Opnieuw een humanitaire crisis in Irak

Al ruim twee maanden wordt de Noord-Irakese stad Amerli belegerd door milities van de IS (Islamitische Staat). Geschat wordt dat tussen de 15000 en 20000 burgers, met name Sji’ietische Turkmenen, geen kant op kunnen en afhankelijk zijn van de bescherming van enkele honderden Turkmeense strijders. 

De lokale bevolking vreest te worden gedood of ontvoerd indien IS strijders er uiteindelijk in slagen de stad in te nemen, zoals eerder is gebeurd in Mosul en dorpen in de Ninewe regio. Ondanks herhaalde noodroepen om hulp hebben de Koerden (die het nabijgelegen Kirkuk controleren) niet ingegrepen. Het Irakese leger is niet bij machte de confrontatie met IS aan te gaan en ziet zich genoodzaakt zich te beperken tot het droppen van voedsel en medicijnen vanuit de lucht. De langdurige belegering en isolatie van Amerli heeft gezorgd voor grote tekorten in levensmiddelen onder de lokale bevolking. Ook de VN kan vanwege de onveilige situatie en de belegering de stad niet van noodhulp voorzien.

Deze berichten  doen denken aan de situatie in Sinjar begin deze maand. Ook hier tragische verhalen van baby’s en ouderen die door uitputting en voedseltekorten sterven. Na veel internationale druk grepen de VS en Koerdische strijders toen militair in bij Sinjar. Ook nu hebben de VN Vertegenwoordiger voor Irak en de Hoge Commissaris van de VN voor Mensenrechten Pillay de internationale gemeenschap opgeroepen een humanitaire crisis in Amerli te vermijden. Net als in Sinjar is in Amerli een etnisch religieuze minderheid doelwit van IS en afhankelijk van (buitenlandse) lobby om haar gemeenschap te beschermen. Na de commotie en internationale aandacht voor christenen (Mosul, Qaraqosh), Jezidi’s (Sinjar) en Koerden (Erbil), roepen vertegenwoordigers van de Turkmeense gemeenschap nu ook op voor erkenning van een humanitaire catastrofe in Amerli. Zo blijven de minderheden van Irak schreeuwen om aandacht voor bescherming van hun gemeenschappen voor het voortdurende geweld.

Enkele lokale burgerschapsambassadeurs van PAX zijn in Basra de straat opgegaan om  solidariteit te tonen voor de bevolking van Amerli en bescherming van de stad om ‘een tweede Sinjar te voorkomen’. Op hun spandoeken staat ‘wij zijn allemaal Irakezen en tegen de IS. Red Amerli’. Saillant detail is dat onze ambassadeurs in Basra achtereenvolgens christen en Mandeëer zijn en dus geen deel uitmaken van de sji’ietische gemeenschap met wie ze solidariteit tonen. Christenen die oproepen tot bescherming van sji’ieten, Koerden die Jezidi’s beschermen en christenen die opgevangen worden in sji’ietische heiligdommen, het zijn de kleine sprankjes van hoop in deze oorlogszomer. Want wanneer de ene groep pleit voor bescherming van de ander zijn de eerste grondbeginselen voor een nationale pluriforme staat, met gelijke rechten en bescherming voor iedereen, gelegd.