Het lukt niet meer, niet nu… we bellen wekelijks met bekenden in Soedan om te horen hoe het gaat en wat er gebeurt. Maar bellen met Soedan is bijna onmogelijk, ook WhatsApp is een enorme uitdaging. Gisteren, maandag 10 juni, heeft de militaire junta de Soedanese telecomproviders opdracht gegeven het laatste beetje internet af te sluiten. Een onheilspellende zet, juist nu contact zo belangrijk is. Gelukkig druppelen er af en toe en na lang wachten toch antwoorden op onze bezorgde vragen binnen: “Wat fijn dat je aan ons denkt. Ze proberen ons met terreur te laten zwichten, zodat we ons verzet opgeven. Maar dat gaat nooit gebeuren.”
Het is negen dagen geleden dat de aanval op de vredevolle menigte in Khartoem begon. 216 uur. In die uren zijn ten minste 118 doden gevallen, honderden zijn gewond geraakt, talloze vrouwen zijn verkracht, en een onbekend aantal wordt nog vermist. In die 216 uur hebben mensen hun geliefden, vrienden, kennissen en onbekenden uit de Nijl moeten halen om ze te identificeren en begraven. De mannen verantwoordelijk voor hun dood hebben tientallen doden in de rivier gegooid, met blokken beton om de benen gebonden om te voorkomen dat ze naar de oppervlakte zouden drijven. Het zijn scènes die aan de genocide in Rwanda doen denken. Om het af te maken houdt de Militaire Raad de oppositie verantwoordelijk voor het ‘recente onfortuinlijke geweld’; zij zouden door het blokkeren van wegen het internationaal humanitair recht hebben geschonden. Het is de Titanic die de ijsberg de schuld geeft dat het is gezonken.
Inspirerende plek is nu vernietigd
Veertien dagen geleden liep ik zelf nog rond in Khartoem, op het terrein waar de vreedzame sit-in al wekenlang gaande was. Een inspirerende plek waar duizenden Soedanezen sinds begin april dag en nacht aan het protesteren waren om de overdracht van de macht aan een burgerregering. Er rest na de aanval van 3 juni weinig meer van deze met liefde en zorg uit de grond gestampte verdraagzame en inclusieve micro-maatschappij. Alle tenten en podia waar mensen wekenlang debatten hielden, elkaar bevroegen over de geschiedenis van hun land, zongen en schuilden voor de zinderende hitte zijn kapotgeslagen en verbrand. Tenten die dienden als medische hulpposten waren in het bijzonder doelwit van de brute aanval. De vele muren waar artiesten vanuit het hele land de mooiste schilderingen op hadden gemaakt zijn in een noodvaart wit geverfd. Niets mag meer herinneren aan de vrolijke, tolerante, en vreedzame samenkomst van mensen die elkaar vonden in hun dromen en inspanningen om een vrij, rechtvaardig en vredig Soedan te bewerkstelligen.
Chaos, angst en woede
De eerste 48 uur na het grootschalige en disproportionele geweld verkeerde iedereen in shock, nauwelijks bij machte te bevatten wat zich afspeelde. Er heerste chaos, angst, woede. Gewonden moesten verzorgd worden met de minimale middelen die klinieken tot hun beschikking hadden, want de vraag was vele malen hoger dan welk ziekenhuis dan ook aankon. Oproepen werden gedaan op Twitter aan chirurgen om zich te melden en te helpen. De doden moesten begraven worden. Mensen moesten zichzelf en hun naasten in veiligheid brengen in een stad die – tot vandaag – belegerd wordt door een 15.000 a 20.000 man sterke militie, voor een aanzienlijk deel bestaande uit kindsoldaten.
Ongeloof, pijn en vastberadenheid
Na die 48 uur kwam de ongeloof. En de pijn. Tijd om te rouwen en bij te komen was er nauwelijks, iedereen probeerde vrienden en kennissen te vinden en contact te zoeken met de buitenwereld om de gruwelijkheden die begaan werden vast te leggen. Op 4 juni was het Suikerfeest, het einde van de heilige maand Ramadan. Milities blokkeerden de weg voor mensen die naar de moskee wilden om te bidden, joegen ze met stokslagen of soms zelfs geweerschoten weg, en riepen in het voorbijgaan: “Tuig, het is jullie schuld dat wij nu geen vakantie hebben”.
En dan… een teken van leven
Ik probeerde mensen te bellen, wat niet lukte. Ik WhatsAppte iedereen in Khartoem die ik ken en bleef als gehypnotiseerd staren naar dat ene grijze vinkje wat koppig weigerde zich te vermenigvuldigen. Communicatie verloopt traag, er zit makkelijk 36 uur tussen elk bericht dat ik ontvang, en nog niet iedereen is terecht. De berichten die ik soms pas na 2 of 3 lange dagen binnenkreeg lezen als volgt:
“Salaam Jelena, dank je wel dat je aan ons denkt. Ik ben in orde. Een vriend wordt nog vermist, de ander ligt in het ziekenhuis maar maakt het gelukkig beter. Wat kunnen we doen anders dan manieren zoeken om elkaar te helpen en de opstand door te zetten?”
