Tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) drukten een aantal lidstaten hun zorgen uit over de giftige overblijfselen van conventionele wapens die op lange termijn het milieu verontreinigen en een bedreiging kunnen vormen voor mensen die wonen en werken in deze besmette gebieden. IKV Pax Christi was aanwezig om de implicaties van milieuverontreiniging door gewapend conflict meer onder de aandacht te brengen bij Staten en NGO’s. Dat dit thema steeds meer onderwerp van discussie wordt blijkt uit toespraken van diverse Staten tijdens de First Committee van de AVVN.
Door Wim Zwijnenburg
Noorwegen roept op tot meer onderzoek naar de risico’s voor burgers door te stellen dat aanzienlijke gaten zitten in onze kennis over de risico’s voor burgers door blootstelling aan giftige oorlogsresten. Zij roept de internationale gemeenschap om deze vragen aan te kaarten, met name het gebrek aan data over toxiciteit, het gebrek aan inzicht het gedrag van deze giftige oorlogsresten op het milieu en de blootstelling risico’s voor burgers. Dit zou gedaan moeten worden door beter onderzoek, het monitoren van het milieu en evaluaties.
Ook Costa Rica benadrukt de gevaren van giftige oorlogsresten voor burgers in en na gewapend conflict. Tevens wordt in hun statement benadrukt dat er weinig verplichtingen zijn voor staten om onderzoek te doen naar de toxiciteit en milieu impact van materialen en substanties in wapens. Er wordt verwezen naar de analyse van het UN Environment Program, die hebben aangegeven dat Artikel 35 en 55 van het Aanvullende Protocol I van de Conventies van Genève vanwege het ontbreken van een duidelijke drempel die de schade aan het milieu aangeeft niet effectief genoeg de bescherming van het milieu tijdens gewapend conflict garandeert. Costa Rica roept op om een duidelijke link te maken tussen humanitaire en milieuoverwegingen in het kader van burgerbescherming.
Volgens Zuid Afrika moeten er meer inspanningen gedaan worden om de kennis over de mogelijke humanitaire impact van giftige substanties in conventionele wapens te vergroten om zo beter inzicht te krijgen in de gezondheidsproblemen voor burgers en de (milieu-) erfenis van conflict.
Oostenrijk benoemt specifiek verarmd uranium als een zorgpunt door te wijzen op recente studies die aantonen dat de straling en chemische toxiciteit van verarmd uranium op de lange termijn een significant gezondheidsprobleem kan opleveren voor het milieu en burgers die in verontreinigde gebieden wonen. Oostenrijk pleit daarom voor meer onderzoek in deze plaatsen.
Als laatste geeft Bahrein aan dat normen en standaarden voor milieubescherming een belangrijkere plaats verdienen in wapenbeheersing- en ontwapeningsfora zoals de VN.
Giftig spoor van conventionele wapens
IKV Pax Christi is een van de oprichters van het Toxic Remnants of War Project, dat in 2012 gestart werd. Het project richt zich op de bredere problematiek van de giftige nalatenschap van conventionele wapens. Met name zware metalen die in munitie zitten, giftige componenten in explosieven, verlichtingsmaterialen en raketbrandstoffen kunnen op korte en lange termijn de gezondheid en het milieu aantasten. Daarnaast zijn ook vaak chemische industrieën, olieraffinaderijen en andere kritische infrastructuur doelwit van aanvallen waardoor chemische stoffen in het milieu terecht komen.
Gebrek aan capaciteit, expertise en transparantie
Veel Staten die getroffen zijn door gewapend conflict missen echter de capaciteit en expertise om onderzoek te doen, opruimingswerkzaamheden te starten en voorlichting te geven aan burgers. Daarnaast worden zij gehinderd door gebrek aan transparantie over welke wapens gebruikt zijn en waar deze gebruikt zijn. Recente voorbeelden zoals Libanon waar fabrieken en raffinaderijen werden verwoest, en Irak, waar bijvoorbeeld de omstreden munitie verarmd uranium op grote schaal gebruikt werd in dichtbevolkte gebieden en veel andere giftige stoffen in het milieu terechtkwamen tijdens en na de gevechten, kampen nog steeds met gevolgen van deze oorlogen.
Zorgen over bescherming van het milieu tijdens en gewapend conflict zijn ook onderwerp van discussie binnen de Internationale Recht Committee, het Internationale Rode Kruis. Daarnaast heeft en heeft de Speciale Rapporteur voor de Mensenrechten Raad onderzoek gedaan naar de impact van conflict op mens en milieu, en is gekomen met een reeks aanbevelingen aan de secretaris generaal van de VN.