Gastblog: Uitblijven onderzoek naar gezondheidseffecten verarmd uranium wordt politiek gestuurd

12 augustus 2014

Gastblog Henk van der Keur DU Irak
Foto: Britse Ministerie van Defensie

In het vroege voorjaar van 1992 nam ik deel aan een fact-finding missie naar Irak. De opdracht was om na anderhalf jaar VN-sancties en een jaar na de Golfoorlog meer inzicht te verkrijgen over de rampzalige situatie in Irak. Als kernenergiedeskundige van de stichting Laka was ik gevraagd voor het nemen van grondmonsters in de buurt van de kernreactor Al-Tuwaitha –dertig kilometer van de hoofdstad Bagdad– die naar verluidt door het Amerikaanse Leger tijdens de Golfoorlog was gebombardeerd.

Door Henk van der Keur*

We arriveerden in het verkeerde hotel en in de lobby maakten we kennis met de Duitse arts Dr. Siegwart-Horst Günther. Hij vertelde over de wijdverbreide ondervoeding en ziektes die vooral kinderen troffen. De arts was verontrust over de snelle toename van geboorteafwijkingen, leukemie en andere vormen van kanker. Een bezoek aan een kinderziekenhuis bevestigde het beeld dat hij schetste. Het waren hartverscheurende taferelen. Doodzieke kinderen, wanhopige ouders en artsen die niets konden uitrichten door ernstig gebrek aan medicamenten. Officieel maakten geneesmiddelen en voeding geen deel uit van de sancties, maar in de praktijk was er een schreeuwend tekort aan de meest elementaire medische voorzieningen en levensmiddelen.

Siegwart-Horst Günther had kinderen zien spelen met munitie en restanten daarvan die radioactief bleken te zijn. Ze waren vervaardigd van het zware metaal verarmd uranium, een bijproduct van de kernindustrie, dat in Westerse landen wordt opgeslagen in bunkers voor radioactief afval. De arts vermoedde een verband tussen de blootstelling van deze kinderen aan dit giftige en radioactieve materiaal en de symptomen die deze kinderen vertoonden. Ik kon mij niet voorstellen dat verarmd uranium op zo korte termijn geboorteafwijkingen, en kanker zou kunnen veroorzaken. Pas later in de jaren negentig begreep ik uit onderzoek van het Pentagon dat die mogelijkheid niet valt uit te sluiten.

‘Friendly fire’ van verarmd uranium
Tijdens Operatie Desert Storm hadden de Amerikaanse en Britse strijdkrachten bijna 300 ton aan antitankmunitie van verarmd uranium (DU) afgevuurd. Met name in de zuidelijke provincies, waar tijdens de Golfoorlog een grote tankveldslag plaats vond. Naast besmettingen door afgevuurde uraniummunitie waren er ook besmettingen die veroorzaakt werden door brandende tanks en pantservoertuigen van de Amerikanen en Britten. Deze voertuigen waren getroffen door ‘eigen vuur’ (friendly fire) van verarmd uranium waardoor ook tanks met bepantsering van verarmd uranium uitbrandden. Volgens Jane’s Defence News (2004) hebben de Amerikanen en Britten tijdens de invasie van 2003 (Operation Iraqi Freedom) meer dan 1700 ton aan uraniummunitie afgevuurd. Veel van deze munitie werd gebruikt in stedelijke gebieden. Ook tussen 1991 en 2003, en in de periode daarna hebben de Amerikanen in Irak gebruik gemaakt van deze munitie. Midden jaren negentig verbood de Amerikaanse regering het testen en trainen met uraniummunitie op haar eigen grondgebied. De kosten van de sanering van de testterreinen, voor zover dat mogelijk was, rezen de pan uit.

Constante bedreiging
Het venijn van DU-munitie zit vooral in de minuscule stofdeeltjes uraniumoxide die na inslag van het projectiel op een hard doel ontstaan en zich tot in de wijde omgeving kunnen verspreiden. Juist in Irak met zijn droge klimaat blijven die radioactieve en giftige deeltjes een constante bedreiging voor de bevolking. Dat hebben ook de Nederlandse mariniers ervaren die van 2003 tot 2005 gelegerd waren in de zuidelijke Iraakse provincie Al Muthanna. In de zomer van 2003 nabij de provinciehoofdstad As Samawah zouden de mariniers een verlaten treindepot overnemen van Amerikaanse troepen, die daar al maanden bivakkeerden. Deze stationsruïne zou de basis Camp Smitty worden van waaruit de Nederlanders zouden gaan opereren. Het was omringd door uitgeschakelde tanks, niet-geëxplodeerde munitie en patroonhulzen.

Bij aankomst van de Nederlanders werd door een NBC-team onacceptabel hoge stralingsniveaus gemeten en werd besloten om een nieuw Camp Smitty in te richten in de woestijn in plaats van in de stationsruïne langs de spoorweg van Basra naar Bagdad. Maar de verplaatsing van de troepen was drie weken vertraagd waardoor zowel Nederlandse als Amerikaanse troepen risico liepen op blootstelling aan verarmd uranium. Acht Amerikaanse marechaussees en soldaten die in het oude Camp Smitty waren gelegerd werden ernstig ziek. Ze werden bij thuiskomst van het kastje naar de muur gestuurd tussen het Walter Reed ziekenhuis in Bethesda, Maryland en het medisch centrum van Fort Dix in New Jersey en kregen te horen dat hun klachten tussen de oren zit. Onafhankelijk medisch onderzoek wees uit dat ze allemaal verarmd uranium in hun urine hadden.

