Oorlogsfotograaf Eddy van Wessel. Hij won vier keer de Zilveren Camera. Hij is vanuit Kharkiv op weg naar het front.
‘Ik ga naar het front, omdat je daar de urgentie van de oorlog ziet. Daar is de lijn tussen leven en dood heel dun. De foto waarbij je een soldaat in de ogen kijkt nadat hij 24 uur lang gebombardeerd is, moet gemaakt worden. De aandacht voor Oekraïne neemt helaas af. Het is essentieel om te laten zien wat het land doormaakt. Zodat niemand kan zeggen: ik heb het niet gezien en niet geweten.
Ik probeer het publiek betrokken te houden. Door het nieuws te vermijden, hoe vreemd dat ook klinkt. Als ik me focus op allerlei hevig geweld heeft dat eenmalig een shock effect. Maar de meesten in West-Europa hebben zoiets nooit zelf meegemaakt, daarom kunnen mensen zich er niet zoveel bij voorstellen. Dus belicht ik de gewone mens, iemand in wie je je kunt verplaatsen, met wie je een emotionele band aangaat.
Vaak volg ik conflicten die van de radar verdwijnen. Het conflict in Tsjetsjenië volgde ik tien jaar lang. Hetzelfde geldt voor Irak. In 2003 was er een strijd tegen Saddam Hoessein en uiteindelijk ben ik er tien jaar lang naar teruggegaan. Ik vrees dat dat ook zo gaat zijn bij Oekraïne. Dat ik een conflict zo lang blijf volgen, doe ik voor geschiedschrijving, zodat we verantwoording afleggen aan de generatie die na ons komt. Ik vrees dat er niet heel prettig over ons geoordeeld zal worden.
Ik volg mijn eigen gevoel, ik wil de diepte in met mijn verhalen. Als ik één keer ga dan doe ik wat iedereen doet: maar omdat ik vaker ga, kan ik dieper in de ziel van een gebied kruipen. Dan zie je dingen die je eerder niet zag. Dat leidt tot een veel rijker beeld.
Het volk heeft invloed, kan iets doen met die kennis. Ik hoop dat mijn foto’s bijdragen aan mobilisatie. We moeten bijvoorbeeld veel meer opstaan tegen de moordpartij die Israël nu in het Midden-Oosten uitvoert. Helaas zijn veel burgers vooral met zichzelf bezig. Daar kan ik heel moeilijk tegen.
Terwijl we ook van oorlog kunnen leren. Oorlog toont een kant van de mens die we niet kennen. Onze civilisatie hebben we onder controle denken we, maar het beest in onszelf niet. Als we dat beest beter leren kennen, kunnen we ook beter handelen als de nood aan de man komt.’
Journalist Bram Vermeulen. Voormalig correspondent. Maakt het VPRO programma Frontlinie, over mensen aan de frontlinies van deze tijd en onze rol in deze conflicten.
‘We zijn gaan geloven dat conflicten en oorlog iets zijn van meer dan 80 jaar geleden, of van ver van ons vandaan. In het programma Frontlinie laten we zien dat wij als Nederland een rol spelen in die conflicten. Via onze bedrijven, ons beleid of onze geschiedenis. Wij onderzoeken die rol. Daarmee voorkomen we hopelijk dat kijkers denken: wat heb ik met die ellende te maken, of wat kan ik eraan doen? Deze verhalen gaan, hoe ver van huis ook, over óns.
Ik hoop dan ook dat onze programma’s bijdragen aan inzicht en een beter debat. Over migratie bijvoorbeeld, of over wildbeheer, of over klimaatverandering en de zin en onzin van maatregelen in reactie daarop. Het publiek zou na het bekijken van onze uitzending iets kunnen doen. Bijvoorbeeld bij verkiezingen, geld geven aan goede doelen, of zelf iets willen doen aan klimaatverandering. Maar ik ben ook realist, dus ik ben al blij als ook maar één kijker iets opsteekt van onze programma’s.
