Het is al avond als we via een onverlicht trappenhuis de flat van de familie Shnurenko betreden in Kramatorsk, Oost-Oekraine. In de hoek van de woonkamer staat een vogelkooitje met een parkiet. Op de grond en aan de muren zware tapijten, die de kamer nog donkerder maken dan deze al is. Elena stelt ons voor aan haar man, haar door ziekte verlamde broer en haar oudste zoon. Het andere jongetje, Elena’s jongste zoon, hadden we eerder die dag al ontmoet toen we foto’s maakten van een verwoest huis in Sloviansk, een paar kilometer verderop. Het bleek hun huis te zijn.
Terwijl fotograaf fotograaf Dirk-Jan Visser die middag verder gaat met fotograferen, vertelt Elena me haar verhaal. Tijdens bombardementen in juni 2014 werd hun huis vol getroffen. Vanwege het voortdurende bombarderen kon de brandweer bovendien niet naar hun huis om het vuur te blussen. Het huis brandde in een paar uur volledig uit. Mykyta, haar zoontje, kruipt onder haar arm. Sinds de bombardementen is hij bang voor onweer en krimpt hij ineen als hij een vliegtuig hoort. p haar camera laat Elena me foto’s zien van hoe het vroeger was, foto’s van een feestje met familie in haar huiskamer. Er is werkelijk niets meer van over. Wat rest zijn herinneringen. En hoop; want zoals ze zegt terwijl ze me strak aankijkt, “ hope dies last”.
Acht op de tien slachtoffers zijn burgers
Eind juni dit jaar vertrokken Dirk-Jan Visser en ik naar Oekraïne om samen met de VN-Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) in kaart te brengen hoe het gebruik van zware explosieve wapens zoals mortieren, raketten en bommen Oekraïense burgers treft. Wereldwijd, in conflicten als Syrië, Irak, Soedan, Jemen vallen jaarlijks talloze slachtoffers, worden huizen, scholen en infrastructuur vernietigd en slaan mensen op de vlucht door het gebruik van explosieve wapens in steden en dorpen. De Britse NGO Action on Armed Violence analyseerde mediaberichten van over de hele wereld en concludeerde dat in 2014 bij gebruik van explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden 78% van de slachtoffers burgers waren. 78%; dat zijn acht op de tien slachtoffers. Het zijn cijfers die soms moeilijk voor te stellen zijn, maar elk cijfer vertelt het verhaal van een individu wiens leven in scherven ligt.
Bidden dat de vijand niet terugschiet
Via Kiev reizen we met de VN af naar het oosten van het land, naar Kramatorsk, Sloviansk en Semenivka. Daarna steken we de frontlinie over naar Donetsk. Ik hoor de verhalen over het schieten vanuit woonwijken, en dat de bewoners maar moeten bidden dat de vijand niet in hun richting terug schiet. Over de Multiple Launch Rocket Systemen (MLRS) die enorme verwoestingen aanrichten omdat ze verschillende raketten in een salvo af kunnen vuren, en dus een groot gebied in één keer beslaan. (De GRAD, een van de meest gebruikte MLRS systemen in Oekraïne, kan bijvoorbeeld 40 raketten in 20 seconden afvuren.) We spreken met mensen die hard zijn geraakt. Die hun huis kwijt zijn, familie en vrienden hebben verloren, en in angst leven voor wat komen gaat. We horen van mensen die met hun kleren aan slapen zodat ze midden in de nacht sneller naar de schuilkelders kunnen vluchten. Van mensen die de schuilkelder soms dagen en weken achter elkaar niet kunnen verlaten. We zien de inslagen, de verwoeste huizen, de vluchtelingen, het verdriet, de beschadigde gasleidingen, wegen en scholen. Ik luister naar de man die zijn vrouw verloor door de beschietingen terwijl ze in een rij stonden te wachten op gratis brood.
