Degene die al nat is, is niet bang voor de regen”. Dit Arabische spreekwoord gebruikte de Irakees Saad Salloum, partner van IKV Pax Christi, vandaag tijdens een werkoverleg via Skype. Hij zit in Bagdad, ik in Utrecht. We spraken over een artikel dat hij wil publiceren in een lokale krant, en ik vroeg hem of hij dat wel onder zijn eigen naam zou doen. Zijn reactie: “Ik ben toch al nat”, waarmee hij bedoelde: iedereen weet wat ik denk, waar ik over publiceer, met welke onderwerpen ik bezig ben. Daar zullen weinig verbaasd over zijn, en ik ben inmiddels niet bang meer.
Dit is – 10 jaar na de Amerikaanse invasie, een burgeroorlog verder, levend in een voortdurende toestand van onveiligheid, corruptie en chaos – over het algemeen de sfeer onder Irakese vredesactivisten: ze hebben het ergste al mee gemaakt. Ze gaan continue door hun eigen angstbarrières heen en zijn dus zo, min of meer, de angst voorbij. De mensen in Irak zijn dapper. Ze zijn sterk. En ondanks alle wanhoop, zijn ze ook vastberaden.
Natuurlijk worden deze dagen, rondom het jubileum van de invasie in 2003, de kranten vol geschreven over de spoilers, de wantoestanden, de vreselijke dingen die vrijwel dagelijkse kost zijn in Irak. Dat is terecht, want daar mogen wij onze ogen niet van afkeren. Maar er zijn ook andere verhalen te horen. Verhalen van hoop, van mensen die doorgaan. Die werken aan een inclusieve samenleving, een democratie in de ware betekenis van het woord waarin plaats is voor iedere Irakees, ongeacht religie, overtuiging, afkomst, geslacht of seksuele voorkeur.
Zo ook Saad. Als activist zet hij zich in voor de rechten van minderheden, vrijheid van meningsuiting en gelijkheid van vrouwen. Hij publiceert sinds 2005 een magazine exclusief gewijd aan minderheden, om de kenniskloof en de maatschappelijke vooroordelen te overbruggen. Diep geraakt door de aanval van al-Qaeda op de Sayyedat al-Najah kerk in Bagdad in 2010 maakte hij kort daarna een documentaire over de situatie van christenen in Irak. Daarvoor interviewde hij zowel christelijke als islamitische geestelijke leiders, die hij vervolgens met elkaar in contact bracht. Na twee jaar dialoog achter gesloten deuren kondigden de drie partijen (Saad’s NGO “Masarat”, de Dominicaanse Parochie in Bagdad en Sheikh Jawad al-Khoei uit Najaf) op 7 februari 2013 de oprichting van “The Iraqi Council for Interfaith Dialogue” aan. In tegenstelling tot bestaande initiatieven, is dit op geen enkele wijze door politiek opportunistische overwegingen of buitenlandse actoren geïnitieerd.“
Vorige week, 14 maart, organiseerde Saad een kleine conferentie voor media en enkele gasten om de oprichting van “The Iraqi Council for Interfaith Dialogue” verder bekend te maken. Tegelijkertijd, niet ver van hun locatie, bestormde al-Qaeda wederom een gebouw: ditmaal het Ministerie van Justitie. 30 mensen kwamen in totaal om. Zoals zo vaak in Irak, was het “een dag van hoop en van wanhoop tegelijk”, aldus Saad.
Toch hoopt hij dat de hoop zal overwinnen. Nee, hij is ervan overtuigd: diezelfde dag nog sloot de geestelijk leider van de Mandeërs zich aan bij het initiatief, en kregen ze officieel de zegen van de Raphael Louis I, de patriarch van de Chaldese Kerk in Irak. En zo blijven Irakese vredesactivisten doorgaan: met een blik op de toekomst, werkend aan vrede: ze zijn toch al nat.