Gesprek met Bahar uit Kirkuk

5 december 2017

Kirkuk ligt in Noord-Irak en wordt opgeëist door zowel de centrale regering in Bagdad als de autonome Koerdische regio. De stad met meer dan een miljoen inwoners wordt al eeuwenlang bewoond door Arabieren, Koerden en Turkmenen, waaronder sjiitische en soennitische moslims en christenen. De stad vormt het centrum van een kilometerslange strook betwist land, het zogenaamde ‘Betwiste Gebied’, dat strekt van de Iraanse grens in het oosten van Irak tot aan de Syrische grens in het noordwesten van het land.

Ten tijde van de groeiende macht van ISIS in Irak in 2014 en de terugtrekking van het Iraakse leger uit verschillende gebieden, namen Koerdische Peshmerga de controle van Kirkuk over. Zij wisten in de volgende jaren verschillende aanvallen van ISIS op de stad te weerstaan en de gebieden rond het ‘Betwiste Gebied’ kwamen grotendeels onder controle van de Koerden. Op het toppunt van hun macht riep de Koerdische autonome regering een referendum over Koerdische onafhankelijkheid uit. Dit referendum vond niet alleen plaats in de Koerdische gebieden die volgens de Iraakse grondwet autonoom zijn, maar ook in de Betwiste Gebieden onder hun controle, waaronder Kirkuk. Als reactie hierop nam het Iraakse leger in oktober de stad tot ieders grote verbazing in, hierbij gesteund door paramilitaire burgermilities genaamd Hashd al Shaabi. Veel Koerden zijn sindsdien de stad ontvlucht.

Ontmoeting met Bahar
PAX werkt sinds enkele jaren in Kirkuk samen met een lokale organisatie aan het versterken van de rol van vrouwen in het bewaren van vrede en veiligheid. Bahar* is het hoofd van deze lokale organisatie. Wij waren erg bezorgd over berichten van mensenrechtenschendingen door Iraakse paramilitaire groepen, maar konden niet naar Irak afreizen vanwege nieuwe visumrestricties. Bij een uitwisselingsgelegenheid kon Bahar de stad en het land wel uitreizen en spreken we haar in een buurland. Eindelijk zien we Bahar in levende lijve sinds het Iraakse leger Kirkuk heeft overgenomen.

Ze vertelt dat ze een dag vóór de slag op Kirkuk bij de Hashd milities op bezoek ging met een delegatie van diverse vrouwenorganisaties uit Kirkuk. Ze werden ontvangen door de commandant van de militie in hun kantoor. ‘Maak onze stad niet kapot als in 1991’, vroeg ze de commandant. In dat jaar sloeg de toenmalige president van Irak, Saddam Hussein, een Koerdische opstond hardhandig neer. Duizenden Koerden vonden toen de dood en velen moesten de stad ontvluchten.

De commandant antwoordde dat ze geen problemen met de inwoners van Kirkuk hebben, maar met Massoud Barzani, de Koerdische President die het Koerdische Onafhankelijkheidsreferendum heeft georganiseerd. Teleurgesteld en angstig verliet de delegatie het kantoor om op weg te gaan naar het partijkantoor van Massoud Barzani, de KDP in Kirkuk. Onderweg zagen ze dat de vele tanks nu gericht waren tegen de Peshmerga in Kirkuk en niet meer op ISIS in het zuidwesten.

Bezoek van de vrouwendelegatie uit Kirkuk aan de Hashd militie

De slag om Kirkuk
Diezelfde nacht begonnen de gevechten, vertelt Bahar. Ze woont in Kirkuk met haar ouders. Midden in de nacht klonken harde knallen en geweervuur dat steeds dichterbij kwam. Haar vader werd wakker en wekte Bahar. ‘Kom, we moeten hier weg’, zei hij vol angst. Buiten hoorden ze buren vertrekken en ze kregen telefoontjes van verontruste familieleden om te vertellen dat ze Kirkuk moesten verlaten. ‘Dit keer vertrekken we niet’, zei Bahar vastbesloten en ze overtuigde haar ouders om thuis te blijven. De hele nacht hielden de gevechten aan en het huis trilde op zijn grondvesten.

De volgende ochtend was het plots muisstil. Ze hoorden zelfs geen geluid van vogels of verkeer. Het was alsof de stad verlaten was. In de middag hoorde ze plots spelende kinderen buiten. ‘Het waren buren verder weg die ook gebleven waren’, vertelt Bahar, ‘en toen we elkaar zagen huilde iedereen. Al mijn collega’s waren Kirkuk ontvlucht en belden mij ongerust. Er gingen geruchten van executies door Hashd milities en veel burgerdoden.’

Bahar bleef twee dagen in huis met haar ouders. Daarna gingen ze naar buiten, op zoek naar vers eten. Alles leek verlaten in de Koerdische wijken van Kirkuk en alle winkels waren dicht. In de Arabische en Turkmeense wijken werd echter tot hun verbazing feest gevierd en de winkels en restaurants waren open. Hashd militairen liepen trots over straat en er werd met Iraakse, Turkmeense en Sjiitische religieuze vlaggen gezwaaid.

De volgende dagen keerden Koerdische bewoners mondjesmaat terug. Er was grote ontgoocheling en teleurstelling. ‘Als de Peshmerga en de Koerdische leiders de stad zo makkelijk opgaven, waarom waarschuwden zij de burgers dan niet? Vele Koerdische burgers hebben zelf verzet geboden en zijn hierbij gedood of verwond geraakt.’ Bahar vertelt dat zij alle vertrouwen in de politici en het leiderschap heeft verloren. Volgens haar geven zij niet om de mensen, maar alleen om hun eigen macht. ‘Ik vertrouw niemand meer’, zegt ze met tranen in haar ogen: ‘We hebben zoveel geleden onder Saddam Hussein en ik was zo blij toen Kirkuk weer werd opgebouwd. Maar nu is alles weer kapot. Ze verkopen ons gewoon voor de olie. Alsof we niets zijn. Alles wat we hebben opgebouwd is voor niets geweest.’

Angst
Bahar is bang dat de onveilige situatie en de regelmatige aanslagen van voor de overname door de Peshmerga weer terugkeren. Onlangs was er nog een bomaanslag vlakbij het kantoor waar ze werkt. Met de delegatie van activisten uit Kirkuk wilde ze de nieuwe Arabische Gouverneur ontmoeten, maar die gaf niet thuis. Bij het kantoor van de gouverneur werden ze vreemd aangekeken: wie zijn jullie? Alsof dit niet meer hun stad is.

‘Ik heb niet gestemd in het referendum voor een onafhankelijk Koerdistan omdat ik niet in de stad was’, vertelt Bahar, ‘maar als ik er was geweest had ik met tien vingers vóór gestemd. Niet vanwege de leiders of Massoud Barzani, maar voor mijn land en het recht op ons eigen land.’ Voor Bahar voelt het straffen van de Koerden voor het houden van een referendum net als in de jaren negentig. Toen moest zij net als tienduizenden andere Koerden vluchten naar de bergen voor het Iraakse leger. Onderweg werden ze beschoten. Haar zusje en oom overleden en familieleden raakten gewond. Voor Bahar en veel andere Koerden herhaalt de geschiedenis zich.

*Vanwege veiligheidsredenen is dit niet haar echte naam

Steun ons vredeswerk en onze activiteiten

Word donateur van vredesorganisatie PAX of steun ons met een eenmalige bijdrage. Iedere gift is hard nodig en waarderen wij enorm. Bedankt!