Een groeiende groep van experts en voormalige VN medewerkers drukt haar zorgen uit over een onderzoek naar de toename van geboorteafwijkingen in Irak. Op 11 september publiceerde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een voorlopige samenvatting van het onderzoek naar de mogelijke toename van geboorteafwijkingen in Irak. Verwacht werd dat er een toename zou worden geconstateerd na uitspraken in maart door een hoge ambtenaar van het Irakese Ministerie van Gezondheid. De ambtenaar sprak van een duidelijk stijging van geboorteafwijkingen en bracht het in verband met blootstelling aan giftige oorlogsresten, zoals verarmd uranium, in gebieden waar intensief gevochten was. Door toenemende zorgen onder Irakese burgers en artsen over de stijging van geboorteafwijkingen na twee Golfoorlogen en jaren van economische sancties werd het onderzoek in 2012 gestart door de WHO en het Irakese Ministerie van Gezondheid in 2012.
Door Wim Zwijnenburg
Echter, de tussentijdse conclusie uit september laat zien dat het aantal geboorteafwijkingen vergelijkbaar is met die in Europa. In gebieden waar intensief is gevochten, zoals Fallujah en Basra, liggen de cijfers zelfs veel lager. Zeer opmerkelijk, aangezien dit in sterke tegenspraak is met cijfers uit de ziekenhuizen zoals die gerapporteerd worden door Irakese artsen en in de eerdere uitspraken van de genoemde functionaris van het Ministerie van Gezondheid. Deze artsen zijn kritisch over de transparantie en de methodologie van het onderzoek en roepen op tot open publicatie van de onderzoeksgegevens. Hun oproep heeft tot nu al meer dan 53.000 handtekeningen opgehaald. Het WHO onderzoek maakt gebruik van interviews in huishoudens en tracht zo te achterhalen hoe vaak geboorteafwijkingen voorkwamen in de afgelopen 15 jaar op basis van ervaringen. Rapportages uit ziekenhuizen, welke een meer betrouwbare analyse zouden geven, zijn echter niet meegenomen in het onderzoek.
Belangen van staten
Ook internationaal is er steeds meer kritiek op het onderzoek en de gebruikte methodologie. Deze week sprak de voormalige directeur van de WHO in Irak, Neel Mani zich uit in de Hufftington Post en bevestigde dat de WHO tegenwerking kreeg van leden van de Veiligheidsraad in 2002. De tegenwerking ontstond toen er een voorstel lag om onderzoek te doen naar de gevolgen van het gebruik van verarmd uranium en de groeiende zorgen van Irakese burgers en artsen over de toename van geboorteafwijkingen in het zuiden van Irak. Neel Mani is bezorgd dat onafhankelijk onderzoek gepolitiseerd wordt door belangen van Staten die invloed uitoefenen op de WHO middels toewijzingen van budgetten.
Twijfel transparantie en methodologie
Dr. Keith Baverstock, een expert op het gebied van straling en gezondheid die 13 jaar voor de WHO werkte, is ook erg kritisch over het voorlopige resultaat van het onderzoek. Volgens hem kan men niet spreken over een wetenschappelijk onderzoek en zou het geen enkele gedegen wetenschappelijk peer review proces doorstaan.
De WHO lijkt zichzelf ook meer te distantiëren van het onderzoek. Ze waren betrokken bij het plannen, het ontwerpen en analyseren van de studie, maar de gepubliceerde samenvatting op de website van de WHO, waar geen auteurs in worden vermeld, geeft de schijn dat de gehele verantwoordelijkheid bij het Irakese Ministerie van Gezondheid is komen te liggen. Toen de WHO benaderd werd door het gerenommeerde Britse medische tijdschrift The Lancet, die vragen had over de studie, reageerde het hoofd van de WHO in Irak behoedzaam en zei dat de gebruikte methodes wereldwijd in aanzien stonden. Internationale expert hadden een intensieve peer review gedaan, maar de studie liet nog ruimte open voor verdere gedetailleerde analyse. Echter, toen de Lancet deze experts benaderde, verklaarden zij alleen een anderhalf uur durende presentatie te hebben bijgewoond en wat commentaar geleverd hadden. Ook andere geconsulteerde experts hebben zo hun twijfels bij de gebruikte methodologie, aldus de Lancet.
De voormalige assistent van de secretaris generaal van de VN in Irak, Hans von Sponeck neemt het onderzoek onder vuur in The Guardian. Hij stelt dat de beknoptheid van het onderzoek onacceptabel is. Volgens hem verwachtte iedereen een gedegen, professioneel wetenschappelijke publicatie, met nauwkeurig onderzochte en verifieerbare empirische data. Ondanks dat hij voorzichtig is met conclusies te trekken, vindt hij dat de WHO niet verbaasd moet zijn als mensen vragen beginnen stellen over de mogelijke druk van Staten op de WHO aangaande de onderzoeksresultaten.
De gevolgen van verarmd uranium op mens en milieu
Kortom, de huidige resultaten over het onderzoek lijken niks toe te voegen aan een beter begrip over de toename van geboorteafwijkingen. Het toont vooral het gebrek aan een rigide en transparante aanpak van deze problematiek in Irak, wat alleen maar leidt tot meer frustratie bij Irakese artsen en burgers, die zich niet serieus genomen voelen.
IKV Pax Christi publiceerde dit voorjaar hun onderzoek naar het gebruik van verarmd uranium in Irak. Verarmd uranium, dat veelvuldig in de Golfoorlog door de Verenigde Staten en Groot Brittanie gebruikt werd, wordt gezien als een van de mogelijke oorzaken van de geboorteafwijkingen. In totaal is 440.000 kg afgevuurd in beide Golfoorlogen, waarvan een aanzienlijk deel ook in dichtbevolkte gebieden terecht kwam, met name in het zuiden van Irak. Weinig is bekend over de precieze locatie waar het ingezet is, wat opruimwerkzaamheden van dit giftige en radioactieve zware metaal bemoeilijkt. Daarom pleit IKV Pax Christi voor een verbod op verarmd uranium en roept de internationale gemeenschap op tot meer onderzoek naar de gevolgen van verarmd uranium op mens en milieu en steun voor het opruimen van verarmd uranium in Irak.
Voor meer informatie over de oproep van de Irakese artsen, kijk ook op www.change.org/act4iraq