Het regent bommen op Gaza en raketten op Zuid-Israël, er gaan mensen dood en woningen worden vernield. Opnieuw. Opnieuw zonder enig doel. Uri Avnery (91 jaar), journalist en voormalig parlementslid schrijft over de afschuw die hij voelt. Ik kan de sirenes nauwelijks horen die waarschuwen voor raketten die naar Tel Aviv komen. Ik kan het vreselijke wat er gebeurd is in Jeruzalem niet uit mijn gedachten krijgen. Als een bende neo-nazi’s een 16-jarige jongen had ontvoerd in een Joodse buurt in Londen in het donker van de nacht, hem naar Hyde Park hadden gereden, in elkaar geslagen, benzine in zijn mond hadden gegoten, hem hadden overgoten met benzine en hem dan in brand hadden gestoken; wat zou er dan gebeurd zijn? Zou Engeland niet zijn ontploft in een storm van woede en walging? Zou de koningin niet haar verontwaardiging hebben geuit? Zou de minister-president niet met spoed naar het huis van de getroffen familie zijn gesneld om verontschuldigen namens de hele natie aan te bieden? Zou de leiding van de neo-nazi’s, hun actieve achterban en hun ‘brainwashers’ niet zijn aangeklaagd en veroordeeld? Misschien in Engeland. Misschien in Duitsland. Niet hier. Deze gruwelijke wreedheid vond plaats in Jeruzalem. Een Palestijnse jongen werd ontvoerd en levend verbrand. Geen enkel racistisch misdrijf in Israël kwam hier ooit bij in de buurt. In de Joodse geschiedenis, komt slechts één hoofdstuk dicht bij de Holocaust: de Spaanse inquisitie. Deze katholieke instelling martelde Joden en verbrandde ze levend op de brandstapel. Later gebeurde het een enkele keer in de Russische pogroms. Zelfs de meest fanatieke vijand van Israël kon zich niet voorstellen dat zoiets verschrikkelijks zou kunnen gebeuren in Israël. Tot nu toe. Onder de Israëlische wet, wordt Oost-Jeruzalem niet gezien als bezet gebied. Het wordt gezien als een onderdeel van Israël. De keten van gebeurtenissen was als volgt: Twee Palestijnen, blijkbaar alleen handelend, ontvoerden drie Israëlische tieners die in de nacht probeerden te liften vanuit een nederzetting in de buurt van Hebron. Het doel was waarschijnlijk om ze te gebruiken als gijzelaars voor de vrijlating van Palestijnse gevangenen. De actie ging mis toen een van de drie er in slaagde het alarmnummer van Israëlische politie te bellen met zijn mobiele telefoon. De ontvoerders, in de veronderstelling dat de politie hen snel zou opsporen, raakten in paniek en schoten de drie dood. Ze dumpten de lichamen in een veld en vluchtten. Heel Israël was in rep en roer. Vele duizenden soldaten werden ingezet in de drie weken durende zoektocht naar de drie jongens, ze kamden duizenden gebouwen, grotten en velden uit. Het publieke tumult ontaardde al snel in een orgie van racistische opruiing. Kranten, radiostations en tv-netwerken wedijverden met elkaar. De veiligheidsdiensten van de Palestijnse Autoriteit, werkten de hele tijd samen met de Israëlische veiligheidsdiensten, en speelden een belangrijke rol in het ontdekken van de identiteit van de twee ontvoerders (geïdentificeerd maar nog niet gevangen).
Mahmoud Abbas, de Palestijnse president, veroordeelde in een vergadering van de Arabische landen de ontvoering ondubbelzinnig en werd door velen van zijn eigen volk gebrandmerkt als een Arabische Quisling. Israëlische leiders noemden hem een huichelaar. Israëls leidende politici lieten een salvo van uitingen los die elders als ronduit fascistische zouden worden gezien. Een korte selectie: Danny Danon, vice-minister van Defensie: “Als een Russische jongen was ontvoerd, zou Poetin dorp na dorp met de grond gelijk gemaakt hebben!” Uri Bank, voormalig secretaris van Uri Ariel, minister van huisvesting en bouwer van de nederzettingen: “Dit is het juiste moment. Als ze onze kinderen wat aandoen, worden we ‘berserk’, er zijn geen grenzen meer, nu de Palestijnse Autoriteit ontmantelen, Judea en Samaria (de Westelijke Jordaanoever) annexeren, alle Palestijnse gevangenen die zijn veroordeeld voor moord executeren en familieleden van terroristen verbannen!” En Binyamin Netanyahu zelf, sprekend over het hele Palestijnse volk: “Ze zijn niet zoals wij. Wij heiligen leven, ze heiligen de dood!”