Zwaaien door geblindeerde ramen
In Donetsk blijven de beschietingen en bombardementen doorgaan, ook vandaag. In een gepantserde VN-wagen manoeuvreren we over een weg vol hulzen, fragmentatie van mortieren, granaten en overblijfselen van raketten. We zijn gehaast omdat de beschietingen elk moment weer kunnen beginnen. We zijn geconcentreerd omdat de weg vol explosieve oorlogsresten ligt. Behalve een eenzame legertruck met soldaten die de hoek om komt scheuren, zijn de wegen hier uitgestorven. Ik steek mijn hand op bij wijze van groet. Voor de zoveelste keer bedenk ik me te laat dat niemand me kan zien omdat ik achter de geblindeerde ramen van een VN-voertuig zit. Het is voor mijn eigen veiligheid, en zonder de VN had ik hier nooit kunnen komen, maar het schept een grote afstand met de wereld om me heen.
Kersen
Aan de horizon horen we het rollende gedonder van inkomend vuur als we ons uit de auto haasten om foto’s te nemen van de schade aan de huizen om ons heen. In een bevreemdend soort leegte zie ik een oude man op de stoep voor zijn huis zitten. Hij lijkt net zo verbaasd om ons te zien als andersom en biedt ons een handje dieprode kersen uit zijn tuin aan. “I am all alone here”, voegt hij toe.
Anatolyi is 75 en al is zijn huis aan de weg bij het vliegveld van Donetsk zo’n beetje op de frontlinie, hij vertikt het om weg te gaan. Gas, water, licht; alles is kapot door de beschietingen maar de bron in zijn tuin zorgt ervoor dat hij kan blijven leven. Op mijn vraag waarom hij niet weg gaat heft hij zijn handen in de lucht en legt hij uit dat zijn huis geplunderd zou worden. Bovendien ligt zijn vrouw, die drie jaar geleden overleed, 500 meter verderop begraven. Doordat de begraafplaats op de linie ligt kan hij haar weliswaar niet meer bezoeken, maar haar achterlaten kan hij evenmin.
Het verhaal achter de cijfers
De afgelopen maanden hebben we gewerkt om de verhalen van de mensen recht te doen in een publicatie over explosief geweld in Oekraïne. Het doel van de reis en het boek is om het individuele verhaal achter de cijfers te laten zien. In internationale discussies en rapporten over explosieve wapens komen de militair-technische termen als “proportionaliteit”, “distinctie”, “nevenschade”, “precisie-geleide-munities”, “fragmentatie”, of “lethal radius” als klinische, ongrijpbare en conceptuele termen over. Als onder nevenschade de vernietiging van jouw huis wordt verstaan is de term echter opeens niet zo klinisch en ongrijpbaar meer. Het is mijn streven om diplomaten en andere beleidsmakers de menselijk kant te laten zien, en te doordingen van de urgentie om het gebruik van explosieve wapens in steden tegen te gaan. Het leed dat het gebruik van explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden veroorzaakt moet stoppen.
Terwijl vele vluchtelingen uit Syrië – een ander door explosief geweld geteisterd land – Wenen bereiken, bereid ik me voor op een presentatie over mijn rapport in deze stad. Twintig staten, onder wie Nederland, zijn vandaag bijeen in Wenen om te praten over het gebruik van explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden. Hopelijk leidt het tot nieuwe afspraken tussen staten. Ik ben uitgenodigd om mijn bevindingen in Oekraïne te delen met de diplomaten, en heb hiervoor 20 minuten de tijd. Ik denk terug aan de mensen die ik sprak, en hoop dat we hier in Wenen een begin kunnen maken van een betere bescherming van burgers tegen explosief geweld. In Oekraïne, en waar dan ook ter wereld.
Lees en bekijk hier het boek COLLATERAL; the human cost of explosive violence in Ukraine.
Photo top: Dirk-Jan Visser / Sloviansk / Ukraine / 18-06-2015: Mykyta walks down the staircase of his shelled apartment block near the village of Semenivka, near Sloviansk.