Het is maandagochtend 31 oktober en voor de zoveelste keer gaat overal in Oekraïne het luchtalarm af. De afgelopen weken nemen Oekraïners het luchtalarm weer serieuzer, want het aantal raket- en droneaanvallen is enorm gestegen. Ik heb de ‘luchtalarm-app’ op mijn mobiel staan en zie een melding verschijnen. Op twitter verschijnen kort daarop de eerste berichten: er zijn raketten afgevuurd en onderweg naar Oekraïense steden. Snel volgen meldingen van explosies: luchtafweer heeft een groot aantal raketten onderschept! Maar ik ziek ook berichten binnen van explosies bij ‘kritieke infrastructuur’. De uitval van elektriciteit, watervoorziening en mobiel netwerk in verschillende steden.
Hoi, hoe is het?
Ik denk gelijk terug aan drie weken geleden. 10 oktober begon mijn week vakantie, maar een rustige ochtend werd het absoluut niet. Er vindt een grootschalige Russische aanval plaats op steden in heel Oekraïne. In plaats van te ontbijten, stuur ik berichten naar onze partners en andere vrienden in Oekraïne: ‘Hoi, hoe is het?’ Het is de meest gestelde vraag in Oekraïne nu, en heeft een hele diepe betekenis gekregen. Het is een vraag over de kern van het bestaan in oorlog: ben je in leven, ben je veilig?
Gelukkig reageren de meesten snel op mijn vraag: ‘ik ben oké’, is het meest gegeven antwoord, maar mensen geven aan geschrokken en bang te zijn. Daarnaast zijn ze vastberaden. Vanuit de schuilkelders doneren ze massaal geld voor onder andere drones voor het Oekraïense leger. De overtuiging dat ze zullen afrekenen met deze boze buren die burgers terroriseren, is alleen maar sterker geworden. Trots melden ze hoeveel raketten en drones er onderschept zijn. Desondanks treft een deel doel. De gevolgen zijn te merken: schade aan gebouwen, aan belangrijke infrastructuur zoals het elektriciteitsnet. Dode en gewonde mensen. Oekraïense overheidsinstanties werken keihard aan herstel zodra de impact bekend is. En ze zijn behoorlijk succesvol: de meeste huishoudens zijn binnen 24 uur weer voorzien van stroom, water en gas.
De dagen en weken daarna gaan de aanvallen door, en komt de levering van die basisvoorzieningen in het hele land onder druk te staan. Het resultaat: geen straatverlichting. De overheid vraagt zo zuinig mogelijk stroom te gebruiken. Oekraïners zitten niet bij de pakken neer. Op de donkere straten vieren ze het weekend ’s avonds uitbundig met straatmuzikanten en volle cafés. Op sociale media delen ze tips over hoe je op een kaars in je magnetron een ei kan bakken of met plantaardige olie en veters een kaars kunt maken.
Na het luchtalarm gaan we naar kantoor
Maandagochtend 31 oktober. Weer luchtalarm. Weer tientallen raketten op Oekraïense steden. Explosies in een verschillende regio’s. ‘Hoe is het?’ vraag ik en het antwoord komt snel. ‘Hier alles oké, geen water en stroom, maar we zitten in de schuilkelder en maken camouflagenetten voor het leger. Als het luchtalarm straks voorbij is, gaan we door naar kantoor.’
De kracht en weerbaarheid van mijn Oekraïense vrienden maakt indruk en inspireert mij om door te gaan op moeilijke momenten. Het leven in vrije democratie, waar mensen(rechten) gerespecteerd en beschermd worden, dat is iets om offers voor te maken. Ik wil niet leven in een wereld waarin het normaal is om een ander in het donker, in de kou te zetten, om zo een ander jouw wil op te leggen.
Daarom blijf ik me inzetten voor onze moedige partners, om een wereld waarin geen plaats is voor chantage met hongersnood of kernwapens, dichterbij te brengen.
Marieke Droogsma, Project Officer Oost Europa