Ondanks de warme luchtstroom aan het begin van de week lijkt het weer hier in New York om te slaan en komt er een koud front aan. Afgelopen woensdag presenteerde voorzitter van de onderhandelingen over het Arms Trade Treaty een gepolijste versie van de voorlopige verdragstekst uit juli. Dit leidde tot scherpe discussies.
Door Wim Zwijnenburg
Dit was noodzakelijk aangezien sommige formuleringen juridisch niet in overeenstemming waren met het bestaande internationale recht, en de tekst op verschillende punten inconsistentie vertoonde.
Echter, dat zijn niet de belangrijkste onderwerpen die nu besproken worden. Uit de verschillende verklaringen van staten blijkt hoe belangrijk en tegelijkertijd gevoelig wapenhandel en de controle daarop zijn. Met name op onderwerpen zoals mensenrechten, de type wapens, criteria waarop wapenexport moet worden beoordeeld en transparantie over wapenhandel. Soms leidt dit tot scherpe opmerkingen.
Kernwapens
Zoals van Venezuela, dat graag het woord neemt met sterk anti-imperialistische ideologische verklaring en de NAVO beschuldigde van hypocrisie. Veel NAVO-staten pleitten voor sterke mensenrechtencriteria in een ATT om zo burgers te beschermen. Maar, zo vraagt Venezuela zich af, hoe verhoudt zich dat tot het handvest van de NAVO waarin staat dat het legitiem is om met kernwapens te dreigen, die uiteindelijk tot de vernietiging van de mensheid kan leiden? En geef ze eens ongelijk. Natuurlijk, het is een afleiding van waar het echt omgaat, maar een zekere dubbele houding bij de grote wapenexporteurs is zeker aanwezig.
Venezuela, maar ook Cuba, Rusland, Egypte en Pakistan vinden dat het nut van een ATT vooral ligt in het voorkomen van illegale wapenhandel. Dat is inderdaad belangrijk, maar een ATT is meer dan dat. Illegale wapenhandel is sowieso al illegaal; dat kun je met een verdrag niet oplossen, maar wel sterker aanpakken. Het is juist van belang dat legale wapenhandel gereguleerd wordt zodat staten met dubieuze praktijken niet zomaar wapens kunnen importeren en inzetten tegen hun eigen bevolking.
Munitie
Hoe belangrijk goede controle is wordt duidelijk uit de gloedvolle betogen van Afrikaanse staten om de handel in munitie onder controle te brengen in het verdrag. Zoals een afgevaardigde van Ghana zei: “Een auto zonder onderdelen kan niet rijden”. Met andere woorden: zonder munitie is een wapen nutteloos, en strikte controle heeft een wezenlijk effect op de levens van vrouwen en kinderen die “in de schaduw van het geweer leven”.
Politiek mijnenveld
Dit soort betogen, zowel voor als tegen een sterk ATT, zijn interessant om naar te luisteren. Controle op wapens blijft een politiek mijnenveld, omdat ieder land, regio of continent zijn eigen interesses verdedigt. Van belang is dat staten die slachtoffer zijn van gewapend conflict zich uitspreken en laten zien welke gevolgen zij ondervinden van ongereguleerde wapenhandel, zodat de voorstellen die zij doen niet zomaar terzijde kunnen worden geschoven. Want geen enkele lidstaat wil overkomen als een land dat niet geeft om de levens van duizenden onschuldige burgers die bedreigd worden of slachtoffer zijn van gewapend geweld.
Cruciale elementen nodig voor een sterk verdrag komen nu steeds meer onder druk te staan:
Ammunitie valt niet duidelijk onder de reikwijdte. Het is duidelijk waarom dit er in moet: zonder munitie is een geweer slechts een stuk ijzer.
- Onderdelen, componenten en technologie ontbreken ook: dus je mag geen wapen exporteren, maar wel alle losse onderdelen ervan om deze later in het land van bestemming in elkaar te zetten. Ook de export van technologie om wapens te maken wordt door de huidige verdragstekst niet beperkt
- Sterke verbodscriteria wanneer export niet is toegestaan, ontbreken nog.
Dit is slechts een greep uit de inhoud. Op tal van andere punten moet dit verdrag beter worden, anders maakt het geen wezenlijk verschil “op de grond”.
Dus hoe nu verder? We hebben tientallen, zo niet honderden interventies van landen gehoord, en al deze informatie moet de voorzitter gebruiken om tot een volgend voorstel te komen waarin de overgrote meerderheid zich kan vinden. Dit voorstel is vrijdagavond gepubliceerd; dit weekend hebben diplomaten en NGOs de tijd om de tekst aan een grondige analyse te onderwerpen. Maandag gaat de discussie dan verder, en stapje voor stapje, compromis voor compromis, of juist geen compromissen waar nodig, moet dit leiden tot een uiteindelijk voorstel volgende week donderdag.
Tot die tijd blijven wij campagnevoerders doorvechten om cruciale elementen in het verdrag te houden, en de lidstaten te overtuigen niet te buigen voor de druk van de grote wapenexporteurs.
Laten we hopen dat de zon in de tussentijd weer doorbreekt.