators als Assad op grote schaal oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid begaan.
Het is wrang om te lezen dat de regering vooruitlopend op de overwinning van Assad ook de steun beëindigt aan de Witte Helmen [de vrijwillige puinruimers van de oorlog in Syrië die proberen te redden wat er te redden valt]. Omdat de organisatie in oorlogsomstandigheden worstelde met de monitoring van hun werk en donoren hun steun niet op elkaar afstemden. De Witte Helmen zijn ook actief in Idlib. Ze zetten zich schrap voor een offensief. Opnieuw zullen zij levens redden, maar na 1 januari zonder steun van Nederland.
Daarnaast is het wrang dat Nederland ook de steun aan gematigd lokaal bestuur intrekt. Dat signaal zou de positie van radicale groeperingen in Idlib kunnen versterken, juist nu Turkije en Rusland onderhandelen over demilitarisering van Idlib. De humanitaire tragedie in Idlib lijkt even uitgesteld. Maar de duur van deze adempauze is afhankelijk van de bereidheid van gewapende opstandelingen om hun zware wapens in te leveren en van het vertrek van extremisten uit de provincie.
Mocht het onverhoopt tot een offensief komen dan is de opdracht voor de internationale gemeenschap pijnlijk eenvoudig. Dan moeten de grenzen voor oorlogsvluchtelingen open. Dan moet de steun voor opvang in de regio drastisch toenemen. Dan moeten Europese landen helpen bij het hervestigen van vluchtelingen. Maar velen vrezen dat de internationale gemeenschap opnieuw zal falen. Dat pijnlijke besef is ook bij mensen als Ahmed en de 2,5 miljoen andere burgers in Idlib doorgedrongen.
Het is begrijpelijk dat de Nederlandse regering ijlings haar handen aftrekt van de steun aan groeperingen die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen. Maar burgers die in Idlib in de val zitten, zullen het intrekken van de steun aan de Witte Helmen heel anders ervaren. De afgelopen dagen zagen we beelden van kinderen in Idlib met gasmaskers gemaakt van kartonnen bekers en plastic zakken. Wat is de afstand tussen Den Haag en Idlib groot.
In politiek Den Haag moet het de komende weken daarom niet alleen gaan over de vraag wat er is misgegaan. Want in Idlib voltrekt zich straks mogelijk een humanitaire nachtmerrie. Nederland is welhaast moreel verplicht om de steun aan Syrische mensenrechtenorganisaties en VN-onderzoeksinstellingen die oorlogsmisdaden documenteren te verruimen. Nederland zou veel meer Syrische slachtoffers van oorlogsmisdaden, belegering en uithongering moeten helpen bij het opbouwen van een nieuwe toekomst.
En zou Nederland de steun aan de Witte Helmen niet moeten voortzetten, zodat zij ook na 1 januari levens in Idlib kunnen redden? Dat zou een welkom signaal zijn dat Nederland zich blijft engageren met burgers in Syrië.