Zaterdag 17 augustus 2019 gaat hopelijk de geschiedenisboeken in als de dag waarop de Soedanezen het begin zagen van de overgang van een decennialange militaire dictatuur naar een burgerregering. De hoofdstad Khartoem was dit weekend het toneel van de officiële ondertekeningsceremonie tussen de Militaire Raad (Transitional Military Council, TMC) en de oppositionele Krachten voor Verandering (Forces of Freedom and Change, FFC), bijgewoond door hoogwaardigheidsbekleders uit de regio (onder andere uit Tsjaad, Zuid-Soedan, Kenia), oppositiefiguren, en burgers die het gelukt was een ticket voor de ceremonie te bemachtigen.
Het getekende akkoord tussen de TMC en de FFC is via een moeizame weg tot stand gekomen, met als absoluut dieptepunt het grootschalige en afgrijselijke geweld tegen vreedzame betogers op 3 juni, waarbij meer dan 150 mensen om het leven zijn gebracht, tientallen vrouwen zijn verkracht, en een nog onbekend aantal mensen nog steeds wordt vermist. Daarna werd al snel duidelijk dat de partijen er zonder bemiddeling niet uit gingen komen en werd de Minister President van Ethiopië, Abiy Ahmed, het gezicht van de regionale poging om tot een akkoord te komen. Hij kon zaterdag, in tegenstelling tot andere aanwezige regionale leiders, op groot applaus van de zaal rekenen toen zijn naam voorgelezen werd.
Feestvieren
Een Soedanese vriend, Khalid*, keerde een kleine twee weken geleden voor het eerst sinds 2011 terug naar Soedan. Zijn NGO werd in dat jaar op laste van de overheid gedwongen te sluiten en hij zag zich genoodzaakt het land te ontvluchten uit angst voor vervolging voor het ondernemen van âstaatsondermijnendeâ activiteiten.
Hij verklaarde zich nu âgemandateerd door de revolutieâ te voelen om terug te gaan, ook al was het niet helemaal duidelijk of het wel echt veilig was. Zijn advocaat zei eigenlijk van niet, maar hoe houd je een man die zo naar zijn heimat en familie verlangt tegen, welk argument is krachtiger dan dat van een hart dat zoveel heeft opgegeven en geleden? Toen hij me fotoâs en videoâs van zijn aankomst op het vliegveld stuurde en een bericht dat hij het goed maakte en nu bij zijn moeder was voelde ik de tranen prikken. Ik neem elke dag even polshoogte en vraag hem of hij bij de ondertekeningsceremonie aanwezig zal zijn:
Khalid: âHelaas niet, het is een totale chaos met die tickets, geen beginnen aan. Maar ik installeer mezelf met mijn familie voor de televisie en ga dan feestvieren op het Freedom Squareâ.
Enorme klus
Ik: âHoe denk je eigenlijk over de voorgestelde Minister President, en de genomineerden voor het Kabinet?â
Khalid: âOver het algemeen is het een prima selectie, beter dan wat we de afgelopen tientallen jaren ooit hebben gezien. Maar het echte werk begint nu, en het wordt een enorme klus om het land daadwerkelijk te hervormen en in een richting te sturen die het een vrij, vreedzaam en rechtvaardig land maakt.â
Op zaterdag krijg ik berichten van verschillende mensen, sommigen vragen me te bidden voor Soedan, omdat ze alle hulp nodig zullen hebben om het discriminatoire, gewelddadige en corrupte beleid van de afgelopen 30 jaar recht te zetten: âThank you my dear for everything you have done for us so far, your prayers and support are essential now that we, the Sudanese people, have a window to start the hard workâ. Terwijl ik wat berichten beantwoord komt er een foto binnen van een man, Mohamed Gasim Alseed, de vader van Osman Gasim Alseed.
Osman Alseed is een van de vele slachtoffers van het overheidsgeweld tegen de burgers die vanaf december vorig jaar vreedzaam demonstreerden voor de overdracht van de macht aan een burgerregering. Zijn vader is van Arbaji, in de staat Gezira, 155 km naar Khartoem komen lopen met een groot bord met daarop de foto van zijn overleden zoon om zijn nek, om de ceremonie mee te maken. Eigenlijk had hij geen ticket maar een vrouw besloot die van haar aan hem af te staan, en overal doken fotoâs op van deze man met het bord van zijn zoon nog steeds om zijn nek tijdens de ondertekening van het akkoord.
