De Islamitische Staat (IS, voorheen ISIS) in Noord-Irak wint steeds meer terrein. Dat heeft grote gevolgen voor de veiligheid van minderheden in het land.
In de regio Sinjar wonen veel Yezidis, een religieuze groep die verwant is aan het zoraostrisme. IS beschouwt Yezidi’s als ongelovigen. Na de verdrijving en vervolging van andere minderheden in de Ninewa provincie, zoals van Shabak, Shia en Christenen, lijken de Yezidis nu het volgende slachtoffer te worden van IS. De partners van PAX in de regio spreken van een ‘grote catastrofe’.
Vanochtend veroordeelde de VN Veiligheidsraad de mensenrechtenschendingen van IS in Noord-Irak. Indrukwekkend is de oproep van een Yazidi lid van het Iraakse parlementslid die in tranen oproept tot bescherming van haar gemeenschap.
Al-Mesalla Center for Human Resources is een partner van PAX in Erbil en voert projecten uit ten behoeve van de verbetering van mensenrechten en vredesopbouw, met een nadruk op bescherming van minderheden. Vrijwilligers van al-Messala zijn afgereisd naar de gebieden waar veel bewoners van Sinjar heen zijn gevlucht en schreven het volgende verslag:
Sinds de overname van Sinjar door IS op 3 augustus zijn Yezidi specifiek doelwit geworden, aangezien zij de meerderheid vormen in deze regio. Ongeveer 200.000 bewoners zijn Sinjar ontvlucht richting de omringende bergen, maar zij worden daar omsingeld door IS milities. Een lokale Yezidi vertegenwoordiger vertelde dat hij vreest dat ouderen en kinderen zullen sterven door uithongering en verdroging. Volgens een dorpsoudste van een van de dorpen rond Sinjar zijn 50 families gearresteerd door IS en inmiddels vermoord. Andere Sinjar vluchtelingen melden ons dat Yezidi mannen vermoord worden en vrouwen verkracht of uitgehuwelijkt.
De lokale bewoners, waaronder ook groepen die eerder al het geweld in de regio Mosul waren ontvlucht, zijn naar vier noordelijke districten (Baadre, Khanke, Sharia and Dohuk) gevlucht. Yezidi in de Koerdische regio dringen aan meer bescherming van de Koerdische peshmerga milities. In Dohuk, waar de meeste vluchtelingen uit Sinjar (zo’n 70,000) naartoe zijn gegaan, zijn de omstandigheden voor opvang, medische verzorging en voorzieningen niet toereikend. Koerdische autoriteiten zouden bezig zijn een stuk land toe te wijzen voor de Sinjar vluchtelingen om een kamp op te zetten. Veel vluchtelingen zijn getraumatiseerd door de plotselinge vlucht, de angst voor IS terreur en het feit dat ze persoonlijke bezittingen en zelfs sommige familieleden hebben moeten achterlaten.
