Niger. Een van die grote landen in de Sahel met rechte lijnen als grenzen, pennestrepen dwars door de lege Sahara. Het duurt even voor mijn vader het op de kaart van Noord-Afrika kan aanwijzen: daar, naast Mali, boven Nigeria en onder Libië. Wat een uithoek!
Dat valt nogal mee. Niger is sinds een paar jaar het epicentrum van het Europese migratiebeleid. En vanwege de vrees voor toenemend jihadisme en gewapend extremisme in de regio is het een hotspot voor internationale veiligheidsmissies. Ik was er eind mei, samen met een collega, voor het eerst, in de hoofdstad Niamey, om verkennende gesprekken te voeren voor een PAX-project over veiligheid en migratie in de Sahel. Na terugkomst ben ik bij mijn ouders op bezoek. Mijn vader trekt de atlas uit de kast en gaat ervoor zitten. Hoe wás het daar? Nou, daar valt na een paar dagen rondkijken wel het een en ander over te zeggen. Dit is wat ik mijn vader vertel:
Niger is het belangrijkste transitland voor migranten en vluchtelingen uit Centraal- en West-Afrika op weg naar de Maghreb en Europa. De route voert door woestijnstad Agadez, waar vooral na de ineenstorting van Libië in 2011 een migratie-industrie opbloeide. Onder druk van de EU greep de Nigerijnse regering in en besloot mensensmokkelaars hard aan te pakken. (zie kader onderaan). Het resultaat is dat er langs de bekende routes minder pick-uptrucks vol migranten geteld worden op weg naar Libië. Maar dat zegt niet zoveel, volgens Harouna Mounkaila, migratiedeskundige aan de Adbou Moumouni Universiteit van Niamey. ‘Het beleid leidt ertoe dat de smokkelroutes worden verlegd en mensen bijvoorbeeld in clandestiene pakhuizen worden ondergebracht tot vertrek’, aldus Mounkaila. Inmiddels is er ook een stroom de andere kant op: UNHCR en IOM vangen in Niger vluchtelingen en migranten op die terugkomen uit de beruchte Libische detentiecentra, alweer onder druk van Europa. Een deel keert terug naar het land van oorsprong, maar veel van hen verdwijnen. ‘Jongeren komen en gaan. Ze hebben al betaald, dus proberen ze het opnieuw.’ En dan zet Algerije sinds kort ook nog eens duizenden Nigerijnse migranten de grens over, terug naar Niger. Mounkaila oogt vermoeid. ‘Niger is een laboratorium voor mobiliteit geworden. Maar uiteindelijk zijn migranten slechter af: ze zijn onzichtbaarder en dus nog kwetsbaarder.’
Nu Niger in de belangstelling staat vanwege terrorisme en migratie, dient de Nigerijnse regering vooral de buitenlandse belangen – dat is de indruk van onze gesprekken met journalisten, onderzoekers en activisten. Niet voor niets roemt de Europese Commissie in ieder rapport over de Europese migratieagenda wat voor fijne partner Niger wel niet is. Het straatarme land ontvangt miljoenen uit het EU-noodfonds voor Afrika, onder andere voor grensbewaking. Tegelijkertijd blijft de EU blijft opvallend stil over het feit dat al sinds halverwege maart 26 mensenrechtenactivisten vastzitten. Ze zijn opgepakt naar aanleiding van vreedzame demonstraties tegen een omstreden begrotingswet. Onder hen de voorman van Alternative Espaces Citoyens, de enige ngo die scherpe kritiek uit op het Nigerijnse migratiebeleid.
Ook op een andere manier is de buitenlandse invloed in Niamey waarneembaar. Aan de lange Avenue de la République verrijst een reusachtige Amerikaanse ambassade, aan de andere kant van de weg bouwen de Saoedi’s een woestijnpaleis en Turkije heeft alvast een giga stuk land afgehekt. China ontbreekt evenmin in het rijtje ‘groots en imponerend’. In het nationale museum is verreweg het best onderhouden paviljoen over uraniumwinning ingericht door het Franse bedrijf Areva, dat de uraniummijnen in het noorden exploiteert. Elders een Iraanse apotheek, Tunesische universiteit, Turks ziekenhuis, Saoedische kantorenflat en veel nieuw ogende moskees: hier worden geopolitieke invloedsferen bestendigd.
Mijn vader verzucht iets over toestanden in de wereld. Mijn hoofd tolt nog enigszins van de indrukken, de deprimerende armoede maar ook de hoopvolle gesprekken met jonge, energieke activisten die de vinger op de zere plek van zwak bestuur leggen. En ik vraag me af hoe we als PAX gaan manoeuvreren in zo’n complexe regio, waar de Grote Belangen vaak maar lastig samengaan met die van gewone mensen. Wordt vervolgd.
Niger is een van de armste landen ter wereld en bungelt onderaan de Human Development Index. Het zuidoosten heeft zwaar te lijden onder de Boko Haram-crisis net over de grens in Nigeria. Vanuit Mali overslaand terrorisme en interetnisch geweld ontwrichten de westelijke grensregio’s. Het noorden, dat grenst aan Algerije en Libië, is het terrein van smokkelaars, in mensen, drugs en wapens. En in de stad Agadez, in het midden van het land, nemen de spanningen toe sinds de autoriteiten onder druk van de EU hard optreden tegen mensensmokkelaars en de economie als gevolg wankelt. Europese werkgelegenheidsprojecten leveren nog nauwelijks iets op.
Het Amerikaanse leger bouwt een enorme basis nabij Agadez, om gewapende drones in te zetten in de strijd tegen gewapend extremisme in Noord- en West-Afrika. Het Franse leger is ook aanwezig in Niger, als onderdeel van de regionale antiterrorismeoperatie Barkhane. De Italianen hebben een paar honderd militairen gestationeerd in het grensgebied met Libië. En dan is er nog de EU-missie EUCAP Sahel, die Nigerijnse veiligheidsdiensten traint. Wat Nigerijnen daar allemaal van vinden? Onrustbarend, want niemand die precies weet wat die buitenlanders komen doen en welke (en vooral: wiens) belangen dat dient.