“Moet je deze video eens kijken” zegt Hasan* nadat we even over de Ramadan-sfeer in Jordanie hebben gepraat. “Het is een raket. Hij valt op mijn huis.” Ik ben sprakeloos. Dat hij de moeite nog heeft kunnen nemen voor een babbel-introductie voordat hij dit nieuws deelt. Sprakeloos ook van het beeld. Qaboun, een gewone woonwijk. Boefff… rook… verwoesting…
Raketaanval op Qaboun, Damascus, 13 juli 2013
De afgelopen weken heeft het Assad-leger de aanval ingezet op de oostelijke Ghouta, de oostelijke voorsteden van Damascus waarover het Vrije Syrische Leger controle heeft. Na de val van Qusayr is de oostelijke Ghouta voor het regime de sleutel tot Damascus. Van de 50,000 mensen die er nog in Qaboun aanwezig waren hebben 30,000 kunnen vluchten naar de verderaf liggende oostelijke voorsteden van Damascus die onder controle van het Vrije Syrische Leger staan. Dat betekend dat er nog zo’n 20,000 mensen aanwezig zijn. Ze zitten opgesloten, ze zijn omsingeld. En worden constant gebombardeerd. De sitiuatie lijkt hopeloos. De vrienden in Damascus die ik spreek zijn somber. “De situatie wordt met de dag slechter”, zei Ra’ed* een paar dagen geleden. “De mensen hebben honger.”
Ik voel me hulpeloos na het zien van de beelden en het horen van de verhalen van Hasan* en Ra’ed*. “Ik ben sprakeloos”, zeg ik tegen Hasan*. “Bid maar voor ons”, antwoord hij. Want zijn enige hoop is nog een goddelijke interventie. De hoop dat de Arabische wereld of het Westen iets zullen doen om de Syrische bevolking te beschermen tegen Assad’s bommen is hij al lang verloren.
*Om veiligheidsredenen zijn fictieve namen gebruikt