Kosovo verkeert, sinds het uitroepen van de onafhankelijk in 2008, in relatieve vrede. Toch waren de oude spanningen tussen Serven en Albanezen over het eigendom van het Kosovaarse territorium voelbaar tijdens de nationale verkiezingen van afgelopen weekend. Zowel Kosovaars-Servische als Kosovaars-Albanese politieke partijen maakten gebruik van nationalistische retoriek om stemmen te winnen. Toch is er hoop dat jongeren die minder met het oude conflict van doen hebben uiteindelijk voor verandering zullen zorgen.
De verkiezingen waren vervroegd, aangezien premier Ramush Haradinaj eind juli zijn ontslag indiende na te zijn opgeroepen door de Kosovo Specialist Court als verdachte van oorlogsmisdaden. Deze internationale rechtbank, die zetelt in Den Haag, onderzoekt misdaden begaan door de Kosovo Liberation Army (KLA) gedurende en vlak na de 1998-1999 oorlog. De ex-KLA commandanten lijken de grote verliezers van de verkiezingen.
Servische en Albanese vlaggen
Na het uitschrijven van deze verkiezingen, werd op lokaal en nationaal niveau alles aan de kant geschoven voor de politieke campagnes. In de K-Servische gemeenten wapperde de Servische vlag volop, naast affiches van met name Srpska Lista (Servische Lijst) – de partij met sterke banden met Belgrado. In de rest van Kosovo was wel degelijk sprake van een campagnestrijd tussen politieke partijen, echter wel met de welig wapperende Albanese vlag op de achtergrond.
Voor de K-Servische gemeenschap, zo’n 3% van de bevolking, viel er niet veel te kiezen: de K-Albanese partijen bekommeren zich al 20 jaar niet om hen en de onafhankelijke K-Servische partijen hebben niet de middelen om de kiezer aan zich te binden: gunsten worden politiek verdeeld en daarin is Srpska Lista het sterkst. Dat heeft ditmaal geresulteerd in een beloning van alle 10 de Servisch-Kosovaarse zetels in het parlement.
Een eigen Kosovo
Onder de K-Albanese partijen heeft zich juist een kleine ‘revolutie’ voltrokken: na vele jaren zijn de partijen van voormalig KLA commandanten hun dominantie kwijt; de regerende PDK (Democratische Partij Kosovo) komt hoogstwaarschijnlijk in de oppositiebanken terecht. Daarentegen is Vetevendosje (Zelfbeschikking), de kritische links-nationalistische oppositiepartij, de grote winnaar gebleken. Zij mogen nu de regering gaan vormen, waarin geen plek zal zijn voor de op corruptie drijvende oude partijen. Vooral jongeren uit de steden hebben op deze partij gestemd, zij verwachten inlossing van de verkiezingsbelofte om korte metten te maken met de wijdverbreide corruptie en te investeren een functionerend rechtssysteem en economische kansen voor jongeren.
Maar ook Vetevendosje bedient zich van een zeer nationalistische retoriek, die neerkomt op anti-Servisch, pro-Albanië. Bij de exit polls op zondagavond omringen Vetevendosje zich met de Albanese vlag. Zo laten de winnaars van deze verkiezingen, Srpska Lista en Vetevendosje, nog steeds zien dat binnen Kosovo de oude strijd tussen Serven en Albanezen over het eigendom van het Kosovaarse territorium voortleeft. De eigen Kosovaarse vlag was nauwelijks te zien gedurende deze verkiezingen, en zo zijn “Kosovaren” de echte minderheid in dit jonge land. Het is te hopen dat de jonge generatie, die niet de ballast van het oude Joegoslavië met zich meedraagt, de kans krijgt om in een eigen Kosovo te kunnen leven.