Ik opende Facebook en scrolde door mijn newsfeed. Veel Trump-nieuws vult het scherm, naast de verschrikkingen in Aleppo. Machteloos voel ik me, net als zoveel duizenden anderen. Net als zoveel duizenden burgers in Aleppo.
“Hey! Hoe gaat het? Ik hoop dat het ok met je gaat. Het lijkt erop alsof de wereld Syrië vergeet” bericht ik Akram, een Syrische jongen uit Aleppo die inmiddels bijna een jaar in Nederland woont.
“Hai Pim!! Het gaat goed met me, bedankt. Ja, de wereld vergeet Syrië en wij voelen ons machteloos. Het is vreselijk wat er nu gebeurt :(“ reageert hij.
Dat gevoel van onmacht herken ik. We praten over de situatie, over hoe mensen proberen te overleven en over hoe hij probeert contact te onderhouden met vrienden en bekenden. Na een tijdje maakt hij een opmerking die me raakt en die misschien wel voor heel veel gevluchte Syriërs opgaat. “Het grootste probleem is dat ik niet meer kan liegen. Ik kan ze niet meer zeggen dat het allemaal goed komt.”
Het grijpt me bij de keel en ik blijf stil.