Toen de lichamen van de drie werden gevonden door toeristische gidsen, bereikte het koor van haat een nieuw crescendo. Op een paar eenzame stemmen na, leek het erop of heel Israël was veranderd in een bende voetbal hooligans roepend: “Dood aan de Arabieren!” Kan iemand het zich voorstellen dat er een hedendaagse Europese of Amerikaanse menigte zou schreeuwen “Dood aan de Joden?” De zes die tot nu toe voor de beestachtige moord op de Arabische jongen zijn gearresteerd kwamen rechtstreeks uit een van deze “Dood aan de Arabieren” demonstraties. Eerst probeerden ze een 9-jarige jongen te ontvoeren in dezelfde Arabische wijk, Shuafat. Dat lukte niet en de volgende dag kwam de groep terug. Ze kregen Muhammad Abu-Khdeir te pakken, een vrolijke 16-jarige jongen met een innemende glimlach, goten benzine in zijn mond en verbrandden hem levend. De afschuwelijke manier waarop Muhammed werd vermoord werd in eerste instantie niet vermeld. Het feit werd bekendgemaakt door een Arabische patholoog die aanwezig was bij de officiële autopsie. De meeste Israëlische kranten hebben het feit in een paar woorden op een binnenpagina gebracht. De meeste TV-journaals besteedden er geen aandacht aan. In Israël zelf kwamen Arabische burgers in opstand, iets dat ze sinds vele jaren niet hebben gedaan. De gewelddadige demonstraties in het hele land duurden enkele dagen. Op hetzelfde moment, ontplofte aan de frontlinie met de Gazastrook een nieuwe orgie van raketten en luchtbombardementen in een nieuwe mini-oorlog die al een naam heeft: ‘Solid Cliff’. De namen van de zes verdachten van de moord-door-verbranding, van wie een aantal al heeft bekend, zijn nog steeds niet bekend. Maar onofficiële rapporten zeggen dat ze behoren tot de Orthodoxe gemeenschap. Blijkbaar heeft deze gemeenschap, die traditioneel anti-zionistische en gematigd is, neo-nazi nakomelingen gekweekt, die zelfs hun religieus-zionistische concurrenten overtreffen. Maar toch, hoe verschrikkelijk de daad zelf is, naar mijn mening is de publieke reactie nog erger. Omdat er geen reactie is. Ja, een paar sporadische stemmen zijn gehoord. Nog meer gewone mensen hebben hun afschuw geuit in privé gesprekken. Maar de oorverdovende morele verontwaardiging die men had kunnen verwachten is niet gekomen. Het leven ging gewoon door. Een paar regeringsleiders en andere politici veroordeelden de daad in routineuze zinnen bestemd voor buitenlandse consumptie. Zelfs aan de linkerzijde werd de gruweldaad behandeld als gewoon een onderdeel van de vele wandaden van de bezetting. Waar is de verontwaardiging, de morele opstand van de natie, de unanieme beslissing het racisme dat dergelijke wreedheden mogelijk maakt uit te roeien? Het opnieuw oplaaien van de oorlog in en rond de Gazastrook heeft de gruweldaad helemaal uitgewist. Sirenes klinken in Jeruzalem en in de steden ten noorden van Tel-Aviv. De raketten gericht op Israëlische bevolkingscentra zijn met succes tot nu toe onderschept door de afweer-raketten. Maar honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen rennen naar de schuilkelders. Aan de andere kant maken honderden dagelijkse beschietingen van de Israëlische luchtmacht het leven in de Gazastrook tot een hel. Wanneer de kanonnen bulderen, vervallen de muzen in zwijgen. En vervalt ook het medelijden met een jongen die levend werd verbrand.