Categorieën
Nieuws

Demonstreren helpt!

Door de lauwe reactie van onze overheid op de Rode Lijn-demonstraties tegen het geweld in Gaza zou je het gevoel kunnen bekruipen dat demonstreren weinig zin heeft. Niets is minder waar.

Beeld: Noes Petiet


Niets is minder waar, vertellen schrijver en onderzoeker Lodewijk van Oord, klimaatactivist Rozemarijn van ’t Einde en omroepdirecteur Akwasi. ‘Hoe meer burgers zich laten horen, des te machtelozer de macht.’

Lodewijk van Oord: ‘Protesteren werkt therapeutisch’

Wat maakt dat mensen weer massaal vreedzaam de straat op gaan? Schrijver Lodewijk van Oord gaf jarenlang les over protest en geweldloos verzet. Toen studenten vorig jaar van hun universiteiten eisten dat die de samenwerking met Israëlische universiteiten zouden stopzetten, schreef hij het essay ‘Protesteren voor beginners’. Daarin gaat hij in op de geschiedenis van, het recht op en de zin van demonstreren.

De studenten werden eerst niet serieus genomen. Ze werden weggezet als onwetend, elitair, antisemitisch, tuig. Het kwam tot grote ongeregeldheden tussen studenten en de ME, maar uiteindelijk werden de studenten in het gelijk gesteld en stopten Nederlandse universiteiten de samenwerkingen. ‘Zo gaat het vaak,’ vertelt Van Oord. 

‘Klimaatdemonstranten werden eerder ook niet serieus genomen. Dat is inmiddels wel anders. Het duurt even voordat een nieuw besef intreedt bij mensen.’

Van Oord groeide op in de jaren negentig. ‘Toen leek Nederland een paradijs waarin alle grote beslissingen via consensus bereikt werden. Door de falende politiek laten mensen zich nu weer horen. In tien jaar tijd verdubbelde het aantal demonstraties in Amsterdam. Vooral de jonge generatie neemt het voortouw. Die groep is ook wat idealistischer en voor hen staat er veel op het spel: het klimaat, huisvesting en oorlogsdreiging.’

‘Als online-petities niet meer volstaan, gaan mensen protesteren. Dat geeft ze het gevoel dat ze écht iets doen, het werkt therapeutisch. En het werkt: Hoe meer burgers laten weten dat ze het ergens mee oneens zijn, des te machtelozer wordt de macht.’

 ‘Iedereen kan iets doen’

 In zijn boek beschrijft Van Oord onder andere de visie van Gandhi en zijn tegenpool Mandela. Gandhi pleitte voor geweldloosheid. Hij dacht dat onrecht altijd gebaseerd is op een misverstand, op onwetendheid. En dat de zaak bevochten moet worden met compassie voor de tegenstander. Mandela beschouwde geweldloosheid niet als moreel principe, maar als strategische keuze. Wie geweld wilde gebruiken, moest bovendien bereid zijn diens leven te geven.

Geweld kán helpen, vertelt Van Oord: ‘Soms neemt door kleinschalig geweld de publieke sympathie voor demonstranten toe in plaats van af. Zoals bij de Black Lives Matter-demonstraties in Amerika. Het grote publiek sympathiseerde meer met het geweld van de achtergestelde minderheidsgroep dan met dat van een dominante groep.’

In de regel is geweld een escalatie. ‘De geschiedenis laat zien dat geweldloze protesten die niks opleveren vaak gevolgd worden door geweld, zo onderzocht Van Oord. ‘Het negeren en minachten van mensenrechten leidt tot barbaarse handelingen, die het geweten van de mensheid schaden. Geweld genereert altijd meer geweld.’

Gelukkig zijn er 198 methodes van geweldloos verzet volgens Van Oord. ‘Iedereen kan dus iets doen! Bijvoorbeeld demonstratief weigeren aan bepaalde verwachtingen of verplichtingen te voldoen.

Veel conflicten zijn bovendien gebaseerd op een misverstand, op onwaarheden.’ Zoals over de ernst van de klimaatcrisis. ‘Door je kennis te delen, draag je ook bij.’

‘Mocht je een demonstratie organiseren, gebruik humor,’ raadt Van Oord aan. ‘Dat maakt je verhaal lichter en toegankelijker. Bovendien, bestuurlijke tegenstanders hebben er een bloedhekel aan als ze op de hak worden genomen.’

Rozemarijn van ’t Einde: ‘Klimaatactivisten zijn zachte mensen’

Ze zou willen dat een brief sturen of een petitie ondertekenen voldoende was. Dat ze daarmee politici of organisaties die de klimaatcrisis verergeren van ‘hun dodelijke weg’ af kon brengen. Helaas, er is meer nodig, vertelt predikant en klimaatactivist Rozemarijn van ’t Einde (33). Ze is betrokken bij Extinction Rebellion, Christian Climate Action en sinds kort bij het Christelijk Collectief, actief tegen genocide in Gaza.

