PAX en haar partners, actief in vijftien landen wereldwijd, zijn van mening dat internationale solidariteit, eerbiediging van de mensenrechten en een focus op vredesopbouw de kern moeten vormen van een gecoördineerde internationale reactie op de COVID-19 pandemie.
Het uitbreken van COVID-19 heeft geleid tot een ongekende wereldwijde crisis. Om verspreiding te beperken zijn hele landen op slot gegaan, waardoor burgerlijke vrijheden zijn opgeschort en economieën tot stilstand zijn gekomen. Net zozeer als door de pandemie zelf, zullen mensen in conflictgebieden en op de vlucht voor conflicten het hardst getroffen worden door de sociale, economische en politieke gevolgen. De huidige COVID-19 crisis wordt dan ook vaak vergeleken met oorlog.
Vrede en veiligheid zijn essentieel voor mensen en essentieel voor staten om te kunnen zorgen voor basisgezondheidszorg en het bevorderen van veerkracht. In een geglobaliseerde wereld zal de crisis alleen onder controle zijn als ze overal onder controle is. De oproep tot een wereldwijd staakt-het-vuren van VN secretaris-generaal Guterres wordt gesteund door meer dan 70 landen, waaronder Nederland. Dat is een bewonderenswaardige eerste stap, maar moet worden opgevolgd met een plan van aanpak.
Turbulente tijden
De COVID-19 crisis vindt niet plaats in een vacuüm: de wereld werd al geconfronteerd met het hoogste aantal vluchtelingen sinds de Tweede Wereldoorlog. Het laatste decennium was het meest gewelddadige sinds het einde van de Koude Oorlog, met een ongekend hoog niveau van wapenhandel. Maar de golf van burgerprotest tegen repressieve regimes was eveneens ongekend, net als de protesten tegen het gebrek aan actie om klimaatverandering en gendergerelateerd geweld te voorkomen.
Als vredesorganisatie is PAX zich er terdege van bewust hoe de verspreiding van het virus en de reactie daarop een impact hebben op vredesopbouw en conflictoplossing. Terwijl sommige partners van PAX hun vredesopbouwwerk ook online vanuit huis voortzetten, worden anderen, bijvoorbeeld in Irak, geconfronteerd met een noodsituatie waarbij zij hun gemeenschappen proberen te ondersteunen in hun basisbehoeften. De meeste Afrikaanse landen zijn compleet onvoorbereid.
Zeven punten
Naar aanleiding van gesprekken met partners en andere collega’s in de vredesopbouw, mensenrechten en humanitaire sectoren, komen we tot zeven punten die cruciaal zijn om te monitoren terwijl de COVID-19 crisis zich ontvouwt en politici daarop een antwoord proberen te formuleren.
- Mensen die door gewapende conflicten worden getroffen, zijn bijzonder kwetsbaar. Gezondheidssystemen zijn al overbelast en vaak zwaar beschadigd tijdens gewelddadige conflicten. In landen als Syrië en Jemen zijn ziekenhuizen bewust doelwit geweest. Voor vluchtelingen– bijvoorbeeld in Libanon en op de Griekse eilanden– zijn medische voorzieningen zo goed als afwezig, net als faciliteiten voor basis hygiëne; sociale afstand houden is onmogelijk. Elders, zoals in bezet Palestina, zijn klinieken en medische faciliteiten niet toegankelijk voor alle burgers. Zoals de ebolacrisis heeft aangetoond, kunnen tekorten aan voedsel en medicijnen als gevolg van beperkte distributie een extra laag van kwetsbaarheid toevoegen. Internationale organisaties moeten zich dan ook specifiek richten op deze groepen die het meeste risico lopen.
- De COVID-19-crisis zal vrouwen in conflictgebieden anders en harder treffen dan mannen. Vrouwen lopen een grotere kans om besmet te raken met het virus door hun grotere rol als verzorgers binnen het gezin en als eerstelijns gezondheidswerkers. Tegelijkertijd hebben vrouwen minder zeggenschap in de besluitvorming over hoe er gerageerd moet worden op de crisis. Daarnaast worden vrouwenrechten en genderkwesties in tijden van crisis vaak van de politieke agenda geschrapt. Quarantaine maatregelen leiden tot een toename van huiselijk geweld en hebben een dramatische invloed op de vaak precaire bestaansmiddelen van vrouwen in informele economieën. Culturele normen belemmeren de toegang van vrouwen tot informatie, gezondheidszorg en hulp.