Onzekerheid en onduidelijkheid
Documenten die recent door Wim Zwijnenburg van PAX zijn verkregen via een WOB-procedure, een verzoek tot openbaarmaking van bepaalde overheidsinformatie, verschaffen meer inzicht in de gebeurtenissen tijdens het verblijf van de Nederlandse mariniers in Camp Smitty in de provinciehoofdstad As Samawah. Zo verkeerden de Nederlandse mariniers lange tijd in onzekerheid over het te voeren beleid over verarmd uranium. Een sergeant van het regiment stoottroepen Prins Bernhard in As Samawah schrijft op 5 augustus 2004, één jaar na aankomst van de Nederlanders, aan het hoofd van het contingentscommando wat het beleid is omtrent DU-munitie van de multinationale divisie in zuidwest Irak en Defensie. Hij meldt “zowel vanuit het oogpunt van de explosieven opruim dienst (EOD) als vanuit het oogpunt van algemene veiligheid van zowel de Nederlandse militair als van de plaatselijke bevolking, lijkt het mij dat hierover een duidelijke besluit moet worden genomen. In mijn ogen is het ondenkbaar dat Defensie willens en wetens dit probleem laat liggen.” Maar dat was volgens het Bureau van NBC-training wel de bedoeling. De hot spots mochten alleen worden gemarkeerd door in een straal van minstens 20 meter een afzetting te creëren.

In februari van datzelfde jaar berichtte de Japanse onderzoeksjournalist Mamoru Toyoda dat burgers van As Samawah overmatig blootgesteld werden aan verarmd uranium doordat de Nederlandse militairen die gelegerd zijn in het gebied weigeren om besmette restanten met verarmd uranium te verwijderen. Toyoda mat met zijn Geigerteller stralingsniveaus die 300 keer hoger waren dat de normale waarde in de stad bij een plek met een achtergebleven luchtafweerartillerie installatie.

Verduisteren van onderzoeksgegevens
De opsteller(s) van een “Intelligence Preparation of the Battlefield (IPB)” van mei 2003 komen met een buitengewoon openhartige observatie. Een IPB beschrijft alle actoren en factoren van de operatieomgeving, de manieren waarop zij elkaar mogelijk kunnen beïnvloeden en welke mogelijke ontwikkelingen zich in die omgeving voor kunnen voordoen. Op pagina 82 wordt verklaard: “Er is door politieke omstandigheden geen onderzoek gedaan naar onder andere de relatie met kanker en genetische afwijkingen en de concentratie van verarmd uranium in potentieel besmette mensen.”

Al twintig jaar antwoorden opeenvolgende ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken dat wetenschappelijk onderzoek uitwijst dat er geen oorzakelijk verband is tussen blootstelling aan verarmd uranium en het ontstaan van geboorteafwijkingen en kanker. Feit is dat dit onderzoek door de grootmachten stelselmatig wordt gesaboteerd. Minstens twee topfunctionarissen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn vanwege dit soort praktijken opgestapt. Onafhankelijke wetenschappers, waaronder de twee opgestapte topfunctionarissen verdenken de WHO van het verdonkeremanen van gegevens van artsen over het voorkomen van kankers en geboorteafwijkingen in de Iraakse stad Fallujah dat in 2004 door de Amerikanen werd bestookt met antitankgranaten van verarmd uranium.

Verontrustende waarnemingen
Al eind jaren negentig toonden Dr. Alexandra Miller en haar team van een onderzoekscentrum van het Pentagon aan dat proefdieren die ze aan verarmd uranium blootstelden verrassend snel tumoren ontwikkelden. Haar hypothese luidt dat de chemische giftigheid en radiotoxiciteit van verarmd uranium elkaar versterken. Ofschoon proefdieren niet kunnen worden vergeleken met mensen, zou men op zijn minst verwachten dat deze verontrustende waarnemingen aanleiding zouden zijn voor onafhankelijk epidemiologische onderzoek onder mensen die naar alle waarschijnlijkheid aan uraniumstofdeeltjes hebben blootgestaan. Maar dat blijft tot op heden uit. Inmiddels is ook vastgesteld dat de uraniumdeeltjes via de neus direct de hersenen kan bereiken. De lijst van gezondheidsproblemen als gevolg van besmetting met uraniumstofdeeltjes is oneindig lang.

Geen nader onderzoek
Alles wijst erop dat de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk helemaal geen nader onderzoek wensen naar de gezondheidseffecten van verarmd uranium. En zij vinden de andere leden van de VN-Veiligheidsraad aan hun zijde. Frankrijk, China en Rusland beschikken ook over een uitgebreid assortiment aan DU-wapensystemen in hun arsenalen. Het draait allemaal om strategische belangen over de ruggen van onschuldige burgers, en soldaten.

Het rapport Laid to Waste van Wim Zwijnenburg van PAX is hier te vinden. Het is gebaseerd op zijn bevindingen over een recent bezoek aan Irak. Onderaan dezelfde webpagina staan de links naar de ge-WOBte documenten.

* Henk van de Keur was deelnemer aan ‘fact-finding’ missies in het Midden-Oosten (Palestijnse gebieden, Irak, Libanon) en is onderzoeksmedewerker bij Stichting Laka, het Landelijk Kernenergie Archief

Steun ons vredeswerk en onze activiteiten

Word donateur van vredesorganisatie PAX of steun ons met een eenmalige bijdrage. Iedere gift is hard nodig en waarderen wij enorm. Bedankt!