‘Acties doorlopen bepaalde cycli. Als je onrecht aankaart dan probeert de partij waartegen je ageert je eerst vaak zwart te maken. Dat is van alle tijden. Ik probeer tegenstanders in mijn hoofd geen monsters te maken. Soms maken mensen verkeerde keuzes. Ook politici of werknemers van ING of Shell. Terwijl het flagrant belachelijk is wat ze zeggen, geloven ze het zelf. Als ik verkeerde keuzes maak, hoop ik ook dat iemand in mij geen monster ziet, maar mij stopt.’

‘Demonstreren is gewetensvol’

 Ja, ze is vaak opgepakt door de politie, vertelt ze. ‘Wel bevreemdend, want ik kom op voor kwetsbare mensen en kwetsbare natuur. Het hoort er een beetje bij. Maar het is ook heel verdrietig. Actievoerders van Extinction Rebellion bijvoorbeeld zijn geen criminelen. Ze bezetten wegen maar doen dat om bestuurders van koers te laten veranderen. En krijgen met harde maatregelen te maken. Terwijl het juist hele zachte mensen zijn.’

‘Ondanks die harde reactie bereiken we zeker resultaten. Zo werd een van de grootste pensioenfondsen ter wereld, ABP, fossielvrij. Na jarenlange druk verkocht ABP haar aandelen in bedrijven die olie, gas en steenkool winnen. Er kwam een domino-effect, sommige andere pensioenfondsen volgen nu ABP’s voorbeeld.’

‘Ik zou willen dat actievoeren niet nodig was. Ik vind het heftig dat we alleen zo fundamentele mensenrechten kunnen beschermen. Trots ben ik niet, wel gewetensvol.’

Akwasi: ‘Vragen stellen is een manier om de wereld te veranderen‘ 

Muzikant, schrijver en omroepdirecteur Akwasi gaat zelden naar demonstraties, maar op 15 juni was hij samen met vrouw en drie kinderen (2, 4 en 7) op het Malieveld. Om te laten zien dat hij de Rode Lijn actie steunt. Akwasi Owusu Ansah: ‘Je moet altijd laten zien dat je érgens voor staat. Want sta je voor alles, dan val je voor niets: als je geen idealen hebt, trap je overal in.’

Aan zijn kinderen vertelde hij dat ze er waren, omdat de wereld oneerlijk is. ‘Je moet geen dingen afpakken die niet van jou zijn. Als je dat doet, kan het oorlog worden. Je moet altijd delen! Delen is vermenigvuldigen.’

(Beeld: Casper Rila)

In 2020 was Akwasi, vermoedt hij zelf, de meest gehate zwarte man van Nederland. Hij zei tijdens een Black Lives Matter-demonstratie in Amsterdam dat hij Zwarte Piet op zijn gezicht zou trappen als hij hem tegenkwam. Mede door hoe de media aandacht gaf aan deze woorden werd hij door veel mensen gevreesd, uitgescholden en bedreigd, denkt hij. ‘Ik raakte een open zenuw. En er was nergens aandacht voor de hele speech, alleen voor dat fragment. Helemaal niemand vroeg: ‘Waarom zei je dat?’ Vreemd toch?! Wie me kent, weet dat ik geen vlieg kwaad doe. Maar ik kan wel pijnlijk ware en ongemakkelijke dingen zeggen.’

‘Met je vuist op tafel te slaan hoeft niet’

‘Ik heb Ghanese roots. Ik ben hier geboren, getogen en geworteld. Tegelijkertijd ben ik van mijn vierde tot dat moment op het podium gediscrimineerd. Is het gek dat ik wilde vertellen hoe dat al die jaren voelde? Om te laten weten waar je voor staat, hoef je trouwens niet altijd met je vuist op tafel te slaan. Ik verdiepte me in de leer van Nelson Mandela. In zijn boeken staan veel levenslessen. Zoals dat vragen stellen ook een manier is om de wereld veranderen. ‘Wat heb je nodig’ is bijvoorbeeld een uitnodigende en compassievolle vraag. Of: ‘Is het wel een goed idee om die weg in te slaan?’

Of: ‘Wanneer is dit gesprek voor jou geslaagd.’ Vragen stellen staat voor leiderschap. ‘Waarom’ vragen zijn de allerbeste vragen. Dat sowieso!’

Welke van de 198 geweldloze methodes je ook gebruikt, uiteindelijk gaat het om volhouden, denkt Lodewijk van Oord: ‘Eerst negeren ze je. Dan lachen ze je uit. Dan bestrijden ze je. Dan win je.‘

Bekijk ook