Bescherming van burgers prioriteit bij deelname aan militaire missies

IKV Pax Christi is blij met het besluit van het kabinet om bescherming van burgers prioriteit te geven in de besluitvorming over deelname aan militaire missies door de Nederlandse krijgsmacht.

Beeld: Nederlandse militairen in Uruzgan. Foto Ministerie van Defensie

IKV Pax Christi is blij met het besluit van het kabinet om bescherming van burgers prioriteit te geven in de besluitvorming over deelname aan militaire missies door de Nederlandse krijgsmacht.

In een brief aan de Tweede Kamer op 22 januari, kondigden de ministers Timmermans (Buitenlandse Zaken) en Hennis Plasschaert (Defensie) aan het Toetsingskader voor uitzending Nederlandse militairen aan te zullen passen. Bescherming van burgers wordt aandachtspunt bij de gronden voor deelneming aan crisisbeheersingsoperaties. Het kabinet geeft zo uitdrukking aan de prioriteit die bescherming van burgers moet krijgen.

De onafhankelijke toetsingscommissie die de Nederlandse missie in Uruzgan evalueerde, deed in 2011 al de aanbeveling om burgerbescherming toe te voegen aan het Toetsingskader. Jan Gruiters, algemeen directeur van IKV Pax Christi en destijds lid van deze commissie, is blij met de prioriteit die het kabinet geeft aan bescherming van burgers. “Het wordt voor toekomstige regeringen moeilijker om zomaar deel te nemen aan militaire missies als deze niet gericht zijn op de bescherming van burgers. Dat is een belangrijke stap vooruit.”

IKV Pax Christi heeft (samen met Oxfam Novib) jaren gepleit voor opname van burgerbescherming in het Toetsingskader. Echter, het feit dat bescherming van burgers een voorwaarde is, is nog geen garantie dat missies daadwerkelijk bijdragen aan het beschermen van mensen in conflictgebieden. Een belangrijke les uit bijvoorbeeld de Uruzgan missie is dat er veel meer betrokkenheid moet zijn van de lokale bevolking in alle stadia van besluitvorming en uitvoering van militaire missies, dat er sprake moet zijn van onafhankelijke monitoring van het aantal burgerslachtoffers, en dat via periodieke analyses en evaluaties de strategie tijdig moet kunnen worden bijgesteld.

Dit zijn zaken die niet per Toetsingskader gegarandeerd kunnen worden. Het is aan de Tweede Kamer om erop toe te zien dat in behandeling van de zogenaamde artikel 100 brieven over inzet van Nederlandse militairen, de strategieën voor burgerbescherming adequate uitwerking krijgen.

Bekijk ook