In een brief aan de partnerlanden van het F-35 straaljagerprogramma (Australië, Canada, Denemarken, Italië, Nederland, Noorwegen, het VK en de VS) bepleiten de organisaties dat die landen het internationaal recht moeten respecteren en er alles aan moeten doen niet verder bij te dragen aan de Israëlische misdaden tegen de Palestijnse bevolking. In december 2024 concludeerde Amnesty International dat Israël genocide pleegt op Palestijnen in Gaza.
Israël heeft op grote schaal F-35 straaljagers gebruikt bij zijn bombardementen op Palestijnen in Gaza. De F-35 werd bijvoorbeeld in juli 2024 gebruikt bij een aanval met drie bommen van 2000 pond op de zogenaamde ‘veilige zone’ Al-Mawasi in Khan Younis, waarbij 90 Palestijnen omkwamen.
Ondanks dat alle partners van het F-35 programma wettelijke verplichtingen hebben om de wapenexport naar Israël te stoppen, blijven regeringen de overdracht van F-35-onderdelen naar Israël toestaan. Sommige landen hebben directe leveranties aan Israël aan banden gelegd, maar blijven indirect leveren, bijvoorbeeld via de VS. Dit geldt ook voor Nederland.
Ondertussen zijn er verschillende rechtszaken aangespannen door maatschappelijke organisaties in landen die partner zijn in het F-35 programma, in een poging hun regering verantwoordelijk te houden voor de overdracht van F-35 jets en onderdelen aan Israël. Dit zijn Australië, Canada, Denemarken, Nederland en het VK.
‘In lijn met de baanbrekende uitspraak van het gerechtshof Den Haag dat de Nederlandse regering alle F-35-gerelateerde leveringen aan Israël moet staken, moeten alle landen stoppen Israëlische wreedheden tegen Palestijnen mede mogelijk te maken,’ zegt Rolien Sasse, directeur van de Nederlandse vredesorganisatie PAX, die de brief aan de Nederlandse ministers Brekelmans (Defensie), Klever (Buitenlandse Handel) en Veldkamp (Buitenlandse Zaken) stuurde.
De ruim 230 organisaties zeggen, hoewel ze het tijdelijke staakt-het-vuren verwelkomen, dat de afgelopen 15 maanden met verwoestende duidelijkheid hebben aangetoond dat Israël zich niet inzet om het internationale recht na te leven. Het is daarom ontoelaatbaar dat regeringen, waaronder de Nederlandse, doorgaan met het leveren van wapens die in Israël terechtkomen. Zij moeten er alles aan doen om niet medeplichtig te zijn aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