Muurschilderingen
In de tussentijd zijn de afgelopen dagen Soedanese artiesten weer de straten opgegaan om muren in de stad wederom te bedekken met hun schilderingen. Na het neerslaan van de opstand op 3 juni was alles in een mum van tijd overgeschilderd met witte verf, alsof elk spoor van het vreedzame en kleurrijke samenzijn van de demonstranten uitgewist moest worden. Nu beginnen die karakteristieke schilderingen langzaam weer op de kale muren te verschijnen, haast als een daad van verzet, bedoeld om te testen hoe serieus dit akkoord echt is.
Rechtdoorzee
Mohamed Nagi Al-Assam, een jonge arts en prominent binnen de Sudanese Professionals Association (SPA) gaf tijdens de ceremonie een toespraak uit het hart die door velen goed ontvangen werd. Al-Assam richtte binnen de kortste keren ieders aandacht op de vele, met name jonge mensen die het leven hebben gelaten in de vreedzame strijd voor een beter Soedan. Stoïcijns en vastberaden richtte hij zich tot de National Congress Party (NCP), de partij van voormalig President Al-Bashir, en zei: âJullie waren stil en keken de andere kant op terwijl en grove misdaden begaan werden, jullie hebben gestolen van de Soedanese mensen en onuitsprekelijke misdaden begaan. Jullie stilte maakt jullie medeplichtig en jullie zullen daar verantwoordelijk voor worden gehoudenâ.
Vluchtelingen en ontheemden die het vorige regime heeft voortgebracht noemde hij de hoeksteen van de revolutie en bedankte alle mensen in de diaspora die op afstand alles hebben gedaan om deel te nemen aan de opstand. Tegen de landen in de regio zei hij: âBashir verkocht onze waardigheid aan de hoogste bieder, we zullen onthouden welke landen de Soedanese mensen hebben bijgestaan en niet vergeten wie ons schade hebben toegebracht. Maar we hopen in gelijkwaardigheid samen een nieuwe toekomst en samenwerking tegemoet te gaanâ.
Voor enkele aanwezigen in de zaal was Al-Assams ârechtdoorzeeâ toespraak zichtbaar ongemakkelijk, wat binnen de kortste keren leidde tot de humor waar het internet zo goed voor is: memeâs. Toen de ceremonie ten einde was en de Vice-President van de overgangsregering, Mohamed Hamdan Dagalo â beter bekend als Hemedti, de omstreden leider van de Rapid Support Forces (RSF) militie â naar buiten liep werd hij geconfronteerd met een menigte die hoorbaar minder van hem gecharmeerd was dan hijzelf. Zijn beveiliging had geen keus dan hem weer terug naar binnen te sturen en via een andere weg naar buiten te leiden.
Kritiek
Hoewel de meesten opgelucht waren met de speech van Al-Assam blijft het huidige akkoord, waar een âPolitical Declarationâ en een âConstitutional Declarationâ aan ten grondslag liggen, omstreden. Veel jongeren vinden dat het akkoord te vroeg gesloten is en de militairen alsnog veel te veel macht geeft. Bovendien hebben ze veel kritiek op de uitermate ondermaatse aanwezigheid van vrouwen en jongeren tussen de genomineerde kabinetsleden, en vinden ze de vooralsnog geselecteerde groep die zou moeten gaan regeren te elitair.
In verhitte discussies met hun ouders worden ze erop gewezen dat ze ânonsens praten en niet weten waar ze het over hebbenâ, te radicaal zijn, en verwachten dat echte verandering ineens plaatsvindt. De oudere generatie, hoewel ook kritisch, lijkt pragmatischer met dit akkoord om te gaan. Mijn vriend Wahid zegt er in een telefoongesprek dit over:
âHet luidt in ieder geval, inshallah, het einde in van het zinloze doden van burgers. Teveel mensen hebben hun leven gelaten voor ons om hier te zijn â en niet alleen gedurende de opstand, maar de afgelopen decennia. Het is hoog tijd voor vrede. Bovendien neemt het, inshallah, wat wind uit de zeilen van de Islamisten die hopen weer de macht te grijpen. Hoe langer de onzekerheid duurde hoe meer ruimte er voor hun was om achter de schermen de onderhandelingen te schaden. En als laatste â iedereen weet dat we er nog lang niet zijn, maar we moeten ergens beginnen â het land moet weer bestuurd worden om weer op te kunnen gaan krabbelen. We zijn hoopvol maar waakzaam, en we hebben hulp nodigâ
[Wahid en Khalid zijn, vanwege veiligheid, schuilnamen]