‘Racisme gaat door merg en been. Je voelt je klein worden’, zegt oud-voetballer Andwelé Slory. ‘Machteloos. Het beste is dat je je afsluit, maar dat gaat niet’. Voetbalspeler Ahmad Mendes Moreira liep eerder deze maand in tranen op het veld na racistische spreekkoren. Weggezet worden op een negatieve manier gebaseerd op kenmerken die je niet zelf kunt kiezen is meer dan pijnlijk. Racisme, net als haat vanwege geloof en afkomst, ontneemt mensen hun waardigheid en is een opmaat naar dodelijk geweld. En die dreiging voel je.
Ik zie jonge kinderen vertellen hoe ze op hun huidskleur beoordeeld worden en zich van buiten groot houden, maar van binnen ‘tranen’. Het is hartverscheurend. En we doen onszelf als samenleving te kort. Talenten komen niet tot hun recht. Het is doodzonde. En het is heel moeilijk eraan te ontsnappen. Het sluit mensen op in een enkelvoudige identificatie, die van huidskleur. Dan wordt het moeilijk te laten zien dat je nog veel meer bent, vader, moeder, leraar, zoekend in je levensbeschouwing, nierpatiënt, wielrenner…
Racisme aanpakken begint met zelfreflectie en de wil te luisteren naar de ander. Racisme aanpakken vraagt om ons respect: opnieuw kijken en opnieuw luisteren. Al begrijp je in eerste instantie die ander niet, wuif het niet weg, maar neem een adempauze, laat het broeden of vraag naar de achterliggende pijn of vreugde. Ontmoetingen tussen mensen met verschillende achtergronden krijgen kracht en diepte als er ruimte is voor persoonlijke verhalen. En ja, die komen makkelijker als je er ook een kop thee bij serveert.
Walk of Peace
Ambassades van Vrede organiseerden dit jaar meer dan 40 vredeswandelingen, Walks of Peace. In Almere trapte (voormalig) wethouder Sociaal Domein, Diversiteit & Inclusie Jerzy Soetekouw tijdens de Vredesweek in september overtuigend af. Hij ademt het vertrouwen in een inclusieve samenleving. Hij is ook nuchter. Om die rijkdom van de verschillen te vieren, is er wel een lange adem nodig. En inzet om kennis te delen. Maar het begint vooral met je te verplaatsen in hen die hier nieuw gekomen zijn. Tijdens de Walk of Peace in Almere ontmoette ik mensen met zeer uiteenlopende achtergronden. Ik zag en zie de worsteling om in de Nederlandse cultuur te leven, de flexibiliteit en de kracht die nodig is om er iets van te maken, de hulpvaardigheid en het enthousiasme van maatschappelijke organisaties.
Racisme zit diep
Racisme zit diep en wordt nog op vele plekken weggewuifd of gezien als grapje. Ook de eerste reactie van de trainer van de tegenpartij op Mendes Moreira was er een van ‘aanstellerij’. Gelukkig kwam er ook veel steun voor de voetballer, die daar blij mee was. Maar racisme maakt dat mensen geen werk vinden, geen woning, etnisch geprofileerd worden door politie en belastingdienst, dat ze gekleineerd worden en zich uit wanhoop afkeren van de samenleving. Racisme is een sociaal én politiek probleem.
Schokkend vond ik de beschrijving van Abdelkader Benali, die ik ken als een goed schrijver en van Marokkaanse afkomst, van zichzelf in het S-vak van Feyenoord waar hij in een feest van saamhorigheid met de supporters iedere zondag racistische leuzen mee riep. De roes om bij de groep te horen is groot, ook voor hem. ‘Elke hand die ik uitstak, werd begroet met een omhelzing’. Tegelijkertijd waren zwarte spelers ook helden voor deze supporters. Hoe bizar. ‘Wie dat vermogen begrijpt’, schrijft hij, ‘begrijpt ook waar genocides vandaan komen’.
We laten mensen verdrinken
Racisme wordt door James Baldwin, de schrijver en activist, gezien als een coping mechanisme voor mensen die hun privileges verliezen op economisch en politiek terrein. Dan is het geruststellend als je denkt te weten dat er nog altijd mensen zijn die minder zijn dan jijzelf, dat je bijvoorbeeld ten minste nog kunt zeggen dat je niet zwart bent. En dat je dan niet hoeft na te denken over het onderdrukkende systeem waarin we leven. Willem Schinkel en Rogier van Reekum beschrijven in hun laatste boek* dit systeem als een veekraal.
Zij zoeken naar taal om zich te bevrijden uit de knellende liberale democratie waarin het economische denken domineert. ‘In de kraal zijn wij allen gek. We hebben geen tijd daaraan te denken, want we moeten koersen, concurreren, circuleren’.
Maar het ergste is nog dat we, om onze welvaart te behouden en waarden te beschermen, bereid zijn te rechtvaardigen dat we zwarte mensen in de Middellandse Zee laten verdrinken. Het geweld hebben we naar de grenzen gedreven en zo onzichtbaar mogelijk gemaakt. Racisme is onderdeel van dit liberaal democratische systeem.
Meer nodig dan empathie
Schinkel en Van Reekum zoeken oprecht naar een weg uit de kraal waarin we geweld inzetten om te overleven. Niet weten hoe te leven is hun uitgangspunt en in ieder geval niet leven door een ander kapot te maken. Deze lefgozers schuwen de radicaliteit niet. Racisme bestrijden vraagt meer dan een scheut empathie, ze komen uit bij een lofzang op de liefde. ‘Tough love. Geen romantisch gerommel’. Niet de eros, niet de verlangende liefde, maar de Bijbelse Agape, de wegschenkende liefde. En die liefde heeft te maken met durven leven in onvolledigheid: ‘Een samenzijn zonder enige voorwaarde. Alles staat nog te gebeuren. Alles moet nog blijken’. Op de radio hoor ik de stem van Aretha Franklin, ze zingt Amazing Grace, ze nodigt uit om naar buiten te gaan.
* Willem Schinkel en Rogier van Reekum, Theorie van de Kraal. Kapitaal|Ras|Fascisme. Amsterdam, 2019