Sommige conflicten krijgen meer aandacht dan andere. Het conflict in Soedan is een voorbeeld van een conflict dat weinig aandacht krijgt. Een van de belangrijkste redenen is gebrek aan toegang. De hoofdstad Khartoem is, op enkele wijken na, nog altijd niet veilig. Gelukkig proberen veel media te voorkomen dat Oekraïne en Gaza alle aandacht opeisen. De NOS en de Volkskrant en ook NRC blijven erover berichten en gaan naar Zuid-Soedan en Tsjaad. Voor Frontlinie maakte ik een constructie over de val van Khartoem, met daarin gevluchte Soedanezen en de Nederlandse ambassadeur over de vraag waarom de Soedanese paspoorten niet veilig waren gesteld. Maar vergeleken bij de andere conflicten krijgt Soedan natuurlijk te weinig aandacht van de wereldpers. We blijven onderzoeken of en wanneer we Soedan in kunnen.
Hoe je als journalist ervoor zorgt dat je geen onderdeel wordt van het conflict of als partijdig wordt gezien? Door hoor en wederhoor en met een scherp oog voor machtsverhoudingen. In onze reportages komen dan ook altijd beide partijen aan het woord. We zijn er om de macht te controleren en in conflicten zijn de machtigen degenen met wapens. Daarom ben ik altijd kritischer op degene met macht en een geweldsapparaat achter zich. Dat is mijn plicht als journalist. Christiane Amanpour van CNN verwoordt het mooi. Ze zegt: “I’m truthful, not neutral.”’
Programmaleider Soedan bij PAX, Thirsa de Vries.
‘Je zou het misschien niet zeggen als je afgaat op de media-aandacht ervoor, maar in Soedan speelt nu de grootste humanitaire crisis ter wereld. Er is hongersnood, het land heeft het grootste aantal vluchtelingen en ontheemden. Dat er minder media-aandacht voor is komt deels omdat journalisten niet makkelijk naar binnen kunnen. Ook blokkeren beide strijdende partijen hulp. Lokale journalisten krijgen met veel geweld te maken. Beelden of andere informatie van binnen naar buiten krijgen is niet makkelijk. Door de oorlog zijn de telecomnetwerken en het internet uitgeschakeld. Mensen in Soedan gebruiken internet via Starlink, het bedrijf van Elon Musk. Het wordt onofficieel gebruikt. Sommige mensen hebben toegang en anderen betalen hen daarvoor.
Toch verschijnen er af en toe wel stukken, vooral in specialistische media. Journalisten doen onderzoek via OSINT (open source intelligence). Dat leidt tot een ander soort artikelen, zoals diepgravende onderzoeksjournalistiek. Die bereikt helaas niet het grote publiek. Mensen zeggen: is er nog steeds oorlog in Soedan?
Soms zijn er beelden over strijdende partijen en van vernietigde gebouwen. Er was laatst wel een prachtige reportage van Elles van Gelder, die was gemaakt in een vluchtelingenkamp in Zuid-Soedan. Het was een video
van tien minuten over Soedan, waarbij je ook een verliefd stelletje zag. De vrouw vertelde dat haar zwangerschap was geëindigd, dat was heel ontroerend. Zulke verhalen
mogen vaker gemaakt worden.
Voorheen was de wereld te druk met Gaza en Oekraïne, om diplomatieke kracht en financiering in Soedan te steken. Gelukkig is dat een beetje aan het veranderen. Het conflict speelt zich af tussen twee groepen en zou makkelijker oplosbaar moeten zijn dan bijvoorbeeld het conflict in Oekraïne. Bij de laatste algemene vergadering van de VN gaf de regering van Biden aan te gaan investeren in een oplossing.
Ik denk dat het helpt als er meer aandacht voor komt. Bijvoorbeeld voor politieke druk, zodat landen meer actie ondernemen. Als mensen steeds vaker zeggen: dit is écht vreselijk. Waarom wordt hier niets aan gedaan? Dat is een stukje van de oplossing.
Toch kan de media ook speelbal worden. Sinds september is er een opmars van het leger in een aantal wijken in Khartoem, en vorige week was daar op de BBC ineens een item over. Die journalisten zijn dan toch toegelaten. Het leger heeft er nu baat bij, het kan zo de indruk wekken dat het weer veilig is in Soedan. Daar moet je als journalist pragmatisch mee omgaan. Zorgen dat je je niet laat misbruiken.’