Het land is verdeeld en de kiezers zweven. Een schrikbeeld van de verkiezingsstrijd? Nee geweldig!
Waar blijft de gamechanger, wanneer komt er beweging in de peilingen, waar is de tweestrijd om de macht, waarom zoveel zwevende kiezers, wie wint? Deze vragen worden nu dagelijks, bijna elk uur gesteld. Wanneer gebeurt er eindelijk iets?
Volgens mij zijn deze vragen tekenen van onbegrip, van niet zien wat er werkelijk gebeurt. Het is geweldig dat zoveel kiezers nog zweven want het dwingt de politieke partijen tot nadenken. Over principes, over inhoud, over wat hen onderscheidt en misschien ook over hoe het zal gaan na de verkiezingen. Het merendeel van de kiezers is niet op zoek naar één sterke leider. Ze zoeken leiderschap, dat verbindend is in plaats van verdelend. Ze zoeken niet één politieke leider die het voor het zeggen gaat hebben. Want daarvan zien we concrete nadelige voorbeelden om ons heen in Amerika en Turkije.
De Nederlandse samenleving zoekt politieke leiders die weten hoe je positief en eerlijk omgaat met verschillen, met ongelijkheid. Hoe je sociale cohesie bevordert in plaats van bederft. Geen verdeel en heers maar verbindt en hervindt. Hervindt de balans tussen welvaart en welzijn, tussen economisch herstel en sociaal herstel, tussen ik en wij. Hoe geven we elkaar gelijke kansen, stimuleren we eigen en collectieve verantwoordelijkheid en beschermen we wat kwetsbaar is. Of dat nou om de natuur, mensen of de vrede in Europa gaat.
En misschien zoeken wij ook niet meer de politieke leiders, maar onderzoeken we de politieke partijen op hun standpunten. Kiezen we niet voor wie er staat, maar waarvoor het staat. Want juist over de afgelopen jaren hebben we ervaren dat roepen niets oplost maar juist luisteren de weg is. Dat we niet meer weg kunnen kijken omdat het ver weg is, maar dat de problemen dichtbij huis zijn en komen. Dat de oplossing echt niet ligt in hoge hekken of grote bekken maar elkaar als mens erkennen en ons op elkaar betrekken. De verschillen niet gebruiken om buiten te sluiten maar om juist in te sluiten als fundament voor echt samenleven. Daarbij mogen we duidelijk maken waar wij voor staan. En we mogen van de ander vragen dat ook te respecteren, als wij de ander ook respecteren. Dan kunnen we van elkaar leren en samen grenzen verkennen, vaststellen en handhaven.
Dat is hoe ik wil samenleven, hoe ik moet samenleven want ik ben niet alleen op de wereld. In mijn gezin en met mijn buren, in de wereld. Dat is ook wat ik verwacht van de politieke partijen; dat zij mij vertellen voor welke idealen zij staan en wat ze concreet daarmee willen gaan doen. Maar even zo belangrijk: ik wil horen en voelen hoe ze dat gaan doen. Dat ze zich bewust zijn dat ze het met andere partijen samen zullen moeten gaan doen en dat ze dat leiderschap in huis hebben. Want ik weet dat dit de realiteit gaat zijn na 15 maart. Zij en wij zullen de ideeën in de praktijk moeten brengen, onze inspiratie, idealen en wensen werkelijkheid moeten laten worden in de onderhandeling, het gesprek en het werken met anderen.
Want dat is de realiteit in deze wereld, van ons land; een land dat verdeeld mag zijn en zal moeten delen. In kansen en verantwoordelijkheden. Voor de oude politiek is dat schrikken, want tweestrijd is voor hen makkelijker. Jammer dan, het gaat er niet om wie het leukst is, lijkt of kijkt, of dat jij als leider iets leuk vindt. Het gaat er om waar je voor staat en hoe je daar voor gaat en mee omgaat. Voor de nieuwe kiezer is dit realiteit van alle dag. Wij zijn niet bang om verschillen te vinden, we zoeken naar manieren om ze te verbinden. We zoeken nieuwe politiek die in de verkiezingstijd niet polariseert, maar zich profileert met hoe je samenleven inspireert en straks met diversiteit inclusief regeert. Ik zou dus zeggen, blijf nog heel even zweven kiezers, dan kan de politiek ons nog meer duidelijkheid en vertrouwen geven. En laat die leiders nog maar even zweten, zodat ze beter weten wat wij willen en dat na woensdag niet vergeten!