Silwan is een dichtbevolkte en arme wijk waarvan Wadi Hilweh en Al-Bustan de grootste buurten zijn. Al jaren zijn hier confrontaties met Joodse kolonisten die het gebied beschouwen als Joods land omdat koning David hier 3000 jaar geleden heeft gewoond. Voor de kolonisten is deze plaats de City of David. Archeologische opgravingen moeten hun historische claim ondersteunen.
Er wonen ongeveer 55.000 Palestijnen in heel Silwan en zo’n 400 Joden. In 1967 is het gebied tijdens de zesdaagse oorlog veroverd door Israël en sinds 1980 geannexeerd. De politiek van Israël is erop gericht om zowel land te confisqueren als Palestijnse inwoners te verdrijven. Door Palestijnse huizen te slopen en Palestijnen uit hun huizen te zetten. Oost-Jeruzalem moet voornamelijk een woongebied worden voor Israëliërs.
Bijbels themapark
Om Palestijns land in beslag te nemen worden allerlei redenen aangedragen: Israël heeft het land nodig voor militaire doeleinden, claimt het gebied om er een natuurpark van te maken of omdat er vroeger Joodse inwoners hebben gewoond zoals in de wijk Al-Bustan. Volgens de Israëlische wet kunnen Joden het land terugvorderen als ze kunnen bewijzen dat hun families vóór 1948 in bezet Oost-Jeruzalem woonden, maar diezelfde wet is niet van toepassing op Palestijnen. In Al-Bustan wil de gemeente de woonwijk vervangen door een bijbels themapark.
De gegevens van het Bureau van de Verenigde Naties voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (UN OCHA) onthullen een grimmig patroon. De sloop van Palestijnse gebouwen in Oost-Jeruzalem bereikte in 2023 een recordhoogte van 229, het hoogste aantal sinds de VN in 2009 begon met de monitoring. De helft van de gevallen betrof het huizen. In 2024 heeft Israël tussen 1 januari en 2 augustus 128 Palestijnse gebouwen, waaronder 61 huizen, gesloopt en 330 mensen verdreven.
Geen bouwvergunning
Een andere manier om Palestijnen het leven moeilijk te maken is hen een bouwvergunning te onthouden om huizen te bouwen of uit te breiden. Een bouwvergunning wordt slechts in 1 à 2 procent van de gevallen verstrekt. Bovendien kost een gemiddelde bouwvergunning €30.000. Dat is voor de meeste Palestijnen onbetaalbaar. Dus bouwen Palestijnen toch een woning op hun land of een extra verdieping met het risico dat het later gesloopt wordt. Daarentegen heeft de Israëlische regering sinds 7 oktober de bouw van duizenden wooneenheden in Joodse nederzettingen in Oost-Jeruzalem goedgekeurd of voortgezet.
Sloopbevel
Wij gaan gemiddeld twee à drie keer per week langs bij een familie van wie het huis is gesloopt. Bij sloop krijgen wij meteen bericht en gaan er zo snel mogelijk naar toe. De verhalen zijn elke keer schrijnend, de mensen zijn in een shock, wonen tijdelijk bij een ander familielid en weten vaak nog niet wat te doen. We praten met de familie en proberen te achterhalen wat er precies is gebeurd. Tijdens ons laatste bezoek spraken we met de twee oudste dochters, 15 en 18 jaar. Om veiligheidsredenen kunnen we geen namen noemen. Met hun familie, vader, moeder en drie kinderen woonden ze ruim 14 jaar in een prachtig huis, door hun vader zelf gebouwd.
