Tijdens de Ramadan geeft een kanonschot elke avond het breken van het vasten aan. Op dat moment zijn de straten leeg – iedereen wil thuis zijn. Een uur later is het feest in de stad, de hele nacht door. Vrolijke mensen op straat. Veel kinderen. Een eigenaar van een koffietent – we komen er vaak – zegt dat hij de hele nacht open is. Ik heb het niet getest.
Veel moslims zijn in de stad om te bidden op de heiligste plek, de Al Haram Al -Sharif, ook bekend als de Tempelberg. De toegang tot deze plek wordt gereguleerd door Israëlische soldaten. Inwoners van de stad, moslims die in Israël wonen, en islamitische toeristen hebben in principe toegang. Moslims uit de Westelijke Jordanoever niet zonder meer. Zij kunnen alleen naar Jerusalem met een speciale vergunning. Ze worden gecontroleerd bij checkpoints. De vergunning tot bezoek aan de heilige plaatsen wordt enkel afgegeven aan mannen boven 55, vrouwen boven 50 en kinderen onder 10 jaar oud – en dan nog is het geen garantie. Iedereen kan aan de poort geweigerd worden, zonder reden. Israël schrijft deze regels voor; de leeftijden gaan jaarlijks omhoog – een paar jaar geleden konden mannen vanaf 40 jaar nog een vergunning krijgen.
Wij – Ecumenical Accompaniers, waarnemers via het EAPPI programma – monitoren dagelijks de toegang tot de oude stad en de toegang tot de Tempelberg. We kijken wat er bij het checkpoint en bij de ingang van de Oude Stad. Op vrijdagen is het er superdruk. Wie de heilige plaatsen niet mag bezoeken – meestal jonge mannen – bidt buiten op een parkeerterrein. Indrukwekkend. Veel jonge mannen, soms oude mannen met een kleinkind. Er zijn ook vrouwen, maar minder. Yusef, een gepensioneerde taxichauffeur, komt hier vaak op vrijdag – op andere dagen gaat hij naar in de moskee in zijn buurt. Hij zegt: ‘Ik ben moslim, maar in de eerste plaats ben ik mens. We zijn allemaal mensen – dat is mijn uitgangspunt’. Hij vertelt graag over Jezus in de Qur’an, en wil duidelijk verbindend zijn.

Voor de Al Haram Al -Sharif bestaat al sinds de tijd van de kruisvaarders een islamitische stichting, een waqf. Deze is verantwoordelijk voor het gebied. Sinds 1949 is de waqf gevestigd in Jordanië, en dat is nog steeds zo. De toegang – het enorme plein heeft vele poorten – is in Israëlische handen; zwaar bewapende grenspolitie staat aan de poorten, en zijn ook in de straten aanwezig.
Joodse gelovigen bidden bij de Klaagmuur. Zij mogen de Al Haram Al-Sharif betreden, maar er niet bidden. Zo is het met de Jordaanse religieuze autoriteiten afgesproken. Regelmatig komen joodse gelovigen het plein op, met gewapende politie om hen heen. Soms wordt er dan toch, ondanks het verbod, gebeden en gezongen – vaak een gebed om vernieuwing van de tempel die bijna 2000 jaar geleden is verwoest door de Romeinen. Er zijn zionistische bewegingen die hiervoor ijveren. Ik zou willen dat iedereen vrij zou zijn om te bidden op de voor haar meest belangrijke plek. Helaas is dat in het huidige Jeruzalem met de grote ongelijkheid van macht en invloed niet mogelijk.
Ook voor Meryam, Palestijn en christen, is geloof steeds meer met politiek verbonden. ‘Wij horen hier. Er zijn zoveel kerken in het hele land. Sinds bijna 2000 jaar.’ In 2018 heeft Israël in de Wet op de Natiestaat vastgelegd dat Israël de staat van de Joden is, joodse feestdagen viert, Hebreeuws als officiële taal heeft, etc. Deze wet geeft christenen het gevoel hier niet thuis te zijn, hooguit als tweederangsburger. Dat wordt versterkt door agressie. Geestelijken worden regelmatig beledigd en bespuugd, meestal door nationalistische Israëli’s, zo staat te lezen in een rapport van het Rossing Center. In januari 2023 zijn de anglicaanse en lutherse begraafplaatsen in Jerusalem geschonden. Grafzerken werden vernield, kruisen omvergehaald en gebroken – niemand is hiervoor opgepakt. Maar het heeft een vloedgolf aan solidariteit en saamhorigheid teweeggebracht. Veel joodse Israëli’s hebben geholpen bij het opruimen en herstellen. Dat is gelukkig een krachtig en hoopvol signaal.
Meryam: ‘Mijn geloof is zo politiek geworden. Ik dreig mijn eigen geloof erdoor kwijt te raken. Als ik nu in de kerk ben, dan voel ik verzet. En kan ik niet bezig zijn met mijn geloof dat ik zoek’. Zij vraagt steun van kerken wereldwijd voor de Palestijnse Christenen, om te kunnen blijven op de plaats waar zij thuishoren.
Namen zijn uit veiligheidsoverwegingen gefingeerd.
Over de EAPPI Blogs
Alke is als Nederlandse waarnemer van het EAPPI programma (Ecumenical Accompaniment Programme in Palestine and Israel) afgereisd om gedurende drie maanden ‘beschermende aanwezigheid’ te bieden aan Palestijnse burgers en gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Zij verwerkt haar indrukken in blogs.