Centraal-Afrika heeft een traumatisch verleden. De genocide in Rwanda in 1994, de oorlogen in Congo/Zaïre (rond de eeuwwisseling) waar alle buurlanden bij betrokken waren, de burgeroorlogen in Burundi in de jaren ’70 en ’90 en de burgeroorlog in Oeganda in de jaren ‘80 die Museveni aan de macht bracht, hebben diepe sporen nagelaten in het land. Maar ook de huidige machthebbers handelen niet bepaald in het landsbelang. De vier genoemde landen maken momenteel verkiezingsprocessen door die de ware intenties van hun leiders geleidelijk blootgeven.
Afgelopen weekend waren er presidentsverkiezingen in Rwanda. De zittende president Kagame heeft twee termijnen gediend en daarmee is zijn limiet volgens de grondwet bereikt. Althans, volgens de oude grondwet, want zijn regime heeft die met weinig moeite kunnen aanpassen, waardoor Kagame volgens de nieuwe constitutie tot 2034 aan de macht mag blijven.
Verkiezingen in Rwanda zijn eigenlijk maar een saaie aangelegenheid. In 2003 won Kagame de eerste presidentsverkiezingen na de genocide met 95% van de stemmen. In 2010 vond hij bij de verkiezingen 93% van de kiezers aan zijn kant. Dit jaar gaf zelfs bijna 99% van de kiezers zijn stem aan Kagame. Het land wordt gekenmerkt door grote economische groei en daarvoor wordt Kagame, op zich niet onterecht, binnen en buiten Afrika bejubeld. Maar de repressie staat minder in de schijnwerpers. Twee decennia van onderdrukking van mensenrechtenverdedigers, journalisten en oppositieleden heeft een klimaat van angst gecreëerd.
In DR Congo doet president Kabila alles om verkiezingen te voorkomen. Zijn tweede en laatste termijn is voorbij maar hij zit er nog steeds. De politieke impasse heeft geleid tot grootschalige conflicten in het land met gewelddadige onderdrukking door het leger. President Kabila zit op ramkoers met zijn eigen bevolking in zijn voornemen zijn rijkdom te behouden en liefst nog verder te vergroten.
Sinds de Burundese president Nkurunziza in april 2015 aankondigde in tegenspraak met de grondwet een 3e termijn te ambiëren is het land vervallen in een diepe politieke en veiligheidscrisis. Burundi is een politiestaat geworden waarbij sprake is van systematische onderdrukking en geweld zonder zicht op een mogelijke oplossing is. Vrijheid van meningsuiting, vrije media en vrijheid van vereniging bestaan niet meer. Nu is ook Nkurunziza bezig de grondwet te veranderen zodat hij nog een vierde termijn kan claimen.
In Oeganda is Museveni al sinds 1986 president. Elke vijf jaar zegt hij dat dit de laatste keer is dat hij zich verkiesbaar stelt. De grondwetverandering die hij nastreeft, moet de leeftijdslimiet voor een president wijzigen zodat hij zich in 2021 weer verkiesbaar kan stellen. De verkiezingen zelf wint Museveni keer op keer met behulp van onderdrukking en arrestatie van de belangrijkste oppositieleiders en stemfraude.
Wisselende reacties EU
In Burundi en in Congo reageerde de EU op de politieke manipulatie en onderdrukking met forse sancties. In Oeganda was er bij de laatste verkiezingen kortstondig kritiek. Bij de verandering van de grondwet in Rwanda heeft de EU echter slechts in één persverklaring kritiek geuit en bleven de lidstaten stil. Voor deze verkiezingen heeft de EU echter geen observatiemissie gestuurd, wat zeer betreurenswaardig is. Mede daardoor heeft zij zich beperkt uitgesproken. De EU aarzelt Rwanda teveel te kritiseren als (schijnbaar) stabiel land in een verder chaotische en instabiele regio. Bovendien draagt Rwanda actief bij aan VN-vredesmissies.
De chaos in buurlanden Congo en Burundi is weliswaar groter, maar dat wil niet zeggen dat Rwanda een stabiel land is. De recente geschiedenis heeft bewezen dat een land dat in zo grote mate afhankelijk is van één sterke man niet stabiel is.
De ongelijke kritiek op de betrokken landen heeft een pervers effect, want de machthebbers in de buurlanden legitimeren hun gedrag met verwijzing naar de afwezigheid van kritiek op Rwanda. De capaciteit bij buurlanden om crisissen op te lossen neemt af. Zo benoemde de Oost-Afrikaanse Gemeenschap president Museveni als bemiddelaar in het Burundese conflict. Die miste echter elke legitimiteit omdat deze zelf al meer dan 30 jaar president was.
De EU zou er goed aan doen zich steviger uit te spreken richting landen die de democratie aan hun laars lappen, óók als het een ogenschijnlijk stabiel land betreft. Onder een dictatuur is immers niets wat het lijkt. Internationaal voert de ER een normatief beleid waarin mensenrechten en democratie centraal staan, en niet alleen gekeken wordt naar stabiliteit op korte termijn. Het is belangrijk hieraan vast te houden en naar de hele regio Centraal-Afrika hetzelfde beleid te voeren – in het belang van de regio als geheel en van de burgers in Rwanda.