Afgelopen zondag vierden we de val van de Berlijnse Muur en het einde van de Koude Oorlog, inmiddels alweer vijfentwintig jaar geleden. Opnieuw zagen we die historische beelden op tv, van de massa’s die in 1989 in beweging kwamen in de Warschaupactlanden. We zagen Reagan en Gorbatsjov en natuurlijk ook Vaclav Havel, de dissident van Charta 77, die in december 1989 president werd van Tsjechoslowakije.
Het volgende item op tv, het volgende artikel in de krant gaat dan weer over die uitzichtloze oorlog in Syrië. De gevoelens van machteloosheid van nu lijken sterk op hoe velen zich voelden tijdens de Koude Oorlog. Zoals we nu geen uitweg zien uit de crisis in Syrië en Irak, leefde vóór de val van de Muur het idee dat we de tweedeling van Europa nooit zouden overwinnen. Maar toch viel de Muur. We moeten de vraag stellen of we daaruit wel de juiste lessen getrokken hebben.
Enkele weken terug waren op uitnodiging van PAX (voorheen IKV en Pax Christi) twee interessante mensen in Nederland. Jacek Czaputowicz richtte dertig jaar geleden in Warschau de onafhankelijke vredesgroep Wolnosc i Pokoj (Vrijheid en Vrede) op en speelde een paar jaar later een belangrijke rol bij de democratische hervormingen in Polen. Marcell Shehwaro, mensenrechtenactiviste uit het Syrische Aleppo, runt nu samen met vrienden negen scholen in het bevrijde deel van Aleppo. Scholen waar jongens èn meisjes welkom zijn, en waar niet de jihad of de verheerlijking van geweld centraal staat, maar mensenrechten – naast rekenen en taal. Jacek, die in de jaren tachtig twee maal langere tijd in de gevangenis zat, benadrukte hoe belangrijk voor hem en de andere Poolse activisten de contacten met het IKV en de andere West-Europese vredesgroepen waren geweest. Zij voelden zich daardoor begrepen en gesteund. In deze contacten ontstond ook een gedeelde visie op een ongedeeld Europa. Marcell gaf aan hoe moeilijk het voor haar en andere activisten is om trouw te blijven aan de idealen van de Syrische revolutie: democratie, mensenrechten en gelijke rechten. ‘Er zijn momenten van grote twijfel en soms zou je, als je een geweer had, mensen te lijf willen gaan.’
Kun je Kobani redden uit de handen van ISIS met schooltjes in Aleppo? Kun je met een onafhankelijk radiostation in Saraqeb de helikopters van Assad – die overigens nog steeds voor veel meer doden zorgen dan de strijders van ISIS – tegenhouden? Nee, niet op de korte termijn. Maar laten we de vraag met het oog op de toekomst eens anders formuleren: is er überhaupt enige hoop op een vreedzaam democratisch Syrië als degenen die zich in dat land nu inzetten voor tolerantie, burgerschap en mensenrechten hun strijd moeten staken? Nee, natuurlijk niet. Want uiteindelijk zijn het toch vooral deze burgers en activisten die in Syrië – als de wapens eenmaal zwijgen – de democratie moeten organiseren. Van binnenuit. Democratie immers is niet iets wat je van buitenaf kunt opleggen.
Eén van de belangrijkste lessen van de val van de Berlijnse Muur is toch dat het kleine groepen zijn, zoals Charta 77, die onder zeer moeilijke omstandigheden blijven knokken voor mensenrechten en daarmee uiteindelijk succes boeken en structurele hervormingen in gang zetten. Gaat dat Marcell en de activisten in Syrië ook lukken? Garanties kun je niet geven, maar als zij het bijltje erbij neergooien zullen ook militaire interventies het verschil niet kunnen maken. Dan is Syrië pas echt verloren.
We kunnen laten zien dat we die ene belangrijke les van de val van de Muur geleerd hebben: de kracht van burgers. Laten we na het feest van de val van de Berlijnse Muur 25 jaar geleden, dat we zondag uitbundig vierden, vandaag met alle kracht die in ons is de burgeractivisten in Syrië steunen!