Stage lopen bij de persvoorlichters van PAX betekent dat het nieuws ineens een andere lading kan krijgen. Lees je normaal gesproken in de krant over een bomaanslag in Syrië, dan lees je het met een bepaalde afstand. “Dat gebeurt ver weg, daar kunnen we hier toch niets aan doen” denkt je brein, om jezelf tegen alle narigheid in de wereld te beschermen. Je staat er even bij stil, soms iets langer, maar uiteindelijk blijft het een gebeurtenis ver weg, met mensen die je niet kent.
Met PAX op de achtergrond werd dat voor mij echter gelijk een ander verhaal. Doordat PAX werkzaam is in onder andere Syrië en er ook partners heeft, mensen met namen en gezichten, werd dit nieuws plots tastbaarder. Hoewel nog steeds ver weg, kreeg het meer betekenis. Gedetailleerde informatie, die mij in andere gevallen niet zou hebben bereikt, kwam in dit geval mijn mail binnen in de vorm van een blog die ik moest redigeren. Het was goed om te merken dat de medewerkers van PAX echt bezorgd zijn om zulke gebeurtenissen, in tegenstelling tot de gemiddelde reactie op zulk soort nieuwsberichten: “we kunnen er toch niets aan doen”.
Ik heb gezien dat je wél iets kan doen, ook vanuit Nederland. Al is het maar in de vorm van het nieuws onder de aandacht brengen. Als er iets belangrijks is dat ik heb geleerd tijdens mijn stage op de communicatieafdeling van PAX, is het de kracht van de media. Media kunnen door druk uit te oefenen op de publieke opinie en op de politiek, daadwerkelijk een beweging in gang zetten. Hetzelfde geldt voor de kracht van brieven schrijven, zoals PAX vaak haar achterban vraagt te doen door middel van action alerts.
Verbonden via het internet
De afgelopen vier maanden tijdens mijn stage op het hoofdkantoor van PAX in Utrecht begonnen mijn dagen telkens met het doorlichten van het nieuws, zodat ik hiervan een overzicht kon maken. En ik voelde me een stuk meer betrokken bij wat ik las. Toen Trump zijn beslissing maakte over het benoemen van Jeruzalem als hoofdstad van Israël, hield ik mijn hart vast. Toen bekend werd dat de Nobelprijs voor de Vrede naar ICAN ging, waar PAX deel van uit maakt, juichte het hele kantoor. Toen het Irakese leger Kirkuk had ingenomen, luisterde ik de volgende dag in een vergadering naar de trillende stem van een Koerdische vrouw, wiens situatie opnieuw in onzekerheid was gebracht.
Ja, er gaat van alles mis in de wereld. Maar tijdens mijn stage heb ik gezien hoe verbonden we dankzij het internet met elkaar kunnen zijn. Het is nu mogelijk om te skypen met iemand in Kirkuk, een halve dag nadat het ingenomen is, en zo gelijk informatie te verkrijgen. Zo zijn we als organisatie en als mensen niet afhankelijk van journalisten, die niet altijd aanwezig zijn in onrustig gebied. Hoewel een persoonlijk verhaal geen objectieve waarneming is, heeft het ook een meerwaarde om de situatie vanuit het perspectief van een betrokkene te kunnen zien en begrijpen. De gebeurtenissen krijgen zo een menselijk gezicht.
Andersom is het ook mogelijk voor ons in Nederland om mensen in bezet gebied een hart onder de riem te steken. Ik was geraakt bij het zien van alle kerstboodschappen die door onze Nederlandse achterban aan de bevolking van Oost-Ghouta in Syrië gestuurd werden. Ik vertaalde allerlei bemoedigende, begripvolle berichten van het Nederlands naar het Engels, en tijdens het vertalen kreeg ik pas echt goed een gevoel bij wat er in Ghouta aan de hand was. De getroffenen in het bezette gebied, waar van alles te weinig aanwezig is, zijn hier in praktisch opzicht nog geen stap mee verder. Maar de menselijke meelevendheid die uit de berichten sprak, was veel waard. Daarnaast kon PAX als organisatie ook aandacht vragen van de Nederlandse overheid en op die manier meer betekenen.
Ik denk aan je
Hoewel het lang niet altijd zo lijkt, zitten we allemaal in één schuitje. Wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt, heeft op lange of korte termijn ook effect op ons. Zonder oorlog in Syrië zouden er nu een stuk minder Syriërs in Nederland wonen, bijvoorbeeld. En door stage te lopen bij het activistische PAX ben ik gaan denken dat die verbondenheid ons misschien ook een verantwoordelijkheid geeft. Namelijk de verantwoordelijkheid om niet te snel over het nieuws te gaan en te denken dat “we er toch niets aan kunnen doen”, maar in plaats daarvan te kijken wat ik wél kan doen. Al is het maar een simpele mail versturen naar de andere kant van de wereld, waarin staat: ‘ik denk aan je’.