Al die jaren hebben ze geprobeerd een bouwvergunning te krijgen maar zonder succes. 21 dagen geleden kregen ze een sloopbevel. Het huis moet binnen 3 weken zijn gesloopt of anders regelt de gemeente de bulldozers. De rekening moet de familie dan wel zelf betalen à 20.000 euro plus een forse boete. Daarom regelen Palestijnen hun eigen sloop want dat is goedkoper. Dat heet hier een forced self demolition. En dat is vaak nog dramatischer. Na de sloop moeten ze het puin opruimen en mag er niet meer gebouwd worden terwijl de familie wel over de eigendomspapieren beschikt. De dochters waren duidelijk aangeslagen. De laatste weken hebben ze hun huis leeggehaald. Ze waren aanwezig bij de sloop. De oudste vertelde dat ze zich op school niet meer kan concentreren en zich gedeprimeerd voelt. Van elke sloop maken wij een rapport dat wordt verstuurd naar organisaties als de VN, EU en verschillende Palestijnse en Israëlische NGO’s.
Wooncontainer
Ook hebben we regelmatig contact met bewoners die een sloopbevel hebben ontvangen zoals Fakhri Abu Diab. Hij is voorzitter van de bewonerscommissie van Al-Bustan. Zijn huis werd in februari 2024 afgebroken waar hij met zijn gezin woonde. Hij heeft er alles aan gedaan om de sloop te voorkomen, advocaten betaald, contact opgenomen met de gemeente, maar zonder succes. Hij heeft nu een wooncontainer gebouwd naast zijn afgebroken huis met een woonkamer, slaapkamer en kleine badkamer waar hij alleen met zijn vrouw woont. Zijn kinderen wonen inmiddels ergens anders en hebben de wijk verlaten. Het hele gebied van Al-Bustan heeft een sloopbevel gekregen, zegt hij. Het gaat om 116 huizen met in totaal 1500 mensen. Fakhri heeft een tweede sloopbevel ontvangen en is bang dat ook zijn wooncontainer wordt afgebroken.
Harde realiteit
Fakhri heeft zijn hele leven in deze buurt gewoond en door de sloop ziet zijn leven er heel anders uit: ‘Ze hebben niet alleen mijn huis afgebroken, maar ook mijn herinneringen, mijn geloof, mijn vertrouwen, mijn identiteit. Dat is de harde realiteit. We leven in constante angst om onze huizen en de herinneringen die eraan verbonden zijn te verliezen.’ Hij moest een boete van 9000 dollar betalen voor de sloop. “Elke week komt de politie langs, ze kloppen op onze deur, schreeuwen en proberen ons bang te maken. Ze willen dat ik vertrek. Het is een psychologische oorlog. Ze willen de zogenaamde stad van David verbinden met een andere wijk, Buten El Hawa. Al-Bustan ligt in het midden en moet verdwijnen.” In het gebied wonen al veel kolonisten die de Israëlische vlag uit het raam hangen.
Op een ochtend kregen wij een melding van de sloop van zeven huizen in Al-Bustan. Bij aankomst was alles rondom de wooncontainer van Fakhri met de grond gelijkgemaakt. Samen met anderen was Fakhri bezig om de kapotgeslagen waterleidingen en de aansluiting met de elektriciteit te repareren. Voorlopig is hij niet van plan de buurt te verlaten.
‘Israël moet onmiddellijk stoppen met het gedwongen verdrijven van Palestijnen en het slopen van hun huizen en eigendommen in Al-Bustan en in het bezette Palestijnse gebied,’ zegt Nathan Carey, hoofd van de belangenbehartiging van de Norwegian Refugee Council (NRC) voor het Midden-Oosten in een gesprek. ‘De internationale gemeenschap moet alle mogelijke maatregelen nemen om verdere verplaatsing van Palestijnen te voorkomen, de uitbreiding van Israëlische nederzettingen te stoppen en Israël ter verantwoording te roepen voor het schenden van het internationaal recht.’
Wim is als Nederlandse waarnemer van het EAPPI programma (Ecumenical Accompaniment Programme in Palestine and Israel) afgereisd om gedurende drie maanden ‘beschermende aanwezigheid’ te bieden aan Palestijnse burgers en gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Hij verwerkt zijn indrukken in blogs.