“Hi Jelena, nu pas ontvangst. Ze hebben me in elkaar geslagen. Ik had een flinke snee boven mijn wenkbrauw dus het bloed liep over mijn gezicht naar beneden terwijl ik op mijn buik op de grond lag. Een soldaten liep toen voorbij en vroeg aan een ander: “Is hij dood? Zo niet, maak hem af.”. Ik moest naar het ziekenhuis voor een hechting, maar ik ben ok. Het is niet voorbij, de mensen zijn vastberadener dan ooit om een einde te maken aan dit militaire bewind.”
“Wat fijn dat je aan ons denkt. De militie heeft een inval gedaan in het huis van mijn schoonfamilie. Mijn schoonzus heeft een gebroken arm, verder maken we het naar omstandigheden ok. Het is moeilijk te bevatten wat er gaande is in de stad, mensen schuilen in hun huizen voor zover dat veilig is – de militie doet ook invallen in woningen, moskeeën, ziekenhuizen. Ze proberen ons met terreur te laten zwichten, zodat we ons verzet opgeven. Maar dat gaat nooit gebeuren.”
Veerkracht, verzet en burgerlijke ongehoorzaamheid
In de zoveelste blijk van ongekende veerkracht en heroïsch verzet in het aangezicht van geweld riep de Sudan Professionals Association (SPA) – de drijvende kracht achter de protesten en de sit-in – op 4 juni de mensen in Soedan op tot een nationale en volledige burgerlijke ongehoorzaamheidscampagne. Die moet doorgaan tot de Militaire Raad de macht heeft overgedragen aan een burgerregering. Om dat doel te bereiken wil men het land tot stilstand brengen en onbestuurbaar maken door onder andere te stoppen met werken, geen belastingen te betalen, en geen brandstof meer te tanken bij benzinestations. De volhardende en creatieve Soedanezen hebben zich vastgebeten in het vreedzame verzet. Een jongen sprong op een ezel en maakte een filmpje terwijl hij een boodschap opnam voor de Militaire Raad: “We willen jullie weg hebben en berecht voor jullie misdaden. We willen niet eens autorijden en geen druppel van de diesel en benzine die jullie gekocht hebben, zodat jullie straks niet kunnen zeggen dat jullie het leven voor ons makkelijker hebben gemaakt”. De campagne is zondag 9 juni van start gegaan en heeft in ieder geval van Khartoem een onherkenbare spookstad gemaakt.
Geweld geen incident maar strategie
De militairen laten dit niet zomaar gebeuren. De Rapid Response Forces, die namens de militaire junta vechten, gaan gewapend de stad door, dwingen mensen onder schot naar hun werk te gaan. Ze hebben het ‘Nationale Depot voor Medische Voorraden’ omsingeld en voorkomen de distributie van levensreddende medicijnen en andere benodigdheden aan ziekenhuizen. Op sommige plekken wordt de spoedeisende hulp bewaakt zodat er niemand in kan om geholpen te worden. Oppositieleden en invloedrijke zakenlieden worden opgepakt, hun families bedreigd als ze niet naar hun werk gaan. Op donderdag 6 juni verscheen er een filmpje op Twitter van een jonge man, Waleed, die een gepassioneerd betoog hield tegen een politieagent: “Doen jullie nu maar jullie werk en schiet op ons met traangas en kogels. Dan doen wij ons werk en bouwen keer op keer de barricades op om jullie buiten te houden”. Op vrijdag 7 juni had de RSF Waleed opgespoord en vlakbij zijn huis doodgeschoten. Zelfs zijn begrafenis hebben ze verstoord. Het heeft er alles van weg dat dit geen geïsoleerd incident is maar een strategie: invloedrijke individuen in verschillende wijken van Khartoem tot doelwit maken om mensen angst aan te jagen in de hoop ze op die manier tot overgave te dwingen.
‘Jouw vrijheid is belangrijker dan hun woede’
Maar niets van wat ik de afgelopen maanden, weken, en dagen van de Soedanezen heb gezien wekt de indruk dat zij zich tot overgave zullen laten intimideren. Hoe sterk en gewelddadig de militairen ook zijn, de mensen hebben vrijheid geproefd en geven deze niet zomaar meer op. Vreedzaam zullen zij zichzelf en elkaar blijven oprapen, ondersteunen en motiveren tot hun doel bereikt is; een vrij, rechtvaardig en vredig Soedan. Zoals een vriend mij een gedicht stuurde:
‘No’ might make them angry,
but it will make you free.
If no one has ever told you,
your freedom is more important than their anger.