Heleen Zwart

Heleen Zwart

In juni 2022 ontving PAX een legaat van Heleen Zwart ( (Poerwodadi, 1929). Een fantastisch gebaar waar PAX zeer dankbaar voor is. Ons vredeswerk wordt mogelijk gemaakt door mensen als Heleen.  Heleen Zwart werd op 10 augustus 1929 geboren in Poerwodadi, een klein provinciestadje op midden-Java.   Ze vertelde als één van de laatste Nederlandse ooggetuigen over het leven in de kolonie aan Frank Vermeulen van NRC.

‘Een van mijn eerste herinneringen dateert van 1934, toen we in Tjepoe woonden, dat ligt in het oosten van Midden-Java. Mijn vader was bosbouwkundig ingenieur. Hij zit in zijn djas toetoep, het witte tropenuniform dat de Hollanders daar droegen, in een wijde rieten stoel. Ik zit links tegen hem aangeleund en mijn twee jaar jongere broertje aan de rechterkant. Hij leest ons met een sonore stem en een rollende r voor uit een boekje van Beatrix Potter over Peter Rabbit.  

De capitulatie van Nederlands-Indië

We verhuisden in 1937 naar Buitenzorg, waar mijn vader ging werken op het hoofdkantoor van het Boswezen. Ons gezin telde inmiddels vijf kinderen. Ik was het derde kind. Ik ging naar de katholieke meisjesschool van de zusters Ursulinen. Ze hadden ook een kostschool voor Chinese meisjes. Maar daar hadden we helemaal geen contact mee.  

We hadden een groepje blanke meisjes, en een groepje meer of minder gekleurde meisjes. Achteraf zeg ik wel dat er een beetje discriminatie was. Als kind begrijp je dat niet.  

Op 8 maart 1942 capituleerde Nederlands-Indië, de scholen werden meteen gesloten. Mijn vader ging naar het burgergevangenenkamp. We hebben hem daar nog één keer mogen opzoeken. Maar dat was een uurtje, met moeder en vijf kinderen, dus ik kan alleen maar zeggen dat ik hem toen voor het laatst gezien heb. Hij is op 22 februari 1945 overleden in Tjimahi. Aan ondervoeding en dysenterie.  

Japanse gewoonte  

Dat hoorden wij in mei 1945. Inmiddels waren mijn jongste broertje en mijn oudste zus aan ontberingen en ziekte overleden. We zaten in het Tjidengkamp in Batavia. Toen kwam er dus dat bericht uit Tjimahi dat hij was overleden. En er zat een pakje bij die brief van Japans krantenpapier met een touwtje eromheen. Mijn andere zus moest de boodschap overbrengen. En ze zei: ‘Mam, je moet sterk zijn.’ En toen vertelde ze het. We zaten allebei aan een kant van haar op het matras. Mijn moeder kon niet huilen. Op een gegeven moment begon ze allerlei klanken uit te stoten. En ze eindigde in een schaterlach. Die werd onderbroken omdat mijn zus haar een klap in het gezicht gaf. Vreselijk. In dat pakje zaten haarlokken van mijn vader en afknipte nagels. Dat was een Japanse gewoonte. Zijn bril zat erin, zijn scheerapparaat en een band voor om de arm, die we moesten dragen, met een gevangenisnummer. Misschien zat ook zijn trouwring erbij.  

In december 1945 zijn we gerepatrieerd. Ik ging in februari 1946 naar school in Laren. De kinderen vroegen hoe het was in Nederlands-Indië. Maar toen ik iets vertelde, zeiden ze dat het hier veel erger was geweest met de hongerwinter en de Duitsers. Nou, toen zei ik maar niets meer.’

Neef Bart Zwart

“Werken aan de Vrede was een belangrijk leitmotiv in het leven van mijn tante.  Mogelijk onder invloed van haar eigen ervaringen onder de Japanse bezetting. Mijn tante Heleen was zeer maatschappelijk betrokken en decennialang donateur van PAX. Na haar tijd in Indonesië volgde ze in Nederland een beroepsopleiding tot medisch analist in Leiden. En werkte als hoofdanaliste in universitaire ziekenhuizen in Nijmegen en Rotterdam en als docent medische chemie/biologie. Met een legaat voor PAX geeft zij vrede door. “  

Bronvermelding: NRC Media, Frank Vermeulen, 23 juni 2021  

Schrijf je in voor de nieuwsbrief