Vandaag, 19 december 2019, vieren en herdenken Soedanezen het eerste jubileum van de vreedzame revolutie die vorig jaar uitbrak en uiteindelijk leidde tot de val van voormalig dictator Omar al-Bashir. Wat begon als een protest tegen hoge prijzen van brood en andere levensmiddelen, sloeg al snel om in een revolutie – met vrouwen in de voorhoede – waarin Soedanezen in het hele land maandenlang vreedzaam en vastberaden de straten op bleven gaan. Op zoek naar een vredig, rechtvaardig en vrij Soedan, waar burgers in plaats van militairen het land regeren. Hoe denken onze vrienden over de situatie in het land een jaar later?
Een jaar geleden, op vrijdagmiddag 21 december om 17 uur, werd ik door mijn vriend Ibrahim gebeld. Dat ging ongeveer zo: “Jelena – het is vreselijk, verschrikkelijk. In Kassala [oosten van Soedan] worden mensen gedood, de ziekenhuizen zitten vol en hebben geen bloed meer, het geweld gaat maar door. Kun je helpen? Kun je ergens bloed vinden? We hebben meer bloed nodig om de mensen te redden!”
Binnen het vredeswerk is zakken bloed vinden niet waar de expertise zit, maar in een noodsituatie doe je wat je moet doen. Op dat moment hadden wij zelf geen contacten in Kassala, maar dankzij Nederlands ambassadepersoneel dat nog in Khartoem was kwamen we aan het nummer van het Rode Kruis in het oosten van het land, die stukken beter gepositioneerd waren om dit probleem te helpen oplossen. Hoewel in die dagen iedereen overweldigd werd door de opstand en de gewelddadige tegenreactie van het toenmalige regime. Iedereen liep tegen de grenzen van het mogelijk aan, en het zou nog even gaan duren voordat dit veranderde.
Wat volgde was een intens en memorabel jaar; een met hoogte- en dieptepunten. Een vriendin stuurde me vanochtend het volgende bericht: “We hebben veel verloren, maar we hebben ook veel gewonnen. De geest is uit de fles en gaat niet meer terug, ik maak me zorgen om de toekomst van de overgangsregering, maar ik weet ook: er is niets anders dan dit moment”.
Op 11 april, na maanden van aanhoudende vreedzame protesten, zagen de Soedanezen na 30 jaar het vertrek van Omar al-Bashir, de man die decennialang het gezicht en drijvende kracht was van een wreed, racistisch, gewelddadig, en corrupt regime. Dat was een van de vele overwinningen, teweeggebracht door de mensen zelf. Tevens was het het begin van een lange weg van onderhandelingen tussen burgers en militairen over de overdracht van de macht. Die weg was noch gemakkelijk noch altijd zichtbaar. Het absolute dieptepunt was de vroege ochtend van 3 juni, de laatste dag van de heilige maand Ramadan. Schaduw-milities en veiligheidstroepen sloegen de vreedzame sit-in voor het hoofdkwartier van het leger gewelddadig en genadeloos uiteen. Het gevolg was meer dan 120 doden, 70 verkrachtingen, en een nog steeds onbekend aantal vermisten. Deze wrede aanslag was hartverscheurend. Terwijl al zoveel – veelal jonge – mensen in de maanden daarvoor van het leven beroofd waren in de belangrijkste strijd van hun leven: die voor vrijheid. Maar de Soedanese mensen kwamen als nooit tevoren samen, hielpen elkaar op de been en verschenen op 30 juni, onverschrokken en vastberaden om alles dat ze verloren hadden niet voor niets te laten zijn, met miljoenen op de straten. De wereld keek vol ontzag toe. Dat de militairen het internet plat hadden gegooid zodat mensen niet konden communiceren en organiseren had het tegenovergestelde effect – mensen vochten vreedzaam en analoog terug. Op 17 augustus wisten burgers en militairen, met hulp van de Afrikaanse Unie, tot een akkoord te komen en vormden samen de overgangsregering. Deze moet 33 maanden regeren met wisselend voorzitterschap, waarna in 2022 democratische verkiezingen gehouden moeten worden.
Sinds het aantreden van de overgangsregering kijken zowel Soedanezen als de internationale gemeenschap gespannen toe hoe de nieuwe regering, die nu de macht deelt met het leger, ondanks alle obstakels hervormingen probeert door te voeren. Onze partner Wahid zegt:
“De mensen zijn geduldig en begrijpen dat verandering tijd gaat kosten, maar het duurt lang. De regering is minder slagvaardig dan we gehoopt hadden, zijn voorzichtig, willen de militairen niet teveel voor het hoofd stoten omdat ze ze nodig hebben. Maar de mensen hebben op het lokale niveau nog elke dag te maken met ambtenaren die onderdeel waren van het vorige regime, die de boel tegenwerken. Men komt nog steeds amper of niet rond, mensen hebben honger, en de situatie in gebieden als Darfur is zo goed als onveranderd.”
De uitdagingen zijn er in overvloed en het harde werk begint nu pas. Het vredesproces met de verschillende rebellengroepen dat in gang is gezet zal een van de belangrijkste graadmeters zijn van de welwillendheid van alle betrokken partijen om daadwerkelijke en duurzame verandering in het hele land teweeg te brengen. Dat zal nogal wat voeten in de aarde hebben. De overgangsregering zal consequent de mensen in dat proces moeten betrekken, om ervoor te zorgen dat er voldoende draagvlak is om de grondoorzaken van de decennialange conflicten aan te pakken. De participatie van vrouwen in de politiek, helemaal na hun sleutelrol in de revolutie, moet veel beter georganiseerd en gewaarborgd worden. En hoewel het een positieve ontwikkeling is dat al-Bashir deze week tot 2 jaar straf is veroordeeld voor corruptie en witwaspraktijken, doet die uitspraak geen recht aan het ondenkbare lijden van iedereen die de afgelopen 30 jaar oog in oog stond met het extreme geweld van het voormalig regime. Het Ministerie van Justitie zal moeten laten zien dat ze de wil en slagkracht heeft om al-Bashir en zijn handlangers voor hun misdaden sinds 1989 te vervolgen. En zo is er waslijst aan zaken die allen even urgent en belangrijk zijn, maar om te beginnen moeten alle betrokkenen – inclusief de internationale gemeenschap – ervoor helpen zorgen dat de overgangsregering standhoudt.
Een vriendin appte vanochtend: “Vandaag herdenken we onze doden en vieren we onze overwinningen. We houden ons hoofd hoog, zetten onze schouders eronder en gaan als nooit tevoren door met het werk, want dat is het enige dat we kunnen doen. Dit is ons land, en als we willen dat het verandert, moeten we het nu doen.”
En zo herdenken en vieren wij, samen met onze vrienden en partners. We zetten de schouders eronder en hopen op een vrijer, rechtvaardiger, en vreedzamer 2020 voor de mensen in Soedan.