Vrede bouw je met diplomatie, internationale samenwerking, wapenbeheersing en de versterking de internationale rechtsorde. Maar dit kabinet investeert in oorlog, niet in vrede.
Het Defensiebudget steeg al van 7,7 miljard in 2014 naar een duizelingwekkende 21 miljard in 2024. Volgens de Defensienota zal het budget zelfs nog verder oplopen naar 24 miljard de komende jaren. Een verdrievoudiging van het budget van 2014. De 31 lidstaten van de NAVO gaven in 2023 al meer dan de helft (55%) uit van wereldwijde uitgaven (dus van alle landen) aan defensie. Op drie landen na, verhoogden alle NAVO-landen hun budgetten al in 2023. Hiervan gaat sterk het signaal uit dat de NAVO-landen liever op wapens inzetten dan op internationale samenwerking. Militairen als Rob Bauer, de hoogste militair van de NAVO, bepleiten zelfs verdere verhoging tot ruim 35 miljard.
Wapens zijn het laatst redmiddel
Dat een deel van de bezuinigingen op Defensie, vooral vanaf 2011, ongedaan werd gemaakt is gezien de huidige context begrijpelijk. Maar de nu geplande investering in wapens is ronduit gevaarlijk in combinatie met de bezuiniging op diplomatie en internationale samenwerking. Ambassades en consulaten moeten het aankomend jaar met 10 procent minder budget doen en het budget voor internationale samenwerking wordt vooral vanaf 2027 sterk verkleind. Hierdoor ontstaat het risico dat bedreigingen voor onze veiligheid en stabiliteit primair door een militaire lens bekeken worden, dat wapens als ons enige antwoord op dreiging beschouwd worden in plaats van een allerlaatste redmiddel.
Na de verkiezing van Trump is het des te belangrijker dat Europa wereldwijd bondgenoten vindt die de democratische rechtsorde en het internationaal recht steunen. Europa moet voor haar veiligheid veel meer zelf in actie komen. Dat betekent niet in de eerste plaats dat we vooral meer wapens moeten kopen, net als de Amerikanen, het betekent dat we moeten bouwen op Europa’s kracht: bescherming door samenwerking, veiligheid door afspraken en politiek op basis van recht en waarden.
Verlies van geloofwaardigheid
Is daarbij een effectieve krijgsmacht niet ook nodig om ons te kunnen verdedigen? Uiteraard, en daarom heeft deze een logische eigen plaats op de begroting van onze overheid. Over die begroting mag dan wel een overkoepelende strategie worden verwacht. Die ontbreekt nu. Een extreem hoog defensiebudget wordt gecombineerd met bezuinigingen op instrumenten waarmee oorlog kan worden voorkomen. Bovendien maakt Nederland zich internationaal ongeloofwaardig door selectief schendingen van het internationaal recht te veroordelen. Dat Nederland schendingen door Rusland in Oekraïne veroordeelt is heel erg terecht, en gelukkig spant Nederland zich daar in om voor recht te zorgen. Onbegrijpelijk en pijnlijk is de zwakke houding ten opzichte van de schendingen die Israël pleegt in Gaza. Het verlies van geloofwaardigheid dat van deze dubbele standaard het gevolg is, gaat het eveneens moeilijker maken om politieke oplossingen te vinden voor de conflicten die Nederlandse veiligheid en belangen bedreigen.
Pleidooien voor (nóg) meer wapens, worden vaak gelegitimeerd met een merkwaardig adagium: ‘wie vrede wil, bereidt zich voor op oorlog.’ Merkwaardig, maar ook levensgevaarlijk, want wie bezuinigt op diplomatie en internationale samenwerking, de internationale rechtsstaat uitholt en extreem investeert in wapens maakt oorlog – in het ergste geval zelfs nucleair – juist waarschijnlijker. Dat is het laatste wat we nodig hebben, zeker in tijdens van toch al extreem hoog opgelopen spanningen en conflict, zowel in Europa als het Midden-Oosten.
Vrede moet je voorbereiden
Te midden van schaarse middelen en in tijden van grote armoede en extreme ongelijkheid kan het geen kwaad de woorden van de Amerikaanse president Eisenhower, die toch bepaald geen vredesduif was, te memoreren. In 1953 zei hij, kort na zijn aantreden: ‘Elk kanon dat wordt gemaakt, elk oorlogsschip dat te water wordt gelaten, elke raket die wordt afgevuurd, betekent in laatste instantie diefstal van hen die honger hebben en niet gevoed worden, van hen die het koud hebben en niet gekleed worden.’
Wie vrede wil, weten wij uit ervaring, moet natuurlijk vrede voorbereiden. Dat betekent: investeren in diplomatie, internationale samenwerking, collectieve veiligheid, wapenbeheersing en versterking van de internationale rechtsorde en solidariteit.