Colombiaanse autoriteiten hebben op dinsdag 30 oktober bevestigd dat ze een misdaadonderzoek begonnen zijn naar het mijnbouwbedrijf Drummond. Aanleiding hiervoor is de vermeende financiering van paramilitaire strijdkrachten. Het onderzoek bevestigt de ernst van de jarenlange beschuldigingen en, tegelijkertijd, de noodzaak van waarheidsvinding en herstel voor de vele slachtoffers en hun gemeenschappen.
De nationale krant El Tiempo was de eerste die het nieuws naar buiten bracht dat de Colombiaanse publieke aanklager een misdaadonderzoek geopend heeft naar de vermeende banden tussen Drummond en paramilitaire strijdkrachten die opereerden in de Cesar mijnregio tussen 1996 en 2006. Acht bestuursleden van Drummond zullen worden opgeroepen voor ondervraging, inclusief CEO José Miguel Linares en voormalig CIA-agent en voormalig hoofd van veiligheid Jim Adkins.
PAX-woordvoerder Joris van de Sandt: “Het onderzoek naar Drummond is een belangrijke erkenning voor de slachtoffers die hier al meer dan 15 jaar oproepen tot waarheid, rechtvaardigheid en herstelbetalingen van de impact van het paramilitaire geweld op hun levens.”
Waarheid en verzoeningsdialoog
Tussen 1996 en 2006 zijn in mijnregio Cesar meer dan 55.000 mensen met geweld van hun land verdreven en meer dan 3100 mensen vermoord. Sindsdien pleiten de gemeenschappen voor erkenning, rechtvaardigheid, teruggave van land en herstel van hun levensonderhoud. De start en groei van Drummond’s mijnoperaties in de jaren ’90 vallen samen met de opkomst van de paramilitaire strijdkrachten in de regio. De Asamblea Campesina heeft het mijnbouwbedrijf opgeroepen om de dialoog met slachtoffers aan te gaan, om te komen tot waarheid en verzoening. De Asamblea vertegenwoordigt 15 slachtofferorganisaties in Cesar. Van de Sandt: “Voor de slachtoffers gaat zo’n proces niet over de vraag van schuld, maar gaat het over het vinden van de waarheid, morele verantwoordelijkheid, collectief herstel van het levensonderhoud en het creëren van veiligheid. Zonder een eerlijk gesprek over het verleden komt er geen vertrouwen. En zonder vertrouwen komt er onder de bevolking geen steun voor industriële mijnbouw.”
Prodeco, een ander mijnbedrijf in de regio, heeft een hele andere aanpak dan Drummond. Prodeco is betrokken bij slachtoffer gemeenschappen en ziet een proactieve rol voor zichzelf in regionale vredesopbouw. Samenwerkingen op het gebied van waarheidsvinding en het opbouwen van vertrouwen met de gemeenschappen van de Asamblea Campesina inbegrepen. Van de Sandt: “Dit is een voorbeeld dat Drummond zou moeten volgen, los van de uitkomst van het misdaadonderzoek.”
Europese energiebedrijven
Een groot deel van de Colombiaanse kolenexport komt uit Cesar. Van de Sandt: “Energiebedrijven die steenkool importeren van Drummond zouden duidelijke signalen moeten afgeven aan Drummond dat ze eindelijk moeten erkennen dat er een nalatenschap van een mensenrechtenprobleem is en dat ze hun houding naar de slachtoffers toe moeten aanpassen. Prodeco laat zien dat een constructievere benadering mogelijk is. De boodschap zou moeten zijn dat als Drummond wil blijven exporteren naar Europa het snel zijn handelen moet veranderen.”