- Regeringen en conflictpartijen maken misbruik van de COVID-19-crisis. Wereldwijd zijn burgerlijke vrijheden zoals het vrije bewegingsverkeer en het recht op samenkomsten opgeschort op een ongekende manier. Hoewel maatregelen nodig en doeltreffend kunnen zijn om de verspreiding van het virus te voorkomen, zijn ze alleen te rechtvaardigen als ze tijdelijk zijn en democratisch worden gecontroleerd. We zien echter hoe autoritaire leiders als Orbán in Hongarije, of paramilitaire groeperingen in Colombia, misbruik maken van de situatie om de rechten van burgers te beperken en de oppositie te onderdrukken. De bemoedigende opkomst van machtige burgerbewegingenin Irak en Soedan zijn abrupt tot stilstand gekomen, zij het hopelijk tijdelijk .
- De COVID-19-crisis zal leiden tot een toename van gewelddadige conflicten of zelfs tot nieuwe conflicten. Onderhandelingsprocessen en vredesoperaties zijn gestopt. PAX maakt zich vooral zorgen over de situatie in Zuid-Soedan en de Syrische provincie Idlib. Wij vrezen dat het verkeerd aanpakken van de crisis en mogelijke tekorten aan voedsel en water zullen leiden tot nieuwe sociale en gewelddadige conflicten. Het besluit van Turkije om de watervoorziening in het noordoosten van Syrië af te sluiten, schept een alarmerend precedent. In Kosovo heeft het uitbreken van COVID-19 geleid tot een politieke crisis die de sociale spanningen verder kan doen opvlammen.
- Gebrek aan Europese solidariteit. Nog maar een paar jaar geleden werd de Europese Unie beloond met de Nobelprijs voor de Vrede en geprezen als het meest succesvolle vredesproject sinds de Tweede Wereldoorlog. Niet alleen in Europa, maar ook als belangrijk voorstander van vredesopbouw in de rest van de wereld. In de huidige crisis heeft de EU moeite om interne solidariteit in stand te houden. Noordwestelijke Europese landen, met name Nederland, tonen weinig zin om de verwachte economische crises in de zuidelijke EU-landen aan te pakken. Een nijpend gebrek aan reacties op de “Coronavirus coup” in Hongarije, en mogelijke soortgelijke autoritaire ontwikkelingen elders, hebben de kernwaarden van de Europese Unie verder ondermijnd.
- Tekenen van Hoop: Macht van burgers. In Nederland, maar eigenlijk overal ter wereld, zien we ook fantastische burgerinitiatieven die de sociale cohesie versterken, de meest kwetsbare groepen bereiken, en mensen ondersteunen die het virus bestrijden. Dit is niet anders in getroffen conflictgebieden, waar mensen gewend zijn te improviseren en om te gaan met noodsituaties en ineffectieve overheden. Partners in Zuid-Soedan en Congo– die normaal gesproken werken aan vredesopbouw– richten zich nu op de sensibilisatie van gemeenschappen waar regeringen dat niet doen. Mensen negeren de conflictslijnen om te helpen, zoals Palestijnse en Israëlische artsen. Deze initiatieven kunnen de basis vormen voor verdere vredesopbouw.
- De noodzaak van internationale samenwerking en solidariteit in reactie op COVID-19. In sommige regio’s hebben conflictpartijen gereageerd op de gemeenschappelijke crisis: de spanningen tussen Iran en de Golflanden zijn enigszins afgenomen en er wordt nauwelijks nog gevochten in Jemen. Maar de staten die Guterres’ oproep tot een wereldwijd staakt-het-vuren steunen moeten veel meer doen. Staakt-het-vuren moet leiden tot een politiek proces om conflicten op te lossen. Waar een bevroren conflict een effectieve reactie op COVID-19 zou belemmeren, zou een sterke gezamenlijke reactie ook de basis kunnen leggen voor het oplossen van conflicten. Een zinvolle stap in de wereldwijde oproep zou een wereldwijde stop op wapenoverdracht zijn. De ondertekenaars van de oproep moeten hier hun verantwoordelijkheid nemen.
Oplossingen op burgers gericht
De wereld zal er anders uitzien na de COVID-19 crisis, maar hoe precies zal worden bepaald door hoe we nu reageren. PAX en haar partners zijn ervan overtuigd dat de respons op de pandemie mensgericht moet zijn. Vrouwen moeten deel uitmaken van de besluitvorming. Gemeenschappen spelen een belangrijke rol om verspreiding van het virus te voorkomen, naar hen moet dus worden geluisterd. Vluchtelingen en burgers in conflictgebieden lopen bijzonder veel risico en hun extreme kwetsbaarheid moet dringend worden aangepakt. Aangezien internationale organisaties en staten optreden om de verspreiding van het virus te voorkomen en de schadelijke gevolgen van quarantainemaatregelen te verzachten, is dit het moment om voort te bouwen op tientallen jaren van investeren in capaciteit en kracht van het maatschappelijk middenveld en gemeenschapsleiders. Vredesopbouw en inclusiviteit moeten centraal staan in de reactie op COVID-19.