De discussie over de aanschaf van drones, en juist ook de bewapening van drones, is in Nederland al jaren een gevoelig punt. Ondanks dat Nederland begin 2015 aangaf 4 MQ-9 Reaper drones te willen kopen, bleek in najaar 2015 dat daar geen geld voor was. Het aanschafproces was bleek meer voeten in het zand te hebben dan in eerste instantie leek. Het was al snel duidelijk, onder andere uit Wikileaks berichten, dat tijdens de aanschafprocedure Defensie de voorkeur gaf aan de Reaper, maar ook dat zij liever geen debat wilde over bewapening en daarom altijd bezworen heeft dat het vooralsnog om onbewapende versies ging. Dat is opmerkelijk. Het klinkt hetzelfde als zeggen dat je per se een Ferrari wil kopen omdat je rood zo’n mooie kleur vindt. PAX is echter altijd bezorgd geweest dat het maar een kleine stap naar bewapening zal zijn, zonder een grondige publieke en parlementaire discussie. Hoewel het parlement eventuele bewapening kan tegenhouden, staat niks de regering in de weg de wens van de Kamer naast zich neerleggen, zoals gebeurde in het geval van de bewapening van de JSF met kernwapens.
Door Wim Zwijnenburg
Wat bewapende drones relevant en anders maakt
Ondanks dat zorgen over inzet worden weggewuifd met het argument dat er militair niks nieuws onder de zon is met drones en geen behoefte aan verduidelijking van internationaal recht, ziet PAX toch een ander beeld: namelijk toenemende inzet in contraterrorisme operaties in schimmige conflict gebieden zoals Jemen, Somalie en Pakistan, zonder duidelijke juridische rechtvaardiging. De groeiende bezorgdheid over de mogelijk vele burgerslachtoffers die nergens terecht kunnen met hun verhaal is dan ook gerechtvaardigd. Daarnaast dreigt het gevaar dat de drempel tot geweldsinzet verlaagd wordt door de afwezigheid van vele risico’s bij de inzet van drones, en de mogelijkheid om 24 uur per dag, 7 dagen in de week boven een gebied te laten vliegen. Technologie lijkt daarmee een steeds dominantere rol te spelen in militaire operaties, ten koste van investeringen in mensen op de grond. In deze contraterrorisme operaties vervullen bewapende drones een sleutelrol en gezien de groei en evolutie van nieuwe type conflicten tegen gewapende groepen en terroristen zullen dergelijke operaties steeds vaker plaats vinden. Juist daarom is het belangrijk dat staten die beschikken over bewapende drones, of van plan zijn om ze aan te schaffen, duidelijkheid geven over wat zij met deze machines willen doen, welke militaire meerwaarde dat aan hun missies geeft en dat zij aansprakelijk kunnen worden gehouden voor de gevolgen.
Dit beleid mag zich niet beperken tot de bewapende inzet van drones, ook het dilemma rond het delen van informatie die met drones of andere methodes verkregen wordt en mogelijk gedeeld wordt met partners die wel aan buitenrechtelijke executies doen (eventueel met drones) dringt zich steeds meer op. Een voorbeeld hiervan is metadata die Nederland heeft gedeeld met de NSA, die mogelijk gebruikt werd om doelwitten te selecteren en uit te schakelen in Somalië. Hierover wil PAX een duidelijk standpunt van de regering. De Minister van Defensie heeft gezegd dat Nederland niet mee werkt aan illegale targeted killings, maar kan dit niet aantonen. Sterker nog, zij geeft aan hierover in het geheel geen informatie te hebben.[1]
Internationale discussie vordert langzaam
Wat is de Nederlandse positie ten opzichte van de Amerikaanse targeted killings in Pakistan, Somalië en Jemen en andere missies die plaatsvinden buiten erkende conflictgebieden? Nederland heeft nooit duidelijk en publiekelijk aangegeven dat deze targeted killings in specifieke gevallen zoals Jemen, Pakistan en Somalië illegaal zijn. De Minister van Defensie Hennis-Plasschaert zegt wel dat de regering in het algemeen tegen illegale targeted killings te zijn, maar heeft nooit gezegd dat de specifiek targeted killings in Jemen, Pakistan en Somalie illegaal zijn, omdat de Nederlandse regering officieel niet weet op basis van welke juridische afweging en intelligence deze executies plaats vinden, en daarom geen positie kan innemen.
Echter, wil de Nederlandse regering die discussie wel aangaan, dan hoeft zij deze niet alleen te voeren. Ook in Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Polen, België en Groot Brittannië leven deze bezwaren bij mensenrechtenorganisaties en politieke partijen, terwijl er in de Verenigde Staten een actief debat is tussen mensenrechtengroepen en de overheid over de wenselijkheid van het Amerikaanse drone programma. Zelfs president Obama ziet het gevaar van zijn drone nalatenschap als hij niet duidelijk regels stelt voor het gebruik van drones voor een opvolger die nog minder moeite heeft grootschalige inzet. Zonder internationaal debat staat er straks niks in de weg voor andere landen om soortelijke praktijken uit te voeren, en afgaande op de snelle verspreiding van bewapende drones, in alle soorten en maten wereldwijd zowel naar staten als naar bewapende groepen en terroristen, zal dat niet lang meer duren.
Nuttige en noodzakelijke discussie
In het verleden heeft ook PAX met enig regelmaat de publieke discussie met de Luchtmacht gevoerd en als waardevol ervaren. Ook uit informele gesprekken bleek er wederzijdse waardering voor elkaars standpunten. De huidige geslotenheid vanuit Defensie is daarom betreurenswaardig en niet bevorderlijk voor het publieke debat over oorlogsvoering op afstand en wat de visie van de krijgsmacht daarop is.
Geen woorden maar daden
Voormalig Minister Timmermans heeft een mooie aanzet gegeven tot een bredere discussie. De regering bij monde van Minister Koenders heeft sindsdien aangeven dat zij een internationale discussie belangrijk vindt. Helaas heeft dat nog niet geresulteerd in concrete acties. Juist Nederland, het land met Den Haag als hoofdstad van internationaal recht en het land dat vaak diverse partijen bijeen weet te krijgen om inhoudelijk discussie te voeren over gevoelige onderwerpen, moet een voortrekkersrol spelen in deze discussies. De bloedige resultaten van de huidige drone oorlog zijn hét onderwerp nu op de internationaal politieke agenda dat deze aandacht verdient.
[1] zie “Het kabinet is terughoudend in het beoordelen van de rechtmatigheid van aanvallen met bewapende drones door andere landen in specifieke gevallen, omdat de feiten en omstandigheden van dergelijke aanvallen niet worden gedeeld. Indien zou blijken dat een buitenlandse partner aantoonbaar illegale targeted killings uitvoert, waarvoor ook Nederlandse informatie wordt gebruikt, zal de vraag of dergelijke inlichtingen met die partner worden gedeeld opnieuw moeten worden beantwoord.” https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2016/01/18/beantwoording-kamervragen-over-het-gebruik-van-nederlandse-inlichtingen-bij-drone-aanval-met-onschuldige-burgerslachtoffers